Jan-Willem

Dit verhaal gaat over een bezoek aan een student dat even anders verliep dan ik me had voorgesteld. Jan-Willem probeerde voor de tweede keer z'n propedeuse te halen en ook dit keer wilde het om onduidelijke redenen niet lukken. Hij was meer dan eens op mijn spreekuur geweest. We hadden alles al eens langs gelopen, de motivatie, de inzet, de methode van studeren, de sociale situatie, enz. Ik probeerde er met voorzichtige en onvoorzichtige vragen achter te komen wat er aan de hand was, echter zonder veel succes. Teleurstelling dus aan beide zijden van de bureautafel. Volgende keer beter, denk ik dan. Maar soms besluit ik in zo'n situatie tot een andere strategie. Iemand die mij bezoekt speelt per definitie een uitwedstrijd en is op vreemd terrein. Hoe pakt zo'n ontmoeting uit wanneer ik er voor de student een thuiswedstrijd van maak? Met andere woorden, wanneer ik zelf op bezoek ga. Ik heb dan de gelegenheid de ander in zijn eigen omgeving mee te maken (en tegelijkertijd weer eens een studentenflat of complex van binnen te bekijken). Blijft natuurlijk de vraag of die ander zo'n bezoek wel op prijs stelt. Maar ja, wie niet waagt, die niet wint, zegt het spreekwoord. Maar enkele voorzorgsmaatregelen blijven altijd wel op zijn plaats. Ik vraag in zo'n geval terloops eens waar iemand woont en hoe. Uit de manier waarop het antwoord dan gegeven wordt kan ik meestal wel af leiden of ik een bezoek kan wagen. Maar een waagstuk blijft het natuurlijk wel. Ook deze keer ...

Jan-Willem woonde in een hofje, hartje binnenstad. Ik was daar nog nooit geweest. De middagpauze leek me een goed moment. Na enig zoeken werd de juiste deur gevonden en de klopper geroerd. Geen reactie. Nog eens geprobeerd. Noppes. Net ben ik weer op mijn fiets gestapt en daar gaat er achter me toch een deur open. Jan-Willem, in kennelijk haastig aangetrokken kleding, bekijkt het verschijnsel 'studie-adviseur-aan-de-deur' met duidelijke verbazing maar zegt toch 'Há, wat leuk, U hier ...., Oh, ja ..., eh...'.
Nu was ik iets te gevoelig voor zijn positieve eerste reactie en lette daarom minder op de aarzelende tweede, hetgeen zoals verder op in dit verhaal zal blijken een verkeerde inschatting van de situatie opleverde.
'Maar eh, komt u ..., komt u eh...verder', zei mijn student.
'O.K., als het je uitkomt, ik was toevallig in de buurt, weet je', was mijn gewild nonchalante reactie.
Na een kort gangetje kwam ik in een best ruime kamer met een soort keukennis en een slaaphoek.
'Gaat u hier maar zitten', zei Jan-Willem terwijl hij op voortvarende wijze de troep van een autobankstel naar de grond veegde. 'Wilt u misschien ook ... eh ... thee?'
De herhaalde aarzeling in zijn spreken kon me nu niet meer ontgaan en dat maakte dat ik me niet helemaal op m'n gemak voelde. Maar nu ik A gezegd had moest ik ook B zeggen en zei dus 'Ja, graag'.
We praatten wat over zijn kamer, hij dook de keukennis in en zo had ik even de gelegenheid iets van de kamer in me op te nemen. Een niet afgemaakt schilderstuk, een gitaar (waar een snaar aan ontbrak), de syllabus 'Overzicht dierenrijk' en wat uittreksels van andere vakken, papieren van uitzendbureaus, vragenlijsten van een rijbewijs, een gedemonteerde computer, dat was zoal wat mijn aandacht trok. Ik kreeg mijn thee en we praatten wat over de studie.
Plotseling kreeg ik door wat op mijn spreekuur maar niet boven water kwam. Deze beste student was met alles tegelijk bezig waardoor het een het ander gewoon in de weg zat. Een bekend beeld. Datgene wat er dan nog uit je handen komt is net te weinig om je te motiveren. Niets lukt echt, je raakt je zelfvertrouwen kwijt en komt langzaam in een dal terecht. Je wijkt uit naar nog weer andere zaken waardoor tenslotte niets meer lukt.
Jan-Willem Inmiddels bleef Jan-Willem maar onrustig in zijn reacties. Wat zat hem toch dwars? Ik volgde zijn blik door de kamer. In de wat donkere slaapnis bewoog een hoekje van de deken.
'Leuk', zei ik, 'heb je een poes in huis?'.
'Ja, eh ...' reageerde Jan-Willem wat merkwaardig verstrooid.
'Heb je mijn verhaal in het Kameleon nog gelezen over mijn huisdier, de grondeekhoorn?', wilde ik weten.
'Ja', is dat beest werkelijk in de wasmachine terecht gekomen, zoals U schreef?' vroeg Jan-Willem.
'Ja, waar gebeurd, maar hij overleefde het, zoals je hebt kunnen lezen'.
Intussen vond ik het tijd toch eens over de studie te beginnen en ik probeerde mijn conclusie voor hem duidelijk te maken.
'Je moet een keuze maken in je bezigheden', begon ik. 'Je bent met te veel tegelijk bezig. Kappen in die handel, is mijn advies'.
Op dat moment trok de 'poes' in bed plotseling de aandacht. Met een voor dit veronderstelde beest opmerkelijke kracht werden de dekens opzij geworpen en met de kreet 'ik hou het daaronder niet meer uit' kwam er een in spaarzaam nachtgewaad geklede studente te voorschijn.
'Oh, ik dacht dat ik daar stikte! Waarom heb je hèm verdomme dan ook binnengelaten?' voegde ze haar student nijdig toe.
Jan-Willem's gezicht werd rood, en het mijne volgde.
'Kom d'r maar bij', zei ik overbodig joviaal (want ja hoe reageer je op de plotselinge verschijning van zo'n 'huisdier').
'U bent toch ook jong geweest', zei Jan Willem, in een poging om van zijn kant de situatie wat te redden.
'Ja, hoor', mompelde ik vergoelijkend en (zocht snel in mijn eigen verleden naar een vergelijkbare situatie die ik echter niet zo gauw kon vinden). Zij kwam er mokkend bij zitten, wierp mij opnieuw een pissige blik toe en schoot vervolgens in een onbedaarlijke lach. Het ijs was gebroken!
Met z'n drieën hebben we zowaar een plan gemaakt om Jan-Willem weer op de rails te krijgen. Een tijdschema en een plan met afspraken over wat wel en wat niet gedaan moest worden. En het heeft gewerkt! De propedeuse werd gehaald.
Daarna ben ik Jan-Willem wat uit het oog verloren. Met de studie is het verder goed gegaan. Zijn vriendin zal hij bij naderend onraad toch wel niet meer onder de dekens stoppen, denk ik zo.

              Vorige verhaalpijl          pijl-r7e verhaal: De onderwijskundige