Enige getroosting met de handicap (eigen bijdragen en offers)

Bij bezwarencommissies en recht zittingen wordt vaak gezegd dat je je als betrokkene enige getroosting moet veroorloven met de belemmeringen en lasten die een handicap met zich meebrengen. De mogelijke financiële vergoeding is ook niet bedoeld om de extra kosten te dekken maar om hierin een bijdrage te zijn als gave van de gemeenschap. Wie het restant dan moet dragen laten zij het probleem van betrokkene.

De meeste gehandicapten worden door hun handicap belemmert om een carriére op te bouwen en een boven modaal inkomen te verwerven. De meesten moeten het stellen met een uitkering op Wajong of bijstandsniveau of daar in de buurt. Dit inkomstenniveau is al zeer minimaal, laat staan dat daar nog ruimte in zit om de extra kosten door een handicap van te betalen.

Een handicap heeft naast de hogere financiële lasten, een groot aantal andere beperkingen die al een gedwongen getroosting met zich meebrengen waardoor het niet volledig vergoeden van de extra kosten een extra straf is van de gemeenschap voor het hebben van een handicap.

In de hoop om de uitkering verstrekkers en rechters een beter beeld te kunnen geven van de directe en vooral indirecte beperkingen en kosten die een handicap met zich kunnen meebrengen, is onderstaand een bij lange na niet complete opsomming ontstaan.

Mocht u hierop aanvulling of aanpassing hebben dan graag een e-mail.


Inkomen gehandicapte.
Een lichamelijk jong gehandicapte krijgt een WAJONG uitkering (70% van het minimumloon). Een gehandicapte die in een AWBZ erkende instelling woont dient de woon en verzorgingskosten zelf als AWBZ bijdrage te betalen. Aangezien deze kosten hoger zijn dan de WAJONG uitkering, komt de zakgeldregeling in werking waardoor er een bedrag overblijft voor kleding en ontspanning.
Deze zakgeld regeling gaat ervan uit dat de kosten voor het wassen van kleding door de AWBZ instelling wordt betaald, inmiddels worden ook deze kosten op de bewoner in rekening gebracht zonder de regeling aan te passen.
Bij begeleiding door extra personeel moeten ook de salariskosten voor dit personeel door de bewoner worden betaald.
Het overblijvende bedrag is voor een gehandicapte die incontinent is, kwijlt, behoefte heeft aan bezoeken van het ouderlijk huis en activiteiten, veel te weinig om de kosten van kleding, verzorging en vervoer te betalen. Het tekort dient door iemand anders betaalt te worden, meestal de ouders.

Inkomen en pensioen verzorgers.
Bij het thuis verzorgen van een gehandicapte moet één van de ouders thuisblijven. De thuisblijvende ouder levert daardoor een volledig salaris in en kan geen pensioen opbouwen.

Werken.
Als een gehandicapt kind thuis wordt verzorgt heeft dit invloed op de aard en soort werk dat de ouders kunnen verrichten. Voor de verzorging zal minimaal één van de ouders een groot deel van de tijd thuis moeten zijn en de andere zal i.v.m. de meestal noodzakelijke regelmaat en overnemen van taken geen werk met gevarieerde werktijden kunnen hebben. Dit beperkt heel sterk de carrière mogelijkheden en het soort werk. De plaats van werken is ook sterk afhankelijk van de plaats waar men kan wonen.

Wonen.
De keuze van waar men wil wonen wordt zeer sterk bepaalt door de plaats waar de gehandicapte dagopvang kan krijgen of in een woonvorm wordt geaccepteerd. De reistijd voor het ophalen en wegbrengen mag niet te groot zijn i.v.m. de fysieke belasting, tijd en kosten.

Woning aanpassingen.
Voor een lichamelijk gehandicapte is altijd een woningaanpassing noodzakelijk omdat deze rolstoeltoegankelijk moet zijn. De minimaal benodigde aanpassing zijn deuren, een aangepaste badkamer en slaapkamer op de begane grond. Als de aanpassing is goedgekeurd, wordt de goedkoopste en soberste uitvoering maar ten dele vergoed. Alle kosten voor een degelijker uitvoering en aankleding zijn voor eigen rekening. Het onderhoud en vervanging is door de eigen bijdrage regelingen meestal geheel voor eigen rekening.

Woonlasten.
Door een woningaanpassing is de WOZ taxatie hoger, waardoor de daarvan afgeleide heffingen ook hoger zijn. Door de extra ruimten zijn de kosten voor electra, water en verwarming hoger.

Extra slijtage woninginrichting.
Een woning waarin een gehandicapte woont die in een rolstoel rijdt, heeft extra vervuiling door de smerige wielen. De meubels en kozijnen beschadigen meer. Kwijlvlekken hebben een zeer agressieve werking op stoffering en vloeren. Hierdoor is de slijtage veel groter dan normaal en de gebruiksduur korter.

Verhuizen.
Verhuizen naar een andere gemeente geeft veel problemen met verstrekte WVG voorzieningen. De WVG verstrekkingen zijn gemeentegebonden en bij verhuizing naar een andere gemeente moeten deze door de nieuwe gemeente worden overgenomen. Aangezien elke gemeente haar eigen beleid heeft is het helemaal niet zeker dat de nieuwe gemeente ze overneemt en moeten de aanvraagprocedures weer helemaal van voren af aan worden uitgevoerd met een onzekere uitslag. B.v. de eene gemeente verstrekt een bruikleenauto en in de andere gemeente moet gebruik gemaakt worden van vraagafhankelijk vervoer.

Extra slijtage kleding.
Kleding van een gehandicapte die kwijlt en incontinent is moet vaak meerdere malen per dag vervangen worden om te reinigen. Het aantal kledingstukken dat nodig is, is vele malen groter dan normaal gebruikelijk. De broeken van een rolstoelgebruiker hebben een speciaal model waardoor deze duurder en alleen in een speciaalzaak te koop zijn.
Ook de kleding van de verzorger wordt besmeurd en deze moet vaker gereinigd worden en verslijt sneller.

Vervoerskosten.
Als een gehandicapte thuis is of woont en de verzorgers moeten samen ergens heen dan moet er gebruik gemaakt worden van een eigen auto of taxi omdat de gehandicapte niet alleen thuis kan blijven. Gebruikmaken van een fiets zonder kosten is niet mogelijk.

Auto kosten.
Voor het vervoer van een gehandicapte in een rolstoel is een daarvoor aangepaste auto nodig. Als de mogelijkheid van verzorging onderweg noodzakelijk is of het wenselijk is om naast de gehandicapte te kunnen zitten i.v.m. epilepsie, of dat er meerdere kinderen mee moeten kunnen dan is alleen een bus mogelijk. De aanschaf en gebruik van een bus is aanzienlijk duurder dan een personenauto. De gehandicapte kan in een aantal gemeenten een beperkte bijdrage in een deel van de vervoerskosten krijgen. Het overige deel wordt geacht dat de gehandicapte zelf kan betalen.
De kilometerkosten zijn niet berekend over de voor de gehandicapte te rijden kilometers maar over een fictief aantal van 20000 kilometer per jaar. De meerkosten zijn voor rekening van de gehandicapte.

Auto aanpassing.
Voor het vervoer van een rolstoel dient een auto volgens de voorschriften aangepast te worden. De kosten van deze aanpassing kunnen door de gemeente als WVG vergoeding worden verstrekt en soms niet. Het verkopen van een aangepaste bus voor zijn waarde is zeer moeilijk omdat dit alleen kan aan een andere gehandicapte die dan alles zelf moet betalen. Bij verkoop aan een niet gehandicapte moet de aanpassing verwijdert worden en de bus opnieuw gekeurd. Het weer terugbrengen in de oorspronkelijke staat is redelijk kostbaar en enige restopbrengst is dan te verwaarlozen.

Extra uren werk voor de verzorging.
Het verzorgen van een meervoudig gehandicapte die geheel verzorgt moet worden heeft een directe werkdruk van ongeveer 8 uur per dag.

Specificatie:
s’morgens; toilet, wassen. aankleden en eten. 2 uur
s’middags; eten, toilet + verschonen. 1,5 uur
s’avond; eten, toilet, in bad; 2,5 uur
Tussendoor koffiedrinken; 1 uur
Helpen bij bezigheden; 1 uur
Een deel van de verzorging moet door twee personen gedaan worden, omdat de gehandicapte 65 kilo weegt en onhandelbaar is.
Tussendoor moet er permanent iemand in de buurt van de gehandicapte blijven om te kunnen helpen.
Deze werkzaamheden zijn er elke dag en hiervoor is geen Arbeidstijdenwet om overbelasting te voorkomen en er is geen vervanging.

Extra uren voor belangenbehartiging.
Naast de uren voor verzorging moet er vaak een vrije dag genomen en gereisd worden om zijn belangen te verzorgen bij dokters, onderzoek, besprekingen met begeleiding, gemeente, rechtbank en belangenorganisaties.

Vakantie gehandicapte.
Een lichamelijk gehandicapte heeft geen vrije vakantiekeus, maar zal altijd moeten kiezen uit de beschikbare mogelijkheden. Doordat er altijd extra voorzieningen nodig zijn behoort een goedkope vakantie niet tot de mogelijkheden. Er is ook altijd begeleiding nodig waarvan de volledige kosten door de gehandicapte betaald moeten worden.

Vakantie ouders.
De vakantie van de ouders beperkt zich meestal tot een eenvoudige vakantie in eigen land of helemaal niet omdat het vakantiegeld aan de extra kosten is opgegaan.

Vrienden.
Het hebben van een gehandicapt kind heeft een grote invloed op je relaties. De ervaring leert dat het moeilijk is om vrienden te krijgen en te houden, dit komt mede door de beperkt beschikbare vrije tijd en mogelijkheid om samen dingen te ondernemen.
De andere kinderen kunnen ook geen vrienden of vriendinnetjes houden, die blijven meestal weg nadat ze éénmaal thuis zijn geweest.

Theater / Bioscoop.
Bij bezoek aan een theater of bioscoop, als dat al mogelijk is moet meestal genoegen worden genomen met een duurdere plaats of achterin in het gangpad worden plaatsgenomen. Meestal moet ook voor de noodzakelijke begeleider betaalt worden.

Begeleiderskosten.
In veel gevallen heeft een gehandicapte dubbele kosten omdat ook alle kosten van een begeleider betaalt moet worden.
Is deze begeleider een personeelslid van een AWBZ instelling en extra in dienst, dan moet ook het salaris betaald worden.