Wat is Faunist

Faunist is een programma voor het opslaan en analyseren van waarnemingen van ongewervelden. Onderzoek naar het voorkomen van insecten en andere ongewervelden levert een grote hoeveelheid waarnemingsmateriaal op, bijvoorbeeld als collectie-exemplaren, veldwaarnemingen of literatuurbeschrijvingen. Van de exemplaren worden gegevens zoals vindplaats, vangdatum, geslacht of voedselplant genoteerd en opgeslagen. Al deze gegevens bevatten informatie over faunistiek en ecologie van de soorten. Faunist is ontworpen om de grote hoeveelheid gegevens samen te vatten tot een overzichtelijk beeld van de faunistiek van een soort.

Faunist vat in principe op vier terreinen de gegevens samen: de verspreiding, de activiteitsperiode in de loop van het jaar, de vangsten over de jaren en de oecologie zoals die uit de oecocode en de voedsel/zitplant blijkt. Allereerst worden er kaarten, histogrammen en taartpunt-diagrammen getoond waardoor een beeld van de gegevens wordt verkregen. Op het gebied van kaarten maken werkt Faunist met twee ander programma's samen: EISKaart en DMAP. Het eerste is een programma dat Nederlandse kaarten produceert, het tweede is een programma dat voor willekeurige landen kaarten maakt. Als tweede type uitvoer worden er samenvattingen gegeven, waarbij men kan denken aan een lopend of gewoon gemiddelde, waarnemingen per land/deelgebied of de positie van het midden en de piek van de activiteitsperiode. Met behulp van referentiegegevens kunnen vergelijkingen met andere soorten, met groepen van soorten of met omgevingsvariabelen worden gemaakt. Deze referentiegegevens kunnen wat betreft de gegevens van andere soorten door het programma aangemaakt worden. Bovendien kan met een statistische toets vergeleken worden of de soort en de referentie hetzelfde patroon volgen. Bij voldoende waarnemingen kunnen via klusteranalyse overeenkomsten in verspreidingspatronen opgespoord worden en kan de activiteitsperiode van meerdere soorten samengevat worden. Op deze wijze helpt Faunist bij het in beeld brengen van de faunistiek en het vergelijken van de faunistiek met andere (groepen van) soorten en omgevingsvariabelen.

De invoer van het programma kan uit vangstgegevens een willekeurige platte tekstfile bestaan (zogenoemd ascii-bestand), waarvan de struktuur aan het programma bekend gemaakt wordt door middel van een apart bestand. Om dit bestand aan te maken is een Format Wizard toegevoegd, die via een vraag en antwoordspel de gegevens over de invoer verzameld. Het programma kent een eigen voorkeursamenstelling van de invoergegevens. Gegevens volgens dit voorkeurssysteem kunnen ook door het programma beheerd worden. Uitgangspunt is echter dat basisgegevens uit een willekeurige database na export bewerkt kunnen worden.

Faunist bestaat uit twee soorten windows: een hoofd-window dat bij het opstarten zichtbaar wordt en een faunistiek-window dat zichtbaar wordt als gegevens geladen zijn. De mogelijkheden van beide zullen in de volgende paragrafen toegelicht worden, al kan geen uitputtende beschrijving gegeven worden. Daarvoor wordt naar de help van het programma verwezen.

 

Faunist: hoofdscherm

Figuur 1. Het hoofdwindow van Faunist, met daarin de belangrijkste elementen en akties.

 

Hoofdwindow

Na het starten van Faunist wordt het hoofd-window zichtbaar (figuur 1). Dit hoofd-window heeft twee doelstellingen. Ten eerste kunnen gegevens volgens het voorkeurssysteem gemakkelijk beheerd en getoond worden. Ten tweede kunnen bewerkingen op externe gegevens in een willekeurige platte tekstfile gestart worden. Dit laatste gaat via de menukeuze Show->Other waar de data- en de formatfile ingevoerd kunnen worden. Het format beschrijft de opbouw van de data en kan met behulp van de Format Wizard aangemaakt worden. Indien meerdere soorten ingelezen moeten worden verdient het de voorkeur per soort een apart exportbestand te maken en naar deze bestanden te verwijzen in een ALL-file. Dan kunnen in de ALL-file soortnamen gedefinieerd worden, kan geklusterd worden en kunnen samenvattingen per soort gemaakt worden. Hoe een ALL-file wordt samengesteld is te vinden in de handleiding en help van het programma. Gegevens uit een ALL-file worden via show->ALL file ingelezen.

 

Faunistiek-window

Als de gegevens ingelezen zijn toont Faunist een faunistiek-window op basis van die gegevens (figuur 2). De menubalk van het faunistiek-window biedt toegang tot de mogelijkheden ter samenvatting en analyse. De meeste menus beginnen met een gedeelte waarmee de gegevens afgebeeld kunnen worden, dan volgt een deel waar de gegevens samengevat worden en als laatste de mogelijkheid opties van afbeelden en samenvatten te veranderen.

 

Faunist: faunistisch scherm

Figuur 2. Een faunistiek-window van Faunist met kenmerken en akties.

 

Het eerste menu, species, kent mogelijkheden om gegevens over de soort(en) op te vragen en samen te vatten en om kaarten en histogrammen af te drukken. Kaarten en histogrammen kunnen ook in postscript en HP-GL opgeslagen worden. Het tweede menu ,map, vat geografische kenmerken in de vorm van kaarten en tellingen per land of regio samen. Door het laden van referentiegegevens kunnen kaarten van twee soorten over elkaar heen worden gelegd. In de directory georefs staan bovendien kaarten van grondsoorten opgeslagen. Op die manier ontstaat een eenvoudig GIS-systeem. Activiteitsperioden worden samengevat via het flight period menu. De activiteitsperiode kan afgebeeld worden met een willekeurig aantal dagen per histogram-balk, zodat men niet aan hele maanden of decaden vastzit. Man en vrouw of veld en collectiegegevens kunnen met een druk op de knop vergeleken worden. Jaargegevens worden samengevat via het year menu. In de opties kan de tijdspanne aangegeven worden en het aantal jaar dat per balk opgeteld moet worden. Een overzicht van de ecologie wordt verkregen via het oecocode en het plant menu. Standaard wordt de EIS-oecocode aangenomen, maar deze kan veranderd worden.

Met de muis kunnen twee elementen snel bereikt worden. Via een klik op de rechtermuisknop komt een keuze-window op waaruit referentiegegevens gekozen kunnen worden. Indien mogelijk worden de referentiegegevens aan de gegevens op het scherm toegevoegd. Met een dubbele klik op de linkermuisknop komt, indien een histogram in beeld is, een window met grafiekopties tevoorschijn. Hiermee kan de wijze van afbeelding van de histogrammen gezet worden en kunnen samenvattingen als een lopend gemiddelde opgegeven worden.

 

18 januari 1999