de Boer, Pieter

Geslacht Man
Leeftijd 86
Geboren za 31 jan 1824 te Landsmeer (NL)
Overleden vr 25 mrt 1910 te Den Ilp (NL)
Begraven
Beroep veehouder
Vader Pieter de Boer
Moeder Trijntje Pietersz. Plemp
K-huwelijk Kees de Boer
K-huwelijk Jan de Boer
1Grietje de Boer (6)
1Nantje de Boer
1Nantje de Boer
K-huwelijk Aldert de Boer
K-huwelijk Cornelis de Boer (5)
1Nantje de Boer (1)
K-huwelijk Jacob (Pietersz) de Boer (14)
K-huwelijk Sijmon de Boer (1)
K-huwelijk Sijmen de Boer (9)
K-huwelijk Jantje de Boer
1Eefje de Boer (7)
K-huwelijk Jan Pietersz de Boer
K-huwelijk Dirk Pietersz de Boer
Huwelijk vr 19 apr 1844 te Ilpendam (NL)
Met Trijntje Stroo
Kinderen (10) Trijntje de Boer (4)
Willem de Boer (3)
Guurtje de Boer (11)
Pietertje de Boer (1)
Pieter de Boer (3)
Lobje de Boer
Simon de Boer (13)
Eefje de Boer (3)
Jannetje de Boer (3)
Jan de Boer
Huwelijk vr 4 dec 1874 te Landsmeer (NL)
Met Truijtje Groes
Notities Noord-Hollands Archief Toegangnr: 358 Inventarisnr: 62 Gem. Zaandam Huw.akte 3
http://members.chello.nl/jayybak/
onderstaande gekopieerd uit document van Netty Baas:
Pieter de Boer en Trijntje Stroo vestigden zich na hun huwelijk eerst in Axwijk tussen Kwadijk en Middelie. Uit overlevering is bekend dat dit bij een sluisje was. Dit moet zich bevonden hebben ter hoogte van het huidige watergemaal van Zeevang.
Pieter de Boer probeerde daar evenals zijn vader in aardappels te handelen. Schijnbaar werd het geen succes want hij zei later: Je moet niet te ver van Amsterdam gaan wonen, je moet de toren van de Westerkerk in de gaten houden.
De Kuitzak kwam berooid terug uit Axwijk. Hij vestigde zich eerst in een oude boerderij aan het Ezelsveld, nabij de Burchtsloot en de Achterdichting tussen Purmerland en Den Ilp.
Daarna bouwde hij een boerderij in Den Ilp, juist ten Noorden van Willem Stroo, waar nu het vreemde zwarte huis staat op nr.37, en wist in korte tijd fortuin te maken.
Hij was wel boer maar daarnaast druk doende met diverse activiteiten.
Zo kocht hij afval van de stijfselfabrieken en oliefabrieken (stijfseldrank en lijnzaadschroot) aan de Zaan dat met de plat (praam) werd gehaald en waarmee koeien werden vetgemest.
Deze koeien leverde hij rechtstreeks aan slagers in Amsterdam.
Schijnbaar wekte dat anderen jaloezie op en probeerde iemand hem een hak te zetten:
Er was toen nog geen waterleiding zodat de watergoot voor het drinkwater voor de koeien door de muur van de stal heen stak tot boven de sloot.
Het was dan eenvoudig om met een schepemmer de goot vol te scheppen.
Op een kwade morgen had iemand de longen van een vermoedelijk zieke koe door de goot in de stal voor de koeien geduwd.
Gelukkig werden de koeien niet ziek, anders was het waarschijnlijk een drama geworden.
Een andere bron van inkomsten was het vervaardigen van roop.
Roop bestond uit taaie droge biezen die met de hand tot een soort touw werd gedraaid. Dit product werd gebruikt door rietdekkers, nu is dat vervangen door koperdraad.
De Kuitzak liet de droge biezen halen uit Zuid-Holland alles met de plat, roeiend en zeilend, zodoende had hij de eerste industrie in Den Ilp gebracht.
Uit deze tijd komt ook het verhaal van Pieter de Boer (De Beltbaas) die als kleine jongen bij de Kuitzak kwam toen zijn overgrootvader tegen hem opmerkte "jongen onthoudt dat je een man gesproken hebt die nog op de Haarlemmermeer gevaren heeft".
Tenslotte zal hij ook wel winst gemaakt hebben uit de aanleg van polder acht.

Dit echtpaar kreeg acht kinderen die allen trouwden met Landsmeerders en zodoende geweldig zijn verweven met vele geslachten in Landsmeer.
Trijntje Stroo overleed op 25 Februari 1872. De weduwnaar Pieter de Boer hertrouwde op 4 December 1874 met Truijtje Groes, geboren op 2 Mei 1833 te Bovenkarspel. Uit dit tweede huwelijk kwamen geen kinderen voort.
Hij was, dat is wel bijzonder, 2 keer 25 jaar getrouwd.

In 1875 is het Noordzeekanaal gegraven.
Tijdens de aanleg werden de IJ-polders drooggelegd en sommige werden gebruikt om de spectie van het trace te bergen.
De Kuitzak was met anderen, mischien wel familie-leden,betrokken bij de drooglegging van een kleine IJ-polder.
Polder acht: net ten westen van de polder waarin nu Tuindorp-Oostzaan ligt.
De dijkwerkers of ook wel polderjongens genoemd, werden door de Kuitzak uitbetaald. Maar de lonen waren van dien aard dat het zuur verdiende geld in munten werd uitbetaald. De Kuitzak ging met een drager, voor de mand met muntgeld, wekelijks op pad om de arbeid letterlijk te verzilveren.
Toen de polder droog was werd er een boerderij gebouwd waar Simon de Boer, getrouwd in 1882, de landbouw beoefende.

Hij had ook bestuurlijke functies.
Zo was hij voorzitter van de Banne Den Ilp. Hoogheemraad van het Hoogheemraadschap Waterland en Hoofdingeland van de Noorder IJ en Zeedijk. ( aldus Pieter de Boer)