Honger

"Wat een nacht! De lucht ruikt naar aarde en ontbinding. Zie hoe het licht van de maan en sterren door de mist wordt buitengesloten, zodat de stad is opgedeeld in eilanden van kunstmatig licht. Buiten deze eilanden is het aardedonker, en loert de dood. Dat is ons jachtterrein, want wij zíjn de Dood." Spike strekt zijn armen als in aanbidding omhoog. Met een brede grijns op zijn smalle gezicht draait hij om zijn as, zodat zijn lange leren jas als een mantel uitwaaiert.

"De mist is mooi . . . . maar ook slecht. Mensen blijven dan thuis." redeneert Drucilla.

"Ik heb anders een paar van mijn mooiste jachten in de mist gehouden." zegt haar gezel geestdriftig. "Gele mist!"

"Je mist Londen!"

"Alleen de smog." antwoordt hij haar.

"Laten we naar een romantisch plekje in dit park gaan." stelt Dru voor. "Misschien vinden we wel een verliefd stelletje. Dan maken we wat plezier met hen."

"Je hebt fantastische ideeën!" zegt Spike, waarna hij zijn speelgenote een snelle kus op het voorhoofd geeft.

Dru's idee van romantiek heeft weinig met liefde te maken. Niets eigenlijk. Voor haar is Spike een interessant speelkameraadje. Iemand die haar fantasieën deelt, en met wie ze haar begeertes graag bevredigt. Sinds Angelus haar heeft verlaten is hij haar favoriet. Spike is bovendien haar beschermer, en bezorger van het begeerde bloed. Vaak verpakt in mooie jonge mensen, of mensjes.

De liefde tussen twee stervelingen is voor de vrouwelijke vampier een bron van amusement. Met name en in het bijzonder als die zich in hun macht bevinden. Ze geeft zich dan graag over aan de perverse spelletjes aan wie Angelus haar onderwierp, toen ze nog een mens was. Het bloed van haar slachtoffer voedt haar lichaam. Maar zeker zo belangrijk is hun angst en wanhoop, die haar gestoorde geest voedt.

Spike weet hoe het spel dient te worden gespeeld, en hoe je er het maximale genot uit kunt halen. Al heeft hij af en toe de neiging om zich er te snel van af te willen maken. Zonder met haar behoeftes rekening te houden.

De handlangers van het duivelse duo glimlachen naar elkaar. Spike en Dru's opwinding over hun voorgenomen plannetje voorspelt een leuke jacht. De paar vampiers die de afzetting van hun vorige leider, de Gezalfde, hebben meegemaakt, kennen zijn gevoel voor humor nu wel zo'n beetje. Belangrijker nog is te weten hoe men niet zelf het slachtoffer wordt van zijn 'grappen'. De hoogblonde Engelsman kan tegenover zijn soortgenoten namelijk net zo meedogenloos en sadistisch zijn als tegen zijn menselijke slachtoffers. Kwaliteiten die ze in een leider zeker weten te waarderen.

Het vrouwelijk deel van het sinistere tweetal is een verhaal apart. Sommige leden van de vampiersgemeenschap vonden het nodig het zwakke meisje in Spike's afwezigheid te plagen. Niets ernstigs. Wat sarren, wat jennen. Wijwater in haar drinkglas doen. Een paar van haar geliefde poppen voor haar ogen aan stukken scheuren. Allemaal onschuldig vermaak. Ze werd niet eens kwaad! Ze staarde naar onzichtbare lichtjes en zong vreemde liedjes.

De volgende nacht stierven de grappenmakers. Huilend en jankend. Nu is geweld en dood een alledaags gegeven in deze gemeenschap van ondoden. Maar de bijna nonchalante wijze waarop dit wicht martelde en doodde was zelfs voor hen een shock. Niet dat iemand van de omstanders er ook maar aan dacht om in te grijpen. Zelfs al zou Spike niet als een grote broer over haar hebben gewaakt. Een beetje amusement is tenslotte nooit weg.

Sinds die nacht leeft er weer een vorm van angst onder de groepsleden die ze zelfs ten tijden van de Meester niet hebben gekend. Met betrekking tot Drucilla zijn er, in tegenstelling tot haar vriend, geen regels of gedragswijzen die je veiligheid garanderen. Ze is onvoorspelbaar en volstrekt harteloos. Er is geen vampier die haar niet aanbidt! In discrete stilte natuurlijk.

Het bloeddorstige roedel schrijdt vol zelfvertrouwen over de verlaten paden. Deze nacht is dit hún jachtterrein, en alles wat hen voor de voeten durft te lopen zal worden gedood. Zo niet als voedsel, dan wel voor de lol.

"Ruik je onze eerste prooi voor vanavond al, lief?" vraagt Spike verwachtingsvol als hij merkt dat zijn gezellin stil is blijven staan.

De vrouwelijke vampier observeert schichtig de donkere schaduwen tussen de bomen. Ze steekt haar neus in de lucht, in een vergeefse poging het 'iets' op te sporen.

"Ik voel de honger in de lucht." spreekt ze met een zangerige stem die er op wijst dat haar paranormale talenten joyriden in haar hoofd. "Het verlangt naar prooi, heerlijke verzadigende prooi. Leven is als een vlam, het warmt en voedt. Totdat het uitdooft."

"Je hebt je ontvanger op ons afgestemd, poesje." is Spike's opgewekte commentaar.

"De emoties zijn primitief. Honger, jacht, voeden." vervolgt Dru, alsof ze zijn opmerking niet heeft gehoord. "En de bevrediging van het doden."

"Klinkt nog steeds bekend." vindt de blonde vampier.

Met een gebaar commandeert hij zijn mannen zich te verspreiden. Misschien heeft Dru inderdaad wel hun gevoelens opgepikt. Aan de andere kant kan het ook iets anders zijn. Eén van de redenen waarom hij na iets meer dan honderd jaar nog steeds bestaat, is dat hij geen onnodige risico's neemt. Mocht blijken dat er nóg een jager in de buurt rondzwerft, dan is het beter dat ze het ontdekken voordat het hén ontdekt.

Een paar minuten gaan voorbij zonder dat ze iets vinden. Noch een concurrent, noch een prooi. Net als Spike zichzelf ervan heeft overtuigd dat er niets aan de hand is, hoort hij één van zijn mannen schreeuwen. Het is het verst verwijderde groepslid aan Spike's rechter zijde die hun aandacht op zich vestigt. Wild met zijn armen om zich heen zwaaiend, probeert hij tevergeefs iets van zich af te slaan. Pas als diens buurman dezelfde verschijnselen begint te vertonen, merkt de slanke leider de aanvallers op. Slierten rook springen van de eerste wanhopige vampier over naar de tweede.

Dit heeft Spike nog nooit gezien! Vol interesse observeert hij de vreemde dans van zijn twee makkers. Ondertussen heeft Drucilla zich aan zijn arm vastgeklampt, en volgt met een vreemde blik in haar ogen het gebeuren.

Zodra de twee slachtoffers, vlak na elkaar, in stofwolken veranderen weet Spike dat ze een probleem hebben. Een serieus probleem! Een paar seconden lang blijven de nevelslierten op hun plaats hangen. Dan komen ze, eerst langzaam en dan steeds sneller, hun richting op gevloeid.

"Honger!" fluistert zijn gezellin langs zich.

Meer aansporing heeft Spike niet nodig. Drucilla met zich mee sleurend rent hij langs de rest van zijn manschappen het grasperk over. Hij wil niet alleen zoveel mogelijk ruimte tussen hen en deze vreemde verschijnsels in hebben, maar ook zoveel mogelijk potentiële prooien. Laat deze geesten hun ijle buiken maar vullen met zijn ondergeschikten.

Terwijl ze aan het einde van het perk tussen de bomen duiken, hoort hij achter zich het wanhopige en woedende roepen van de ongelukkigen. Zonder acht te slaan op de takken stormt de vampier door de struiken. Drucilla kan zich nauwelijks op de voeten houden, zo snel sleurt haar gezel haar door de begroeiing.

Nu is angst geen onbekende voor Spike. Eén van Dru's aantrekkelijke eigenschappen is dat ze manieren kent hem goed bang te maken, maar deze onbekende dingen brengen hem tot lichte paniek. Het enige waar hij nu denkt is aan rennen. Rennen zo snel als hij kan.

Met een klap botst hij tegen een hek op. Even roept hij alle demonen, duivels en afgedwaalde heiligen aan. De afrastering is te sterk om omver te trekken, en te hoog om er snel overheen te klimmen. Zeker voor Drucilla.

"Wat een plaats om nú hier een hek te plaatsen." klaagt Spike. "Dit is toch een openbaar park? En openbaar zou toch ópen moeten betekenen?"

Aangezien het struikgewas het zicht langs het hek ernstig beperkt, zit er voor de vluchteling niets anders op dan op goed geluk een richting te kiezen. Rechts ziet er niet slechter uit dan links, dus rechts! Met een berustende zucht laat Dru zich weer op sleeptouw nemen.

De stormloop door Sunnydale's gecultiveerde jungle zet zich voort, nu met de afrastering als leidraad. Het ene moment slaan de takken hen nog in het gezicht, het volgende moment rennen ze over de binnenplaats van een gebouw. Tot teleurstelling van de blonde vampier eindigt het hek tegen een haaks daarop staande muur.

De verbinding tussen de afrastering en de muur is stevig en nauwsluitend. Een bewijs voor de zorg waarmee de arbeiders het hek hebben geplaatst, die Spike echter op dit moment niet kan waarderen.

Terwijl ze even op adem komen, figuurlijk gesproken natuurlijk, probeert hij zich te oriënteren. De binnenplaats wordt aan twee zijden begrensd door een oud gebouw, en aan hun kant door dat vervloekte gaaswerk. De enige zijde die over blijft grenst aan het park waar ze net uit zijn gevlucht. Het is geen aantrekkelijke optie, maar er zal weinig anders op zitten dan via de bosrand een weg langs het gebouw te zoeken.

De optie wordt opeens nog minder aantrekkelijk als tussen de bomen door nevelslierten tevoorschijn komen. Nu kan Spike een volhoudende jager altijd waarderen. Maar niet vannacht! Hun laatste kans om uit de luchtige maar dodelijke klauwen van deze wezens te blijven, is een deur die zich bevindt in de hoek waar de twee armen van het gebouw elkaar ontmoeten. Met een snelle sprint overbruggen ze de benodigde afstand. Zonder te stoppen drukt Spike de klink omlaag en gooit zijn volle gewicht tegen de deur. Gedegen vakmanschap. De deur geeft geen krimp. Spike wel.

"Pizza bezorgdienst!" roept hij terwijl zijn vuisten op de deur roffelen. Slechts de stilte antwoordt.

"Zul je net zien." bromt de vampier. "Wonen hier natuurlijk Chinezen!"

Hij voelt hoe Drucilla haar armen om zijn middel slaat. Over zijn schouder ziet hij hoe hun belagers tot op zo'n vijf meter zijn genaderd. Met een zucht draait hij zich naar zijn geliefde toe en slaat zijn armen beschermend om haar heen.

"Tja, mijn lekker psychopaatje." fluistert hij haar liefkozend toe. "De volgende halte is Hel."

De wezens nemen er schijnbaar de tijd voor, want na verschillende minuten hebben ze nog steeds de definitieve aanval niet ingezet.

"Ik ben altijd een liefhebber van het Kat-en-muis spelletje geweest." roept Spike hen toe. "Maar de muizen worden ongeduldig. We hebben niet de hele nacht!"

De rookslierten spelen dove-mannetje lijkt het hem. Ze bewegen onrustig op en neer, als tijgers in een kooi, maar ze behouden hun afstand.

"Het licht doet pijn." mompelt Drucilla vanaf zijn borst.

Het duurt even voordat haar metgezel begrijpt waarover ze het heeft. Dan gaat zijn blik een paar keer op en neer tussen hun belagers en het zwakke licht van de lamp boven de deur waartegen ze staan. Als proef op de som krabt hij met één hand het ergste vuil van het beschermglas dat de eigenlijke lamp omvat. Zodra het licht niet meer wordt gedempt door het aangroeisel van jaren, vluchten de levende nevels de beschermende duisternis van de aangrenzende bomen in.

"Echte wezens van de nacht." meent Spike. "Nog even en ik ga ze sympathiek vinden."

Maar uit het oog is nog niet altijd uit het hart bedenkt hij zich, terwijl hij zijn wang op het hoofd van zijn meisje legt.

* * *

"Kun je niet even kloppen voordat jullie binnen komen stormen? We kunnen op het moment best wat privacy gebruiken." protesteert Bach, ruw onderbroken door Spike en Dru's binnenkomst. "Of willen jullie toekijken? Leer je misschien nog iets."

Dan bedenkt hij zich opeens dat de laatste keer dat Spike hem met een naakte vrouw in zijn bed verraste, Dru die vrouw was. En de blonde vampier kan heel onredelijk zijn als het om zijn vriendinnetje gaat.

"Jullie zien er slecht uit!" verandert hij snel van onderwerp. "Het lijkt wel alsof jullie een spook hebben gezien. Alweer."

De aangesprokenen overzien de rommel in hun slaapkamer eens. Kledingstukken liggen door het hele vertrek verspreid. Het liefdesnest dat Spike voor zichzelf en Drucilla heeft ingericht, lijkt te zijn getroffen door een zeer plaatselijke tornado. Temidden van deze wanorde bevinden zich Sebastian Bach met een onbekende knappe brunette van midden twintig. Na de belevenissen van de afgelopen nacht heeft hij niet meer de energie om tegen zijn ongenode gast uit te vallen.

"Daar zit je niet eens zo ver naast." antwoordt Spike uiteindelijk. In het kort geeft hij een verslag van wat hen in het park is overkomen.

"Pas toen het begon te schemeren durfden we de beschermende veiligheid van de buitenlamp te verlaten." besluit hij zijn verhaal.

"Jullie mogen van geluk spreken dat Dru je waarschuwde!" vindt de naakte man. "Zonder haar hadden jullie geen schijn van kans gehad tegen die luchtgeesten."

"Je kent die wezens?" laat Spike zich ontvallen.

"Ik had gisteravond al het ongenoegen." bekent zijn gesprekspartner droogjes.

"En je vond het niet nodig ons even te waarschuwen?!"

"Net zo min als jullie het nodig vonden om mij te waarschuwen voor Angel's nieuwe vriendinnetje!"

"Zolang die luchtgeesten van jouw de omgeving onveilig maken, kunnen we niet op jacht!" roept Spike verontwaardigd, de beschuldiging volkomen negerend. "Moeten we soms van de honger omkomen?"

"Maak je niet zo druk." sust Bach hem. "Angel's vrienden schenen er zeer op gebrand te zijn hun woonplaats van die zwevende lasposten te ontdoen."

"Zeg me nou niet dat je die ook al ontmoet hebt?!" grijnst de blonde man. "Ik had je gezicht wel willen zien toen die Buffy zich aan je voorstelde."

"Het was niet leuk! En ze werden zeer gewelddadig toen ik hun niet wilde vertellen, wat het ritueel is, waarmee ze zich van die luchtgeesten kunnen ontdoen."

"Je kent het ritueel?" gromt Spike.

"Hè! Kijk. Kennen is één ding, kunnen is een tweede." sputtert Sebastian. De richting die het gesprek heeft genomen bevalt hem niet. En Spike's ogen nog minder.

"Wie één zegt, moet ook twee zeggen." snauwt deze als hij een fles op Bach's hoofd kapot slaat.

"Ben je gek?" jammert de ontvanger. "Dat was een uitstekende Rum. En de fles was nog meer dan half vol!"

Sebastian's bedgenote probeert zo onopvallend mogelijk het bed te verlaten. De spanning stijgt ten koste van de sfeer vindt Lisa. Drucilla voorkomt dit door op de rand van het ledikant te gaan zitten.

"Wees maar niet bang." zegt ze poeslief. "De jongens spelen alleen maar wat. Een beetje ruw. Maar zo zijn jongens nu eenmaal."

"Ik heb wel ruwere klanten gehad." antwoordt de vrouw. "Maar ik wil me niet met zaken bemoeien die me niets aan gaan."

"Oh leuk! Een beroeps." glundert Drucilla.

"Je denkt toch niet dat ik voor mijn lol met wildvreemde mannen het bed in duik? Sinds mijn man me heeft verlaten, moet ik in mijn eentje voor mijn twee kinderen zorgen."

"Het leven kan zó oneerlijk zijn." beaamt Dru.

Ondertussen gaan de 'onderhandelingen' gewoon door.

"Hoe je het doet laat ik graag aan jouw over." zegt Spike op heel redelijke toon. "Zolang je er maar voor zorgt dat die moordende nevels uit Sunnydale verdwijnen." Ondertussen beukt hij Bach's hoofd herhaaldelijk tegen het voeteneind van het bed.

"Ik doe dit niet graag, maar je geeft me geen keuze." beweert hij. "Grapje natuurlijk! Ik kan hier uren van genieten."

"Ik heb een idee! Ik heb een idee!" schreeuwt Sebastian.

Met enige tegenzin laat Spike zijn slachtoffer los.

"Probeer geen tijd te rekken." waarschuwt hij als Bach zijn mishandelde neus voorzichtig betast.

"Ik ken de naam van iemand die de rituelen wél kan uitvoeren. Met mijn kennis en haar kunnen, moet het lukken!"

"Haar?"

"Een zekere juffrouw Calendar. Angel's vrienden schijnen haar te kennen."

Even verzinkt de blonde vampier in gedachten.

"Een interessant idee." zegt hij uiteindelijk. "Om van onze gevaarlijkste vijand af te komen, moeten we gaan samenwerken met onze ergste tegenstanders. Wat vindt jij er van, Dru?"

Tot zijn genoegen zit zijn gezellin bij de brunette op het bed en streelt diens armen teder. Ondertussen besnuffelt ze Lisa's schouders en nek.

"Heb je iets gevonden wat je bevalt, diertje?" vraagt hij zijn vriendin.

"Oh ja!" verzucht Dru begerig. "Ze ruikt heerlijk, en haar huid is lekker zacht."

"Als jullie nog plannen hebben zullen we toch op moeten schieten." zegt Lisa. "Ik moet op tijd weer thuis zijn."

"We hebben inderdaad plannen." zegt Spike, terwijl hij zich bij de twee vrouwen voegt.

"Wat willen jullie dat ik doe?" vraagt de naakte vrouw.

Spike laat zijn rechterhand langzaam over haar borsten glijden. "Laat dat maar aan ons over. Hier zijn we goed in."

Lisa slaakt een kreet van angst en afschuw als ze Spike's gezicht voor haar ogen in dat van een vampier ziet veranderen. Tot haar ontsteltenis heeft ook Drucilla haar demonengezicht op gezet.

"Alstublieft, doodt me niet!" smeekt ze. "Wie zal er voor mijn kinderen zorgen?"

"Maak je daarover maar geen zorgen." fluistert Dru haar in het oor. "Wij zorgen er wel voor dat ze niet van de honger om zullen komen."

Wanhopig kijkt Lisa smekend naar Bach, in de hoop dat hij haar zal beschermen.

Zijn gele ogen en brede grijns kijken haar spottend aan.

Tranen wellen op in haar ogen als de twee vampiers hun tanden in haar hals slaan. Ze sterft zonder een kik te geven.

| Titelblad | Vorig hoofdstuk | Volgend hoofdstuk |
| Buffy pag. |