Uit: de volkskrant
1608 2002 ; terug naar de studieverslagen
Hoe groot zijt Gij
Is
de uitvinder van de rock 'n' roll nog slechts een melkkoe? Niets is minder
waar. Voor zijn liefhebbers is Elvis Presley een bron van spiritualiteit.
Vandaag spreekt dominee Fred Omvlee op de expositie Elvis is here, in Tilburg. 'Het geheim van Elvis is zijn religieuze
lading'.
door
Fred Omvlee
Een
kwart eeuw na zijn roemloze hartstilstand in de badkamer van Graceland lijkt
the King weer te leven. Of is hij definitief ten prooi gevallen aan het
grootkapitaal? De Disney Corporation en Elvis Presley Enterprises hebben elkaar
dit jaar helemaal gevonden. Disney-character Lilo is fan van Elvis en het
buitenaardse schoothondje Stitch is bij McDonald's te winnen met een witte
Elvis-cape.
Intussen
scoort de platenfirma BMG, die de rechten van het Elvis-repertoire beheert, een
wereldwijde nummer 1 met Presley die dankzij Junkie XL een soort 'Geen woorden,
maar daden' zingt ter ondersteuning van een Nike-commercial. Waar duidt dit op?
Is de uitvinder van de rock 'n' roll nu nog slechts een melkkoe? Is dit
veelgeïmiteerde idool van miljoenen nu nog enkel de risee van de gevestigde
popmuziek?
Niets
is minder waar. Het zijn eerder aanduidingen dat de invloed van Presley verder
reikt dan de serieuze popjournalistiek en de roddelpers ten tijde van zijn dood
hadden kunnen vermoeden.
In
de Verenigde Staten verschijnen naast de boeken van pop-analist Greil Marcus
studies als van Gilbert B. Rodman, docent aan de universiteit van Zuid-Florida:
Elvis after Elvis, the posthumous career of a living legend (New York 1996) en
van Erika Doss, professor of fine arts aan de Universiteit van Colorado: Elvis
Culture. Fans, Faith & Image (Kansas 1999). Zij belichten het fenomeen
Elvis vanuit vooral sociologische hoek. Het geheim van Elvis is echter zijn
religieuze lading.
Sinds
Jerry-Lee Lewis zijn Great Balls of Fire aan het bijbelboek de Openbaring van
Johannes ontleende, heeft de popmuziek haar religieuze karakter nooit
verloochend. Elvis is voor zijn liefhebers wereldwijd een bron van
spiritualiteit - lees: christelijk geloof.
Oppervlakkig gezien lijkt Elvis vooral de rol van een moderne heilige te
vervullen. Zeker vanuit de Verenigde Staten zijn er vele gedocumenteerde
gevallen bekend van Elvis-fans die klassieke vormen van religieus gedrag
tentoonspreiden.
Het
bekendste voorbeeld is het inrichten van een zogeheten Elvis-room, een aan
Elvis gewijde ruimte thuis, met posters, foto's, lp's en andere memorabilia van
de King. Zoals het een heilige past is er ook sprake van imitatie van Elvis.
Gebaseerd op de opdracht tot imitatio Christi, de navolging van Christus, die
zich in rooms-katholieke contreien uit in passiespelen en nagespeelde
kruisigingen, nemen in de VS zeker 3000 ingeschreven Elvis-imitatoren de taak
op zich hun idool zo getrouw mogelijk na te doen.
Pelgrimages
zijn niet alleen onderdeel van gevestigde religieuze tradities, ook de
Elvis-fans kennen dit verschijnsel. De twee plaatsen waar de pelgrims zich
voornamelijk op richten zijn Memphis en Tupelo. Het hoogtepunt van de
Elvis-devotie is jaarlijks de Death Week of Tribute Week in Memphis, in de week
voorafgaand aan zijn sterfdag op 16 augustus. In de nacht van 15 op 16 augustus
wordt de Candlelight Vigil gehouden, een stille tocht waarin bewonderaars met
kaarsen door de Meditation Gardens van Graceland langs het graf van Elvis en
zijn ouders lopen, tot aan het ochtendgloren.
In
het nabij Memphis gelegen dorpje Tupelo is naast het herbouwde geboortehuis van
Elvis een Elvis Presley Memorial Chapel gebouwd. Het opvallendste aan het
interieur is een groot glas-in-lood-raam met een Christus-figuur. Deze
Christus, met uitgestrekte armen, vertoont geen gelaatstrekken, maar draagt wel
een witte cape. Houding en cape zijn, toevallig of niet, typerend voor de wijze
waarop Elvis na een concert zijn fans bedankte.
De associatie van Elvis met religie leidt al gauw tot een religieuze pastiche:
Elvis als Jezus, met alle voor de hand liggende vergelijkingen van dien. Het
hoge camp-gehalte van Elvis is ook in Tilburg te zien, op de de tentoonstelling
'Elvis is hier' in het Tilburgse Faxx, podium voor hedendaagse kunst. De
kunstenaarsgroep Tilburg CowBoys organiseerde de tentoonstelling als opmaat
voor een Elvis Memorial.
In
het werk van Carolus' Bienheureux ceuz qui meurent dans le seigneur, heeft
Elvis de rol van Jezus ingenomen in een eucharistisch tafereel. Net als in het
werk van Henk Tas, Elvis versus God, en in de vele lijkwaden met het true image
van Elvis, door Erica Smulders. Wie niet te gevoelig is voor blasfemie kan hier
misschien om glimlachen, echt grappig wordt het zelden.
Evis-fans
zijn er terecht op gebrand serieus genomen te worden. Niettemin zijn het juist
de ietwat bizarre trekjes die Elvis als spirituele bron een aantrekkelijke,
hartige toets geven. Geloof anno 2002 moet het al vaak genoeg met een overdaad
aan fundamentalisme stellen in plaats van met een beetje fun. In de portretten
van de vier Elvis-imitatoren van Herman Poppeleers schuilt al iets van de kern:
vier aandoenlijke stakkerds kijken ons aan met vetkuiven en witte pakken. Elvis
vindt zijn fans niet onder de intellectuelen en hooggeplaatsten. Het zijn de
low lifes die zich in hem herkennen.
De religieuze achtergrond van Elvis zou het beslist niet toestaan dat men hem
als heilige betitelt. Elvis groeide op in het zuiden van de Verenigde Staten
als enig kind van Vernon en Gladys Presley. Blanke Amerikanen van Schots-Ierse
origine. Blank weliswaar, maar arm.
Het
geestelijke klimaat waarin Elvis opgroeide, kenmerkte zich door een opgewekte
kerkelijke leer. 'De mens is zondig, we zijn verloren, maar we kunnen ons
bekeren: het eind der tijden is nabij en de genadige Liefde van God zal ons dan
ten deel vallen.'
Deze
theologie van de 'Pinksterbeweging' is een perfecte mengeling van een
veeleisende Europees-puriteinse moraal, en een blijmoedige, sensuele
Afro-Amerikaanse volksspiritualiteit. Elvis en zijn mede-kerkgangers werden
door de meer gevestigde kerken spottend Holy Rollers genoemd, vanwege hun
swingende manier van belijden.
Niet
alleen theologisch stond Elvis op een kruispunt van blank en zwart denken, ook
muzikaal gezien stond hij aan allerlei invloeden bloot. Als white trash (vader
Vernon zat een tijdje in de gevangenis gezeten voor belastingfraude) behoorde
hij eerder tot de kansloze onderlaag van negroes, zoals ze toen nog werden
genoemd.
De blues
en black gospel die hij van zijn zwarte buren in Memphis hoorde, mengde hij als
vanzelf met de blanke southern gospel en country. In de studio en op het podium
deed Elvis niets anders dan wat hij in de kerkzaal gewend was. Hij heeft
vrijwel geen eigen stukken geschreven, hetgeen hem wordt aangewreven door hen
die hem zijn koningschap willen ontzeggen.
Hij
had daarentegen een geniale manier van arrangeren en fraseren, die uit de volle
breedte van de muzikale stromingen van zijn tijd putte en bekende stukken een
ongekende glans kon geven. Zijn zodanig bewerkte gospel How Great Thou Art, dat
nog steeds in orthodox-protestantse kringen in Nederland geliefd is als 'Hoe
groot zijt Gij, o Heer' van Johannes de Heer, bezorgde hem een Grammy-award.
Heiligenvererering
past bij Elvis, noch bij zijn fans. Zij blijken volgens Erika Doss in haar boek
Elvis Culture. Fans, Faith & Image nooit te beogen hem te vereren. Zij
blijven trouw aan hun gevestigde religieuze instituties.
Elvis
is daarbij wel een mediator, een middelaar, een 'Christ-like figure'. Zowel
Elvis' eigen religieuze achtergrond als de oprechte motieven van de fans dragen
bij aan Elvis als serieuze bron van spiritualiteit.
Ook
het leven van Elvis leent zich voor verkondiging van het evangelie. Veelzeggender
dan de verhalen over zijn liederlijkheid is zijn voorliefde voor gospels, die
hij tijdens zijn hele carrière graag zong op het podium, óók voor en na
optredens in de kleedkamer. Zoals blijkt uit de onlangs uitgebrachte DVD He
Touched Me bad hij met de zangeressen van zijn backing vocals, the Sweet
Inspirations, om genezing voor één van de zangeressen.
Dit
incident wordt ondersteund door talloze verslagen van zijn andere
begeleidingsgroepen. Met Elvis erbij geen seks en drugs, wel gebed,
bijbellezing en rock 'n' roll. Bekend is ook Elvis' antwoord wanneer hij als
the King werd aangesproken: 'Er is maar één koning: Jezus Christus.'
Dat
dit ongepolijste genie, die de rock 'n' roll vanuit de kerk de wereld in
stuurde, geen glanzende bekering doormaakte en een happy end beleefde, maakt
hem helemaal geschikt voor de evangelieverkondiging. Juist zijn verslaving aan
medicijnen, juist zijn depressies, juist zijn eenzame dood, maken hem
evangelie-fähig.
Kern
van de bijbelse visie op de mens is immers dat de gebroken mens, de hoer en de
tollenaar, kostbaar zijn in Gods ogen. Voor miljoenen fans roept het
ongelukkige leven van Elvis herkenning op. Of het nu een scheiding is, een
verslaving, eenzaamheid of een laag zelfbeeld: doordat Elvis met dezelfde
ellende kampte, wordt het leed voor de fan verzacht.
Elvis
als Christus-figuur is een inkopper voor de gevestigde kerken. Elvis Presley,
deze lijdende mens, functioneert als brug naar Jezus Christus. Waar de
geïnstitutionaliseerde kerken de massa niet meer bereiken, raakt deze moderne
man van smarten mensen in hun ziel.
Durf
eerst te erkennen dat je een low life bent, die al even weinig bakt van het
leven als de man die oppervlakkig gezien de American dream zelve was. Wanneer
die identificatie met Elvis is geschied, volgt er misschien de verlossende fase
die de Tilburgse kunstenaar Sander van Bussel ons toont: Elvis as me. Dan keert
als een boemerang heel de genialiteit, aantrekkelijkheid en spiritualiteit van
Elvis Aron Presley op onszelf terug.
Fred Omvlee (1965) is theoloog en predikant van de Samen op Weg-gemeente in
Monnickendam. Hij spreekt vandaag op de Elvis Memorial in Tilburg,
georganiseerd door de Tilburg CowBoys. Dit artikel is een bewerking van die
toespraak.