Inleiding
Hier vindt u een globaal overzicht over de gebruikelijke gang van zaken rond een dikkedarmoperatie.
Meestal worden deze operaties uitgevoerd als een ontsteking (diverticulitis, Morbus Crohn en
colitis ulcerosa, etc.), een kwaadaardige afwijking, of een grote poliep wordt waargenomen. Ook
complicaties van dikkedarmafwijkingen, zoals een perforatie (gat in de darm) of vernauwing met
passagebelemmering is operatie aangewezen. Van uw behandelend specialist hebt u ongetwijfeld vernomen
wat in uw geval de afwijking is en wat de reden voor operatie is.
Voorbereiding
Voor de operatie wordt de darm gewoonlijk leeggemaakt met laxeermiddelen of door de darm volledig
te spoelen (lavage). Als er een ernstige verstopping is of acuut geopereerd moet worden, kan dit
leegmaken van de darm niet doorgaan.- Zoals bij alle grote operaties is het van groot belang dat u
in een zo goed mogelijke voedingstoestand verkeert, zowel vóór als ná de operatie.
- Bij dikke-darmoperaties wordt gebruik gemaakt van antibiotica om infecties zo veel mogelijk te
voorkomen. Deze middelen worden via een infuus toegediend vlak voor de operatie.- Vaak wordt de
beharing van de buik en de schaamstreek weggeschoren voor een darmoperatie.
Operatie
Voor dikkedarmoperaties moet u worden opgenomen en de operatie wordt verricht onder algehele anesthesie
(narcose).Het soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van
de afwijking in de dikke darm. In het algemeen zal getracht worden de continuïteit weer te herstellen
nadat het zieke deel verwijderd is. De operatiemogelijkheden blijken echter pas bij open buik. Een
operatie kan zowel curatief (dat wil zeggen de gehele afwijking wordt verwijderd) als palliatief
(dat wil zeggen alleen de verschijnselen worden verholpen) zijn. Wanneer een behandeling is gericht
op het genezen van een patiënt, wordt dat een curatieve behandeling genoemd. Bij een behandeling die
is bedoeld om de ziekte te remmen en/of de klachten te verminderen, spreekt men van een palliatieve
behandeling.
Curatieve behandeling
De omvang en de duur van de operatie hangen af van de plaats, de grootte en de mate
van plaatselijke uitbreiding van de tumor of ontsteking.Van een grote tumor of ontsteking is
sprake wanneer de tumor zich verder in de dikke darm heeft uitgebreid. Een grotere operatie is dan
nodig. Bij deze operatie verwijdert de chirurg de tumor met aan beide kanten daarvan een groot deel
van het gezonde darmweefsel. Tevens worden de aangrenzende lymfevaten en lymfeklieren, ofwel het
lymfeafvloedgebied, weggenomen.Het lymfeweefsel in de dikke darm is heel nauw verweven met de
bloedvaten die de dikke darm van bloed voorzien. Daarom is het noodzakelijk dat, samen met het
regionale lymfeafvloedgebied, ook een flink deel van de dikke darm met de daarmee verbonden bloedvaten
wordt weggenomen. De twee uiteinden van de dikke darm worden weer aan elkaar gehecht. Een dergelijke
verbinding noemt men een anastomose. Zo'n uitgebreide operatie kan ook plaatsvinden bij patiënten met
een tumor of afwijking in het bovenste deel van de endeldarm.Bij een tumor of ontsteking (diverticulitis)
in het laatste deel van de dikke darm of in het bovenste deel van de endeldarm moet soms een andere
operatie worden uitgevoerd. Het deel van de darm waarin zich de tumor of afwijking bevindt, wordt dan
verwijderd. De twee uiteinden kunnen niet altijd direct met elkaar verbonden worden. Er zal dan een
zogenaamde Hartmann-procedure uitgevoerd worden waarbij het onderste uiteinde wordt gesloten. Van het
bovenste uiteinde maakt de arts een tijdelijke stoma.
Palliatieve behandeling
Als de tumor in de endeldarm niet te groot is en goed bereikbaar via de anus is het soms
mogelijk deze palliatief te behandelen met behulp van electro- of lasercoagulatie, of cryochirurgie
(bevriezing). Indien er sprake is van een of meerdere uitzaaiingen in de lever, bekijken de artsen
of het mogelijk en zinvol is om deze uitzaaiingen operatief te verwijderen. Wanneer de ziekte niet
meer beperkt is tot de dikke darm, maar er ook uitzaaiingen elders in het lichaam aanwezig zijn of
de tumor niet te verwijderen is door plaatselijke doorgroei zal de patiënt een palliatieve behandeling
krijgen. Belangrijkste oogmerk daarbij is, de dikke darm goed doorgankelijk te maken.Zo mogelijk wordt
de tumor tijdens een operatie verwijderd. Als er doorgroei in omringende weefsels is, kan een
omvangrijker operatie nodig zijn. Indien de tumor niet te verwijderen is en dientengevolge de kans
bestaat dat de dikke darm wordt afgesloten, zal de chirurg proberen de tumor los te maken van het
gezonde darmweefsel. Het zieke deel van de darm wordt dan buiten werking gesteld. Soms kunnen de
gezonde delen weer met elkaar verbonden worden zodat een ongestoorde doorgang van de ontlasting
mogelijk is. Soms is echter het aanleggen van een permanent stoma noodzakelijk. De chirurg sluit daar
het deel van de dikke darm op aan dat voor de afsluiting ligt.
Mogelijke complicaties
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij dikkedarmoperaties de
normale risico's op complicaties van een operatie, bijvoorbeeld trombose, longontsteking, nabloeding,
wondinfectie.Daarnaast zijn er nog enkele specifieke complicaties mogelijk. Zo is een ernstige
complicatielekkage van de darmnaad die gelukkig weinig voorkomt. Het geven van antibiotica en soms het
aanleggen van een tijdelijk stoma, zijn maatregelen om deze complicatie te voorkomen. Wondinfectie
komen meer voor (5%-10%) en geven aanleiding tot een vertraagde wondgenezing. In acute situaties,
waarbij de darm niet goed kan worden voorbereid, wordt de wond soms opengelaten om wondinfecties te
voorkomen.Bij mannen die een uitgebreide endeldarmoperatie hebben ondergaan, treedt soms impotentie
op. Soms is het niet te vermijden dat bij dit soort operaties de zenuwen naar de geslachtsdelen worden
beschadigd.
De nabehandeling
Binnen veertien dagen na de operatie kunt u in het algemeen het ziekenhuis verlaten. U krijgt dan
een afspraak mee voor de polikliniek waar u uw eigen arts zult treffen. Wanneer speciale thuishulp
(gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt dit vanuit het ziekenhuis geregeld. Hoelang u
poliklinisch moet worden gecontroleerd, hangt natuurlijk samen met de aard van uw ziekte. Bij sommige
vormen van kanker is aanvullende behandeling in de vorm van radiotherapie of chemotherapie noodzakelijk.
Hierover zult u in het ziekenhuis uitvoerig informatie ontvangen.