Kenmerkengidsen zijn bedoeld als geheugensteuntje voor de meer ervaren waarnemer. Ze geven een opsomming van de soorten met de belangrijkste kenmerken om ze van gelijkende soorten te onderscheiden. Er wordt aangenomen dat de basale kenmerken bekend zijn.
Met de tabellen kunnen dieren gedetermineerd worden door telkens een keuze tussen twee beschrijvingen te maken. Uiteindelijk kom je bij de goede soort terecht (als alle voorgaande keuzes goed zijn geweest).
|
Blaaskopvliegen (Diptera: Conopidae). Blaaskopvliegen zijn algemene vliegen, die frequent bloemen bezoeken. Hun larven leven in het achterlijf van aculeate hymenoptera. De vrouwtjes klampen in vlucht een gastheer aan en steken het ei tussen de achterlijfsringen door. Engelstalige tabel voor de Benelux en Groot-Britannie. |
|
|
Snipvliegen (Diptera: Rhagionidae en Athericidae). Snipvliegen kom je regelmatig in het veld tegen. Ze zitten op bladeren, op de grond of met de kop naar beneden op paaltjes. Engelstalige tabellen. |
|
|
Viltvliegen (Diptera: Therevidae). Viltvliegen lijken op roofvliegen, maar missen de steeksnuit. Je komt ze af en toe buiten tegen. Engelstalige tabellen. |
|
|
Wolzwevers (Diptera: Bombyliidae). Vliegen waarvan de larven in nesten van solitaire bijen leven. Een deel van de soorten is harig en heeft een lange tong. Een ander deel is veel kaler en heeft een korte tong. Ongeveer de helft van de soorten heeft verdonkerde vleugels. Tabel in het engels. |
|
|
Houtvliegen (Diptera: Xylophagidae). Een familie die uit enkele soorten bestaat. De larven leven in dood hout. |
|
|
Stinkvliegen (Diptera: Coenomyidae). Deze ruiken doordringen naar stinkende kaas, tot ver na hun dood. Eén soort in Noordwest Europa. |
|
|
Determinatietabel voor de algemene schelpen op de Nederlandse en Begische stranden |
|
|
|
|