Welkom op de Oostvaardersplassen
(laatste wijziging op 29-4-2020 17:33 )
De
Oostvaardersplassen staan door hun unieke vorm Het beleid moet
nu worden gewijzigd ten gevolge het besluit van de Provinciale Staten van
Flevoland. |
Edelherten afschot Oostvaardersplassen Afschot
edelherten Oostvaardersplassen mag nog niet hervat worden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland
heeft op 3 februari 2020 besloten dat het afschot van de edelherten in de
Oostvaardersplassen nog niet hervat mag worden. De provincie Flevoland
verleende een ontheffing voor het afschot, maar daar werd bezwaar tegen
aangetekend. Gedurende deze procedure vroegen de bezwaarmakers om een
voorlopige voorziening, zodat er geen dieren worden afgeschoten vóór er een
nieuw besluit ligt van de provincie. De voorzieningenrechter wijst dit
verzoek toe. Volgens
de voorzieningenrechter hebben de bezwaarmakers in beperkte mate kunnen
reageren op een aanvullend ecologisch rapport, dat in opdracht van de
Provincie Flevoland is opgesteld. Volgens de rechter is daarom op dit moment
nog niet te zeggen of Gedeputeerde Staten - op grond van wat de bezwaarmakers
nog zullen aanvoeren – een ander besluit zullen nemen of niet. Gedeputeerde
Staten moeten namelijk – in de hoofdzaak, ook wel bodemprocedure - een
beslissing nemen op het bezwaarschrift dat de bezwaarmakers bij hen hebben
ingediend. Belangenafweging Vanwege die onzekerheid
heeft de rechter een belangenafweging gemaakt, of een schorsing van de
ontheffing nodig is of niet. Die belangenafweging leidt er toe dat de
ontheffing wordt geschorst. De rechter stelt voorop dat edelherten tot een
beschermde inheemse diersoort behoren en het doden van edelherten alleen
mogelijk is als aan strenge voorwaarden wordt voldaan. Ook is voor de rechter
van belang dat sprake is van een al jarenlang proces van groei van de
edelhertenpopulatie en van veranderingen in flora en fauna, terwijl het
besluit op bezwaar binnen afzienbare tijd zal worden genomen. Groei van de populatie Er zijn vanwege de
ongelijke geslachtsverhouding veel meer vrouwelijke dieren (hindes) in de
Oostvaardersplassen. De dieren zijn bovendien in goede conditie. Dat
betekent, dat als er geen afschot plaatsvindt in de winter, met doel om het
aantal dieren structureel te verlagen, er bij de telling in het najaar een
groei van ongeveer 700 edelherten wordt verwacht. De populatie edelherten
zal, als deze weer kan doorgroeien, in een paar jaar weer op hetzelfde aantal
komen als vóór de winter van 2017-2018. Winterbeheer Deze winter zal het
vroeg reactief beheer van de edelhertenpopulatie worden voortgezet. Dat
betekent dat dieren, waarvan duidelijk is dat ze de winter niet zullen
overleven of die gewond of gebrekkig zijn, tijdig door faunabeheerders worden
geschoten om mogelijk onnodig lijden te voorkomen, Ook zijn er afspraken
gemaakt over het moment van bijvoeren. Voor het bijvoeren van edelherten moet
Staatsbosbeheer overigens op dat moment ontheffing aanvragen bij Gedeputeerde
Staten, want zonder ontheffing is het bijvoeren wettelijk verboden, Bijvoeren
is nu overigens nog niet aan de orde. Staatsbosbeheer gaat door met de moeras
reset en andere maatregelen die de natuur in het gebied meer kansen moet
geven. Ook is Staatsbosbeheer voornemens o struiken en bomen te in het gebied
te planten als beschutting voor de grote grazers en ter bevordering van de
biodiversiteit. Lees
hier het bericht van de Rechtbank: En
hier het persbericht van Provincie Flevoland: https://www.flevoland.nl/actueel/rechter-stelt-afschot-edelherten-uit Telling grote grazers in Oostvaardersplassen
Eind
oktober zijn de grote grazers in de Oostvaardersplassen geteld. Deze tellingen
vanuit een helikopter vinden jaarlijks in het najaar plaats. De afgelopen 9
jaar zijn er helikoptertellingen uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de
trend van de aantalsontwikkelingen van de populaties grote grazers in de
Oostvaardersplassen. Op basis van deze telling kan de jaarlijkse opgave voor
het populatiebeheer vastgesteld worden. Tijdens drie telmomenten is zowel boven het moeras
als boven het grazige deel van het natuurgebied gevlogen. Steeds op een
minimale hoogte van 150 meter, om verstoring van vogels en de grazers tot een
minimum te beperken. Natuurlijk is het in een gebied zo groot als de
Oostvaardersplassen (5600 hectare) onmogelijk om een telling te houden die
tot op het dier nauwkeurig is. Er wordt daarom rekening gehouden met een
foutmarge. Tegelijk met de helikoptertelling is er een grondtelling
uitgevoerd in de voor edelherten toegankelijke bosgebieden. Dit omdat vanuit
de lucht de edelherten in het bos niet zichtbaar zijn. Aantallen
De getelde aantallen zijn gemiddeld en afgerond. Natelling edelherten
Het getelde aantal
edelherten is hoger dan wat berekend zou kunnen worden door uit te gaan van
de tellingsresultaten van oktober 2018, verminderd met het aantal afgeschoten
dieren en vermeerderd met een schatting van de natuurlijke aanwas. Dat heeft
meerdere oorzaken. De herten konden dit jaar, door gunstige
weersomstandigheden en de mate van verspreiding van de dieren over het
terrein, net als de paarden en runderen ‘nageteld’ worden op gemaakte
luchtfoto’s. De omstandigheden waren vorig jaar voor de edelhertentelling
niet zo gunstig. Door de controle met behulp van de foto’s is deze telling
nauwkeuriger. De helitellingen zijn in 2010 als telmethode geadviseerd om de
trend en aantalsontwikkeling te volgen, niet om exact te weten hoeveel dieren
er zijn. Bovendien is de foutmarge in absolute zin groter bij hogere
aantallen (zoals bij vorig jaar). De tweede oorzaak heeft alles te maken met
de aanwas van herten. Met ongeveer 800 hindes in het gebied, bedraagt de
aanwas tussen de 400 en 600 dieren. Samen met de foutmarge in de telmethode,
verklaart dit het verschil van zo’n 1000 dieren. De komende jaren wordt
misschien overgestapt naar een andere telmethode als die tot betere
resultaten kan leiden. Beleid Oostvaardersplassen
In juli 2018 heeft
Provincie Flevoland het Beleidskader Beheer Oostvaardersplassen vastgesteld.
Dit beleid geeft richting aan het beheer van dit bijzondere vogelgebied. De
betekenis van het gebied als Natura 2000-gebied staat hierbij voorop. De
komende jaren wordt er gewerkt aan een aantal grote opgaven, waardoor er een
afwisselend en divers landschap in de Oostvaardersplassen ontstaat. Een van
de maatregelen is het verminderen van het aantal grote grazers in het
natuurgebied met het doel om de populatie tussen de 1100 en 1500 dieren te
houden. Opdracht
Op 10 december 2018 startte
Staatsbosbeheer, als onderdeel van de uitvoering van het beleidskader, met
het verminderen van het aantal edelherten in het natuurgebied. Tijdens het
broedseizoen en tijdens de bronst van de edelherten vond er geen afschot
plaats. Tot 25 oktober 2019 zijn er in totaal 1785 edelherten geschoten. De
opdracht is om het aantal edelherten terug te brengen tot een doelstand van
490 edelherten. Door natuurlijke aanwas betekent dit dat er jaarlijks afschot
plaats zal vinden. Voor de koniks is de opdracht geweest om in 2019 het
totale aantal paarden terug te brengen tot 450 dieren. Er zijn het afgelopen
jaar ongeveer 210 paarden uitgeplaatst naar andere natuurgebieden. Het aantal
Heckrunderen hoeft niet te worden verminderd. In het momenteel in ontwikkeling
zijnde managementplan wordt uitgewerkt hoe het populatiebeheer van de paarden
en runderen in de toekomst zal worden uitgevoerd. Hervatting afschot
In november wordt het afschot van edelherten weer
hervat. Het getelde aantal van 1525 edelherten betekent dat er de komende
winter 1035 edelherten moeten worden geschoten om het streefaantal van 490
dieren te bereiken. Staatsbosbeheer gaat ervan uit dat de gewenste doelstand
van 490 herten niet voor 1 januari 2020 bereikt zal worden. Het afschot mag
plaatsvinden tot 15 maart 2020. Paarden verplaatsen Er zijn weer een aantal paarden vanuit de vangweide
overgebracht naar andere gebieden. Een
of twee familiegroepen naar de Krammerse Slikken in Zuid-Holland, een circa 160
ha groot buitendijks natuurgebied ten zuiden van Oude-Tonge. Daarnaast
zal er een aantal paarden (één a twee harems) worden overgebracht naar het
zuidelijke deel van het Oostvaardersveld. In dit deel van het
Oostvaardersveld is de vegetatie sterk aan het verruigen en is de inzet van
deze paarden, naast de al aanwezige paarden, nodig om de ecologische doelen
beter te dienen. Door de begrazing ontstaat een gevarieerder gebied met
kortere graslanden, ruigere delen en stukken waar struiken domineren. De
overige paarden zullen de komende maanden nog in de vangweide doorbrengen en
verhuizen vervolgens naar het Trekweggebied. Dit gebied, tussen de A6 en
de Trekweg wordt momenteel ingericht als foerageergebied voor kiekendieven.
Op het moment dat de vegetatie voldoende ontwikkeld is om te kunnen dienen
als begrazingsgebied voor de paarden zullen ze worden overgebracht naar dit
gebied. De verwachting is dat dit komend voorjaar zal plaatsvinden. Moeras reset De reset van het moeras om
de Oostvaardersplassen gaat dit najaar een nieuwe fase in. Er worden diverse
werkzaamheden uitgevoerd in het westelijk deel van het moeras, met als doel
de verdere verlaging van het waterpeil uit te voeren. De reset
van het moeras moet zorgen voor een groter, vitaler rietmoeras. Dit is
nodig als broed- en foerageergebied voor een groot aantal moerasvogels. Herstel drempel Vanaf medio oktober start de
aannemer met diverse werkzaamheden in het gebied. Zo wordt de barrière tussen
het oostelijk en westelijk deel, bekend als ‘de drempel’, hersteld. Deze
drempel zorgt ervoor dat het waterpeil in het oostelijk moeras gelijk blijft
en niet daalt. Tijdens de reset van het westelijk deel mag het oostelijk deel
niet droogvallen tijdens de reset in het westelijk deel, zodat het als een
foerageergebied- en uitvalsbasis voor vogels kan dienen. Uit voorzorg zijn
deze week voorbereidingen
getroffen om, indien nodig, water uit het Markermeer in het oostelijk
moeras te pompen. Werkzaamheden Andere werkzaamheden zijn: -
Het aanleggen
van een nieuwe regelbare aflaatstuw, afvoergeul en een vloeiveld; -
Het inrichten
van een baggerdepot; -
Een aangepast
plan om vissen te verplaatsen; -
Het uitvoeren
van onderhoud aan de kade tussen moeras en het grazige deel van de
Oostvaardersplassen. De komende tijd zijn
graafmachines en vrachtwagens in en om het gebied te zien zijn voor het
uitvoeren van deze werkzaamheden. De aannemer werkt volgens vastgestelde
regels om zo min mogelijk verstoring in het gebied te garanderen. De
werkzaamheden duren tot 2021. Vervolg In de zomer van 2021 daalt
het peil nog verder door verdamping. Afhankelijk van de rietontwikkeling
wordt het waterpeil in het westelijk moeras vanaf september 2021 of 2022
geleidelijk weer verhoogt. Over de moeras reset De reset van het moeras is een
noodzakelijke ingreep voor het beheer van dit Natura 2000-gebied. Hiervoor
wordt de waterstand in het westelijk deel met circa 80
cm verlaagd voor een periode van drie à vier jaar. Grote delen vallen
droog en op ongeveer een derde van de grote plas blijft een beetje water
staan. Hierdoor kan het riet zich weer ontwikkelen. Op de middellange termijn
– 15 tot 20 jaar – komt er naar verwachting 500 hectare rietmoeras bij wat
meer moerasvogels trekt. Terugbrengen aantal grote grazers
Oostvaardersplassen Na de onrust afgelopen
winter heeft de commissie van Geel geadviseerd om het aantal grote grazers
terug te brengen tot 1100. De provincie heeft daarop
besloten dat edelherten moeten worden afgeschoten, wel ruim duizend. Bijna
160 paarden worden naar het Oost Europa verplaatst. Doelstelling is 490
edelherten en 460 paarden in het gebied, terwijl de runderen op aantal van
ruim 200 blijven. Het gebied zal ook worden veranderd door menselijk
ingrijpen. Er komen meer poelen en eilandjes en ook worden bossen met open binnenstukken aangelegd.(lees
schuileilanden). In mijn ogen is het
onbegrijpelijk, om op deze wijze een experiment als mislukt te beschouwen.
Een experiment mislukt niet, het levert ander resultaat dan verwacht of
gewenst. Het wordt een hectische
tijd met onvoorspelbare gevolgen. Voor Natura2000 wordt een reset van het
moeras gedaan, om meer moeras voor de vogels te krijgen. Het landschap wordt
aangepast, als gesteld met nieuwe bosschages en schuileianden,
een vangkraal voor de paarden wordt aangelegd en er zullen meer poelen met
eilandjes komen, de vernatting van de weiden wordt vergroot en structureel
gemaakt. Ook dat alles levert veel
onrust op voor de fauna en schade aan de flora evenzeer. Het is de vraag of
de zeearend daardoor niet zal verdwijnen uit het gebied. Ik blijf van mening dat dit in de natuur altijd
anders verloopt en volg in die zin de grondlegger ervan, Frans Vera, met nog
meer respect: plaats de
sterfte van de dieren in de Oostvaardersplassen in een internationaal kader.
Kijkend naar het verlies in de afgelopen periode blijkt hieruit dat de natuur
het zelf herstelt. Het aantal dieren is nu ineens weer op het niveau van
ongeveer 2010. Het aantal dieren destijds was ook zo´n 3000 in totaal. De
provincie wil op basis van de commissie van Geel terug naar 1100. Eigenlijk
ligt daarin het bewijs al voor het concept van Vera. Natuurlijk is de terugkeer
van het parklandschap door successie nog niet aan de orde, in die zin moet er
ook gekeken worden hoe het promotiewerk van Perry Cornelissen toe te passen
in de Oostvaardersplassen. Hij stelde dat er 70% teveel herbivoren in het
gebied waren om de successie tot zijn recht te laten komen. Terwijl de nieuwe beschermde beplanting was ingezet,
de reset voorbereid en het peilbeheer overgaat naar een meer duurzame vorm,
lijkt het natuurgebied Oostvaardersplassen in grote nood. Zal het deze tijd
wel overleven? |
De
sterfte in de Oostvaardersplassen in een internationaal kader (artikel van Frans Vera) De afgelopen winter stierf 22% van de edelherten, 14% van de koniks
(paarden) en 34% van de Heckrunderen
in de Oostvaardersplassen (OVP). Over deze sterfte
was veel discussie. Hij zou massaal en onnatuurlijk zijn geweest. De oorzaak
zou een niet compleet leefgebied zijn geweest. Het raster om het gebied zou
bij schaarste aan voedsel de dieren hebben verhinderd weg te trekken naar
gebieden waar nog wel voedsel te vinden zou zijn. Daarbij werd verwezen naar
grote natuurgebieden waar grote hoefdieren trekken. Ook zouden de aantallen
dieren in de Oostvaardersplassen veel te hoog zijn geworden door het
ontbreken van de van nature aanwezige grote predatoren. De vraag of er
de afgelopen winter
sprake is geweest van een massale, onnatuurlijke sterfte kan alleen worden
beantwoord door te kijken naar hoe het grote hoefdieren vergaat in natuurgebieden
die als min of meer ongerept worden beschouwd. Het gaat daarbij om de vraag
hoe de aantallen grote hoefdieren daar van nature worden gereguleerd. In de
afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan in de boreale, de gematigde en de
tropische klimaatzone om die vraag te beantwoorden. Het
onderzoek in de boreale klimaatzone is voor de OVP
niet van belang, omdat het niet, zoals in de OVP,
gaat om meerdere soorten herbivoren die samen met grote predatoren in een
gebied leven. Het gaat daar om een soort herbivoor met een soort grote
predator, zoals de simpele eland-wolf-systemen. Daar komt bij dat de elanden
in voor de OVP onvergelijkbaar lage dichtheden
voorkomen, namelijk 2 tot 4 dieren per 1000 ha. Daarnaast heeft dit onderzoek tot nu
toe geen uitsluitsel gegeven over de vraag wat de aantallen grote hoefdieren
reguleert. Dat ligt anders bij het onderzoek dat in de gematigde en tropische
klimaatzones is gedaan. Dat onderzoek is van belang voor de OVP, omdat het gaat om natuurgebieden waar verscheidene
soorten grote hoefdieren en grote predatoren samenleven en de grote
hoefdieren in met de OVP vergelijkbare dichtheden
voorkomen. Ik ga hierna in op drie gebieden: de Tanzaniaanse Serengeti en de
Ngorongoro krater, en het Nationale Park Yellowstone in de Verenigde Staten.
De studies aan het Serengeti ecosysteem en de Ngorongoro krater besloegen een
periode van veertig jaar, die in het Nationale Park Yellowstone twaalf jaar. Het Serengeti ecosysteem Het Serengeti ecosysteem is een enorm
groot gebied (2,5 miljoen hectare), waar dieren trekken als in het droge
seizoen in bepaalde delen schaarste aan voedsel en drinkwater optreedt. Het
gebied herbergt de grootste kudden trekkende hoefdieren ter wereld. De
talrijkste grote soorten zijn gnoe (1 tot 1,4 miljoen), zebra (ca. 200.000)
en Kaapse buffel (74.000). Gnoes en zebra’s trekken ongeveer over een afstand
van duizend kilometer heen en weer, gestuurd door de optredend cyclus van
droge en natte tijden (regenseizoen). Kaapse buffels trekken niet. Zij vormen
verspreide standpopulaties. Het gebied herbergt ook een van de hoogste
dichtheden grote predatoren ter wereld, namelijk ongeveer 1 leeuw per 1000 ha
en ongeveer drie gevlekte hyena’s per 1000 ha. De laatste jaren fluctueerde
het aantal trekkende gnoes tussen de 1 en de 1,4 miljoen. Onderzoek toonde
aan dat sterfte door gebrek aan voedsel de groei van de populatie beperkte en
bij een jaarlijkse sterfte van dertig
procent tot een evenwicht leidde.
Gebrek aan voedsel ontstaat
in de droge tijd door stagnatie van de groei
en de slechte kwaliteit van planten; een situatie
die bij ons in de winter optreedt.
De toename van het aantal gnoes leidde tot een steeds
groter aantal dieren in een slechte conditie. Dat bleek onder andere
uit de toename van het aandeel
dieren met een laag gehalte vet in het
beenmerg. Van het totale aantal gnoes dat stierf,
kwam driekwart om door ondervoeding (vastgesteld
aan de hand van het percentage vet in
het beenmerg) en een kwart door predatie. Predatie
bleek van ondergeschikt belang voor het
beïnvloeden van de groei van de aantallen. Naarmate
meer dieren door gebrek aan voedsel in
een slechte conditie kwamen, doodden leeuwen juist meer dieren in een
betere conditie. Weliswaar nam het
percentage gnoes in een slechte
conditie dat ten prooi viel aan de leeuwen toe van 5,6% naar 21,7%,
maar het percentage gnoes in een redelijke conditie steeg van 16,7% tot 39,1%! Ook het aantal niet trekkende Kaapse
buffels bleek door de
hoeveelheid voedsel te worden gereguleerd.
Voor de zebra is het tot op heden niet
duidelijk of predatoren, of de hoeveelheid voedsel
de aantallen stabiliseert. In ieder geval wordt de stabilisatie wel toegeschreven aan de grote sterfte onder de jonge dieren.
Daarbij speelde predatie een
grote rol, maar daarnaast ook
stroperij. Uit het voorbeeld
van de Serengeti blijkt dat in de
natuur de aantallen van zowel trekkende als standpopulaties
van grote hoefdieren worden gereguleerd
door sterfte als gevolg van gebrek aan
voedsel dat optreedt doordat de draagkracht wordt overschreden en niet
door de grote predatoren. De Ngorongoro krater De Ngorongoro krater is een relatief
klein gebied waar de dieren niet trekken. Het is uitgedoofde vulkaan waarvan
de kegel is ingestort. Daardoor is een vrij vlakke, zeer vruchtbare bodem ontstaan
die 26.000 ha groot is. Er komen zeer hoge dichtheid aan grote hoefdieren
voor en ook de hoogste dichtheid ter wereld van grote predatoren. Op 26.000
ha leven ongeveer 25.000 grote hoefdieren, waaronder 12.000 gnoes, 4.000
zebra’s en 1500 Kaapse buffels. De dichtheid aan grote predatoren is 1
leeuw per 220 ha en 1 gevlekte hyena per 80 ha! In tegenstelling tot de
Serengeti is altijd overal permanent drinkwater aanwezig dat afkomstig is van
de 400 tot 600 meter hoge kraterwand die de vrij vlakke kraterbodem omgeeft.
De kraterwand werkt voor de dieren als een soort hek, want er gaan nauwelijks
grote hoefdieren en grote predatoren in en uit de krater. De dieren worden
daarom als standpopulaties beschouwd. Alhoewel drinkwater niet beperkend is,
heeft het gebied een droge en een natte tijd. De dieren begrazen als gevolg
daarvan in verschillende seizoenen verschillende delen van de kraterbodem. De
verplaatsingen in de krater vinden over een zo geringe afstand plaats dat
niet van trek wordt gesproken. In de Nogorongoro krater bleek dat de
standpopulaties grote hoefdieren - net als in de Serengeti - door de
hoeveelheid voedsel en niet door grote predatoren werden gereguleerd. In de
periode 1960-1990 traden afnamen op bij de gnoe van vijftig procent, bij de zebra
van veertig procent en bij gazellen (Thomson’s and Grant’s gazelle) van zestig
procent. De Kaapse buffel nam in een zeer droog seizoen met 45 procent af. De
aantallen predatoren bleken in de Ngorongoro krater door de aantallen
prooidieren te worden gereguleerd. Sterke afnamen van de aantallen grote
hoefdieren leidde tot een sterke afname van de gevlekte hyena. Bij de leeuwen
traden grote fluctuaties op als gevolg van ziekten. Het Nationale Park Yellowstone Het Nationale Park Yellowstone dient als
een voorbeeld van een gebied met meerdere soorten herbivoren in de gematigde
klimaatzone. Het park is 900.000 ha groot. De meest talrijke grote hoefdieren
zijn bizons en wapiti’s. In 1995 en 1996 zijn er wolven geherintroduceerd.
Gedurende twintig jaar voor de herintroductie van de wolf fluctueerde het
aantal wapiti’s tussen de 9000 en 19000. Bij een dichtheid van een wolf per
2100 ha bleken de wolven de aantallen wapiti’s niet te beïnvloeden. Ook
bleken de wapiti’s zowel in zeer strenge als in zeer zachte winters ondervoed
te raken. Dat laatste is te verwachten als de hoeveelheid voedsel de
aantallen dieren reguleert. Wel veranderde het gedrag van de wapiti’s. Zij
vermeden plekken zoals de oevers van rivieren, waar ze een grote kans liepen
ten prooi te vallen aan wolven. Daardoor veranderde de vegetatie. Zo kwam de
ratelpopulier terug, die was verdwenen doordat de bomen steeds zwaar door
wapiti’s worden gesnoeid. Grote sterfte onder grote herbivoren
wereldwijd Een uitgebreide literatuurstudie naar
grote sterfte (‘die-off ’) onder herbivoren en predatoren over de hele wereld
laat zien dat bij 65 procent van de onderzochte soorten periodiek grote
sterfte door voedselgebrek optreedt als gevolg van droogte of strenge
winters. Onder grote sterfte wordt in de studie verstaan, een afname van de
populatie met minimaal 25 procent. De sterfte bij de onderzochte soorten
varieerde van 25 procent tot honderd procent, waarbij zeventig tot negentig
procent het vaakst voorkwam. Terug naar de Oostvaardersplassen In natuurgebieden met zowel trekkende
populaties als standpopulaties die vele malen grote zijn dan de
Oostvaardersplassen, worden de aantallen dieren gereguleerd door gebrek aan
voedsel. Grote predatoren reguleren die aantallen niet. Zij plegen zelfs maar
in beperkte mate euthanasie, omdat naarmate meer dieren in een slechte
conditie raken, zij meer dieren doden die in een betere conditie zijn. De
wintersterfte die tot nu toe in de afgelopen vijf jaren is opgetreden bij de
runderen, paarden en edelherten in de Oostvaardersplassen, namelijk respectievelijk 5-34%, 5-14%,
5-22%, is gezien de cijfers die hiervoor genoemd zijn niet uitzonderlijk en
zelfs aan de lage kant. De sterfte in de OVP kan
daarom op grond van de genoemde feiten niet als onnatuurlijk worden
aangemerkt. Met uitzondering van de sterfte bij de Heckrunderen kunnen de
percentages in vergelijking wat elders in de wereld is gebeurd ook niet hoog
worden genoemd. Ze liggen bij de ondergrens van wat bij andere in het wild levende herbivoren is waargenomen. De
cijfers tonen aan dat de OVP groot genoeg zijn om
het natuurlijke proces van aantalsregulatie door de hoeveelheid voedsel te
laten plaatsvinden. De sterfte van de afgelopen winter en
het aantal kalveren en veulens dat dit jaar is geboren, brengt het totale
aantal dieren naar verwachting begin januari iets onder het totale aantal van
afgelopen januari (3100). En dat is het aantal van voor de sterfte in de
afgelopen winter. Er lijkt dus een stabilisatie in de aantallen op te treden.
De rol die grote predatoren kunnen spelen in het voorkomen van lijden van
dieren die door ondervoeding dreigen te sterven, heeft Staatsbosbeheer de
afgelopen winter op zich genomen - en zal dat ook de komende winter doen -
met het zogenaamde predatormodel. Dat houdt in dat dieren worden dood
geschoten als uit het gedrag valt op te maken dat de dieren binnen niet al te
lange tijd zullen sterven. Van alle gnoes die in de Serengeti door
grote predatoren de dood vonden (25 procent) was maximaal 21 procent in een
slechte conditie. Uiteindelijk stierf 75 procent van alle gestorven dieren
door ondervoeding. Van alle dieren die in de Oostvaardersplassen afgelopen
winter stierven, werd 65 procent door Staatsbosbeheer gedood omdat ze in een
slechte conditie waren. De rest stierf door ondervoeding. Staatsbosbeheer
deed het als predator dus beter dan de grote predatoren in de Serengeti;
misschien zelfs wel te goed. Trekgedrag Het percentage dieren dat de winter
overleefde, toont aan dat het habitat in de Oostvaardersplassen zodanig is,
dat de populaties runderen, paarden en edelherten naar maatstaven van
natuurlijkheid goed kunnen overleven. In voedselrijke gebieden zoals de
Oostvaardersplassen zijn de voedselomstandigheden in de zomer zodanig dat de
dieren hun fysiologische groeipotentieel maximaal
kunnen benutten. De beperking die de winter aan de groei van de planten en
daarmee aan de dieren stelt, wordt door de conditie die de dieren in de zomer
opbouwen, meer dan gecompenseerd. De laatste jaren heeft een toenemend deel
van de dieren in de zomer niet de maximale
conditie bereikt. Daardoor krijgen niet alle vrouwelijke dieren elk jaar een
eisprong en dus een jong. Ze slaan een jaar over. Dit is het natuurlijke
proces van dichtheidsafhankelijke regulatie dat ook uit andere
natuurgebieden, waaronder de Serengeti, bekend is. De manier waarop de dieren
de Oostvaardersplassen gebruiken komt overeen met de manier zoals grote
hoefdieren in veel grotere natuurgebieden dat doen: ze gebruiken in
verschillende seizoenen verschillende delen van het gebied. Bepaalde delen
worden tijdens het groeiseizoen niet of nauwelijks gebruikt, maar daarentegen
wel in de winter. In feite trekken de dieren in de Oostvaardersplassen rond
op een manier zoals de grote hoefdieren dat in de Ngorongoro krater doen. Dat
gebeurt dan over zulke geringe afstanden, dat dit niet als trek wordt
aangemerkt. Op de ontwikkelingen van de populaties grote hoefdieren in de
Oostvaardersplassen is tot nu toe vanuit een oogpunt van natuurlijkheid
weinig of niets aan te merken. De aanwezigheid van een hek doet daar niets
aan af. Dat neemt niet weg dat een vergroting van het gebied is toe te
juichen. Het verbinden van de Oostvaardersplassen met andere (bos)gebieden, zoals de Hollandse Hout
en het Horsterwold kan aan meer soorten
levensruimte bieden, zoals eland, wild zwijn en wisent. Een groter gebied
geeft de mogelijkheid tot een grotere variatie aan terreinomstandigheden,
waardoor het een grotere ‘veerkracht’ krijgt voor het opvangen van extreme
situaties in bijvoorbeeld weersomstandigheden. De koudeperiode
eind november heeft nog weer eens aangetoond hoe sterk die omstandigheden
zelfs over relatief kleine afstand kunnen verschillen. Frans Vera
werkte bij Staatsbosbeheer, onderzoek,ontwikkeling
en strategie. Wandelen
in de Oostvaardersplassen
Oostvaardersveld Doordat het Oostvaardersveld,
een soort mini Oostvaardersplassen, na versnelde aanleg met Europees geld, is
vrijgegeven, zijn er ook extra wandelmogelijkheden voor de bezoekers
bijgekomen. Vanaf het Buitencentrum kan de route naar de driehoek worden
gevolgd. Loop van het centrum over het betonpad en ga over de eerste 2
bruggetjes tot aan de driesprong, waar je uitkijkt over de driehoek. Ga daar
links richting spoor, om via het tunneltje onder de spoorbaan door te
gaan. Dat is de verbinding naar het Oostvaardersveld. Ga vervolgens bij
splitsingen of hekjes steeds rechts, langs de bos rand, door het essenlaantje
en door het bos. Vanaf uitkijkheuvel (de
kleine Praambult) is er uitzicht over de Oostvaarderplassen, het afgesloten
gebied goed te zien. Je kunt er edelherten zien, konikpaarden en ook de
heckrunderen. Neem wel een verrekijker mee en vaak kun je er ook in het
terrein nog de vos waarnemen. Aan de linkerkant in de richting van de grote
Praambult, liggen de vangweiden voor de paarden. Verder naar achter op de
rand van het moeras kun het nieuwe nest van de zeearend heel goed zien in een
wilgenboom. Steek daarna de Praamweg
over en ga door het hek het Oostvaardersveld in. Volg de gele route naar de vogelhut “de Poelruiter” om watervogels en eenden te
kijken en misschien wel het ijsvogeltje te spotten. Je kunt ook de lange
route route (paars) naar o.a. uiteindelijk de vogelhut “de Krakeend” nemen. De paarse route is wel een
flink stuk lopen. Reken op een uur extra. Ook kun je eerst naar de Poelruiter
kiezen en dan teruglopen over hetzelfde pad, een paar honderd meter , om dan
alsnog het paarse Lange Pad te nemen. Blijf je op geel verlaat dan de
Poelruiter en sla na 30 meter rechtsaf om door de bossen terug te gaan naar
een andere oversteek van de Praamweg. Rechtdoor kom je dan bij vogelhut “ de Oeverloper” waar je veel braakballen van
uilen kunt vinden en ook weer een uitzicht hebt op een kleine plas. Loop een
meter of veertig terug en ga dan links voor een tocht terug naar het centrum.
Doorkruis dan dit biotoop met veel distels, waar je zeker Konikpaarden zult
tegenkomen. Er zijn in het
Oostvaardersveld een 4 tal verschillende biotopen te vinden en het is dan ook
een geweldig mooi gebied voor vogels. In het Oostvaardersveld is
er een keuze uit 3 routes van verschillende lengte. De routes zijn met
paaltjes en handwijzers in de kleuren geel, blauw en paars aangegeven. Met
wat geluk zie je dan alsnog de dieren in hun winterse omstandigheden. Ook kun
je zomaar stuiten op een paar edelherten. De terreinomstandigheden kunnen wel
eens te wensen overlaten, dus pas schoeisel en kleding er op aan. In 2016 is begonnen met de
verbinding naar het Hollandse Hout waardoor er nog weer eens een bosgebied
van zo´n 900 ha bijkomt, waarin nu nog waterpartijen en slenken worden
aangelegd. Een wandeling door de
Driehoek, naar de grote observatiehut “De
Zeearend”. Daar heb je ruim 2,5 km vrij uitzicht. Gesloten van 15 jan tot 1
mei. Start: Buitencentrum Oostvaardersplassen, Lelystad. Volg groene route. Oostvaardersplassen wandelroute zeearend Meer informatie op onderstaande
links Weblog boswachters
Oostvaardersplassen Vogelbescherming
over Oostvaardersplassen Oostvaardersplassen
in Wikipedia Oostvaardersplassen
in beeld - videoblog Ruben Smit |
De
zeearend Konikpaarden Heckrunderen Edelherten De
vos Om
de film volledig te bekijken, klik op onderstaande link. Hieronder
nog wat links met meer informatie. Eilanden
Oostvaardersplassen (maatregelen van Geel) Reset moeras
Oostvaardersplassenstaatsbosbeheer.nl Eerder nieuws: Konik
paarden in Spanje weer verplaatst Afschot edelherten begint maandag 2 september weer Staatsbosbeheer gaat komende
maandag verder met het afschot van de edelherten in de
Oostvaardersplassen. Het aantal herten moet worden teruggebracht naar 490. Vorig jaar december begon
Staatsbosbeheer met het afschot. Toen stonden er 2320 edelherten in het natuurgebied. In totaal moesten er
1830 worden neergeschoten om de
populatie terug te brengen naar het door de commissie Van Geel geadviseerde aantal. In de eerste periode zijn in totaal
al 1745 edelherten afgeschoten. Vanwege het broedseizoen
mocht tussen 1 april en 1 september niet worden geschoten. Maandag is die
periode voorbij en gaat een klein team van faunabeheerders op pad.
Volgens Staatsbosbeheer zijn de temperaturen nog hoog en zijn de dieren in
goede conditie. Het is daarom afwachten hoe goed ze benaderbaar zijn om
afgeschoten te kunnen worden. Een deel van de gedode dieren wordt
verkocht aan de poelier, een ander deel blijft liggen als voedsel voor andere
dieren en de rest wordt vernietigd. Het afschieten wordt even
stilgelegd tijdens bronsttijd, het paarseizoen van de edelherten. Dat is rond
eind september tot de eerste weken van oktober. Eind oktober volgt een
telling vanuit een helikopter. Daarna wordt het afschot hervat. Maatschappelijke onrust Voor het afschot ging de
discussie vooral over wel of niet bijvoeren. Toen werden boswachters bedreigd en werden de dieren illegaal bijgevoerd. Nadat bekend werd dat de dieren
afgeschoten moeten worden, volgden en er onder meer Telling aantal dieren in
Oostvaardersplassen Op 29 en 30 oktober 2018 zijn drie
helikoptervluchten uitgevoerd boven de Oostvaardersplassen om het aantal grote grazers te
tellen. Ook vond een grondtelling plaats in de voor edelherten
toegankelijke bosgebieden. In dit blogbericht vind je de resultaten van de tellingen. Er
is zowel boven het moeras als boven de grazige delen gevlogen, steeds op
een minimale hoogte van 150 meter om verstoring van vogels en de grazers
tot een minimum te beperken. De tellingen zijn uitgevoerd door twee medewerkers
van Staatsbosbeheer. Tevens is een onafhankelijke observator van
de Wageningen Universiteit meegegaan. Tegelijk met de helikoptertelling is
een grondtelling uitgevoerd in de voor edelherten toegankelijke bosgebieden.
Dit omdat vanuit de lucht de edelherten in het bos niet of slecht waarneembaar
zijn. In
onderstaand overzicht is de gewogen uitkomst van de drie uitgevoerde tellingen
weergegeven. Uit ervaring met voorgaande jaren wijzen we er op dat
er een verschil zit tussen de uitkomst van helikoptertelling en grondtelling.
In
beide tellingen is een foutmarge van 10% niet ongebruikelijk, waarbij de helikoptertelling
vaak lager uit lijkt te vallen. Met de tellingen wordt een zo nauwkeurig
mogelijke schatting beoogd. De
gemiddelde aantallen zijn: ·
Edelherten:
2.320 ·
Konikpaarden:
610 ·
Heckrunderen:
200 (bron Staatsbosbeheer, 5-11-2018) Onderstaand een overzicht van de aantallen per 1 mei
2018. Trend
van de grote grazers in de Oostvaardersplassen (stand op 1 mei) met logistische
populatiegroeimodellen gefit voor de populatie van elke soort afzonderlijk,
en voor het totaal aantal individuen van de drie soorten samen. De
aantallen op 1 mei 2018 zijn geschat uit de aantallen aanwezig op 1 april
2018 |