Waarom heb ik de keuze gemaakt om de Tien Woorden onderwerp van de Verkondiging
te maken? Dat komt omdat ik vanaf het einde van mijn opleiding zeer intens
met de Tien Woorden bezig geweest ben. In 1979 begon ik met de kerkelijke
opleiding in Amsterdam, en was parttime leraar godsdienst en bijbels Hebreeuws
in Rotterdam.
In 1980 heb ik vele preken van Thom Naastepad gehoord, en ben deelnemer
geweest van zijn studiekring. In dat jaar behandelde hij de Tien Woorden.
De uitleg van Naastepad heeft grote indruk op mij gemaakt.
Een theologiestudent moet zich bewust zijn van zijn/haar ontvankelijkheid
voor sterke indrukken. Je kunt door het lezen van een boek of het horen
van een college ‘verslingerd raken’ aan de visie die daaruit
spreekt. ‘Dit is het!’ Maar weken later kijk je er weer nuchter
tegenaan en kun je andere standpunten serieus nemen.
Naastepads uitleg heeft mij op een spoor gezet waarvan ik nooit afgeweken
ben. Hiermee zeg ik niet dat Naastepad de alleenzaligmakende waarheid in
pacht had. Soms draafde hij door of geraakte in de eenzijdigheid door de
ijzeren consequentie waarmee hij aan zijn uitgangspunten vasthield.
Toch zijn die uitgangspunten mij altijd bijgebleven. Zij zijn mijn leidraden
om te luisteren naar de Tien Woorden. Zij passen goed in het gedachtengoed
van de ‘Amsterdamse School,’ een theologische richting waarin
theologen als K.H. Miskotte, K. Kroon, R. Zuurmond en K.A. Deurloo te vinden
zijn.
Zonder te streven naar volledigheid noem ik enkele van deze uitgangspunten
– onvolledig omdat ik mij beperk tot wat ik relevant vind bij de uitleg
van de Tien Woorden:
TeNaCh (wat wij Oude Testament noemen) is een anti-heidens getuigenis.
Israël heeft van de Heer
geen universele zedenwet gekregen.
De Tien Woorden zijn een handvest van bevrijding.
De laatste regel zou eigenlijk bij de uitleg van de Tien Woorden op de
eerste plaats moeten staan. Het slot (maar niet een echt slot...) is:
Christus is de vervulling van de Torah.
Deze stellingen mogen geen doel op zichzelf zijn. Zij dienen de verkondiging.
En verkondiging is wat de Tien Woorden zijn.
|
In de maand januari hoop ik twee preken te houden over het Eerste der Tien
Woorden, en in de maand februari twee over het Tweede der Tien Woorden.
De overigen zullen aan de orde komen in telkens één Eredienst.
W. Baan
|
De
Eerste zondag in de Epifaniëntijd Op deze zondag
vieren wij de verschijning in heerlijkheid van Christus. Dit spreken
over 'de heerlijke verschijning' is ontleend aan verschijningen
van de Heer waarover
wij horen in de Torah en de Profeten. Ook het 'Ik ben de Heer
uw God' hoort daarbij.
|
|
|
De
Vierde zondag in de Epifaniëntijd De Tien Woorden
zijn zorgvuldig samengesteld. Wij zullen horen dat de opbouw van
één tot en met tien zelf al verkondiging is, en de
inhoud stempelt: het bijeen houden van God en de naaste.
|
|
|
Zondag
Septuagesima De verkondiging uit het Tweede der Tien Woorden
is wel zeer actueel: het beeldverbod binnen de Islam, waarover zoveel
te doen is. Kerkgangers mogen leven zonder beeld van de Heer,
want dan alleen zijn zij vrij. De Heer
zelf immers is vrij, niet in een beeld vast te leggen.
|
|
|
Zondag
Quinquagesima Wie de Heer,
vastlegt in een beeld, miskent zijn bevrijdende werk. Ook kan de
ander (partner, vriend) in mijn leven uitsluitend heilzaam aanwezig
zijn, indien hij/zij werkelijk een ander zijn mag. De Kerk belijdt
Christus als zuivere beeld van God, en daarom hoeven wij ons niet
druk te maken over beeldvorming van God.
|
|
|
Zondag
Reminiscere De Naam van de Heer
is de som van al wat de Heer heeft
gedaan en nog steeds is voor zijn volk. 'In zijn Naam' wil zeggen:
op zijn gezag. Zo mag de Kerk spreken en doen en bevestigt vandaag
een pasgekozen diaken, ook op Christus' gezag: hij heeft het gezegd.
Het diakonaat hoort bij de allereerste werkzaamheden van de jonge
christengemeenten.
|
|
|
Zondag
Laetare De Zevende dag is aan Israël gegeven als
een ophoud-dag. Hiermee zet de Heer
zijn volk in de vrijheid, ook in de tijd. Wij worden verlost van
het almaar doorgaan en en verder willen komen. Zo wordt deze dag
met vreugde gevierd.
|
|
|
Zondag
Palmarum Vader en moeder zijn niet erenswaardig omdat
zij onze biologische verwekkers zijn. Zelfs niet om dat zij, zoals
het religieuze moralisme wil, namens God macht over ons hebben.
Maar zij zijn dragers van de heilstraditie.
|
|
|
Goede
Vrijdag 'Gij zult niet moorden' leggen wij het beste uit
vanuit die ene moord op Christus. Want alleen zo wordt ons verkondigd
dat door de bloedstorting van Christus ons bloedvergieten tot staan
wordt gebracht en verzoend wordt.
|
|
|
Hoogfeest
van Pasen 'Gij zult niet moorden' horen wij vandaag als
Paasverkondiging. Christus is opgestaan temidden van de vermoorden
en dat is de tegenzet van de Heer.
Daarom worden wij opgeroepen, kritisch te blijven jegens tegen elke
vorm van geweld.
|
|
|
Zondag
Cantate 'Gij zult niet hoereren' leggen we uit met de
woorden uit de eerste lezing over de 144.000 voor de hemelse troon
die de titel 'maagd(delijk)' krijgen. Aan de orde is hier niet het
vieze, of het moreel verwerpelijke, maar wij stellen opnieuw de
machtsvraag.
|
|
|
Hoogfeest
van Pinksteren Deze preek haalt iets in: wat bij de preek
over het Derde der Tien Woorden is blijven liggen. Is de belijdenis
van de Naam exclusief en hebben de apostelen op het Pinksterfeest
de enige ware christelijke Kerk gesticht? Veronachtzamen we
niet dat Petrus en de zijnen Joden waren en hun bijbel 'ons' Oude
Testament was...!
|
|
|
Feest
van Trinitatis Het Zesde en Zevende der Tien Woorden gaan
over misbruik van mensen. Zou dan het Achtste enkel gaan over het
ontvreemden van dingen? Dit gaat ook over mensen, en het is een
misbruik dat op wereldschaal plaatsvindt. De machtsvraag stellen
is hier opnieuw de beste aanpak...!
|
|
|
Vierde
zondag na Trinitatis Het Negende der Tien Woorden vermeldt
uitdrukkelijk de naaste. Daar komen de Tien Woorden op uit, én
de bevrijdende God wordt niet vergeten. Het is de God van Israël
die opkomt voor de hulpelozen, zij die vermoord, verkracht of vervreemd
zijn. Tegen het vals getuigenis dat de wereld afgeeft, rechtvaardigt
de Heer deze kleinen
en machtelozen.
|
|
|
Elfde
zondag na Trinitatis Het Tiende der Tien Woorden lijkt
een zwak slotwoord. Toch is het wezenlijk dat wij de naaste toelaten,
onze naaste te worden. Met al wat hem/haar ten dienste staat, is
de naaste onze naaste. Dan hoeven wij dat alles niet te begeren.
|
|
|
|
|
|