De laserunit is op een arm gemonteerd die scharniert om één
punt. Dit scharnier bestaat uit een lineaire motor. Deze wordt
gestuurd met een uit de laserdetector verkregen RE-signaal
(=Radial Error). Dit gaat volgens de zogenaamde Push Pull
methode. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het al eerder
beschreven natuurkundige verschijnsel t.w. interferentie. Als de
laserspot zich niet precies op het midden van het spoor bevindt,
dan zal aan één kant van de laserbundel interferentie optreden
met het terugkomende laserlicht (tussen de nulde en eerste
orde). Het wigvormige prisma splitst de weerkaatste bundel, en
het gevolg is dat bijvoorbeeld de detectordiodes 3 en 4 belicht
worden (= niet interfererende deel ) en de detectordiodes 1 en 2
niet. De signalen van 3 en 4 worden opgeteld en verminderd met
de som van de signalen van diodes 1 en 2. En voila, hier hebben
we het RE-signaal.
Als u nu denkt dat u nu precies weet hoe de radiaal en focusregelingen werken moet ik u teleurstellen. Want we hebben namelijk nog te maken met de afwijking van de laserspot t.o.v. het spoor, veroorzaakt door de draaiing van de arm. Aan de rand van de CD is deze hoek 45 graden verdraaid t.o.v. het midden. Om dit te corrigeren zijn er in de regelingen een paar extra versterkerregelingen opgenomen. Ook is er nog extra electronica nodig om de bandbreedte van de radiaal- en focusregelingen constant te houden.
Omdat we te maken hebben met Servoregelingen, hebben we nog meer
electronica nodig om er voor te zorgen dat deze regelingen niet
onstabiel geraken ( Lead en Lag netwerken ). Ook zijn deze
regelingen gekoppeld aan de microprocessor-stuursignalen
(worden nog besproken ), want als er een CD-plaat ingeladen
wordt, is er immers nog geen sprake van een Servo-regeling. Ook
bij het zoeken naar een track stuurt de microprocessor de
motoren, evenzo bij het passeren van b.v. een behoorlijke kras
in de CD-plaat. Ik hoop in ieder geval dat u een beetje een idee
heeft gekregen wat er zich zoal afspeeld betreffende de Servo-
regelingen in een CD-speler.