PETIT BLEU DE GASCOGNE

Labelle, foto M. de Haas-Hiemstra
Labelle - foto: M. de Haas-Hiemstra

Bijna alle "grote" rassen hebben hun briquet, d.w.z. een hond met een lagere schofthoogte, bijvoorbeeld de Grand Griffon Vendéen en de Briquet Griffon Vendéen, de Grand Fauve de Bretagne (tegenwoordig uitgestorven) en de Griffon Fauve de Bretagne.

De Petit Bleu is geen echte briquet omdat hij niet jaagt als een briquet, maar als een chien d'ordre. De Petit Bleu is een hond van de Petite Venerie. Het is een hond van grote klasse, die zich uit door zijn levendigheid en het nemen van initiatieven.

De Petit Bleu is zoals de naam al zegt veel kleiner dan de Grand Bleu en is compacter en lichter van bouw. Het grote verschil is de occiput die bij de Grand Bleu zeer duidelijk aanwezig is en bij de Petit Bleu niet. De Grand Bleu heeft het type St. Hubert. Zijn vel is ruimer, hij heeft meer lippen, meer keelhuid en soms een plooi boven de wenkbrauwen. De oren zijn sterk gedraaid en heel laag aangezet. De Petit Bleu heeft een droger en fijner hoofd met vaak wat vlakkere oren die minder laag zijn aangezet. De beharing is korter dan bij de Grand Bleu en de staart is minder dik. De Grand heeft lange hazenvoeten, de Petit daarentegen heeft ovaal gevormde voeten.

De Petit Bleu is ontstaan door de vraag naar honden die meer geschikt waren voor de jacht op hazen en ander klein wild.

De officiëlle standaard gaf een schofthoogte aan van 50-60 cm. De Club du Bleu heeft een verzoek ingediend bij de S.C.C. om de maximum schofthoogte te verlagen tot 58 cm. (In 1952 was de maximum schofthoogte 56 cm.) De reden hiervoor was om te komen tot een harmonisatie met andere Franse brakken die op haas jagen, maar vooral ook omdat het erg moeilijk is om een hond van 60 cm te fokken, die voldoet aan de standaard van de Petit Bleu. Vaak hebben deze hoge Petits het type van de Grand Bleu.

De eerste inschrijving in Frankrijk na de heroprichting van de club (in 1967) geschiedde in 1970. Voor die tijd werden er slechts sporadisch honden ingeschreven. In de eerste 10 jaar werden er slechts 83 Petits Bleus geregistreerd. In 1992 waren in totaal 1144 Petits geregistreerd. Deze ommezwaai is misschien te verklaren doordat de Petit Bleu alle kwaliteiten van de honden uit de Midi verenigt: neus, klank en het is een uitermate goede jager op haas. Ook wordt hij voor de jacht op everzwijn en ree gebruikt.

In Frankrijk heeft men twee idealen: de schofthoogte rond 55-56 cm zien te houden en de vorm van het hoofd verbeteren.

De eerste Petits Bleus kwamen begin zestiger jaren naar Neder- land. Met een van deze honden, Kiliane, werd het eerste Bleu nest in Nederland gefokt. Uit een combinatie van twee honden uit dit nest werden zowel een Petit Bleu, een Grand Bleu als een Petit en een Grand Gascon-Saintongeois geboren. Een duidelijk teken dat de rassen zeer nauw aan elkaar verwant zijn en dat het alleen door strenge selectie mogelijk is gebleken om zuivere honden te fokken. Thans ligt de fok van de Petit Bleu vrijwel stil, daar er te weinig animo is voor dit ras.

rasstandaard                               FOTOGALERIJ