BREEDTE EN LENGTE EN HOOGTE EN DIEPTE

 

De verkondiging op de 16de zondag na Trinitatis

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 30september 2001

Efeze 3:17,18

'Geworteld en gegrond in de liefde zult u dan, samen met alle heiligen
 in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is,
 en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat.
 opdat u vervuld wordt tot alle volheid Gods'


Gemeente, wij hebben hier al vaker gehoord over het wonen van Christus in onze harten. Dat is hetzelfde als wat de Heilige Geest krachtig doet in de inwendige mens.
De inwendige mens is niet uw maag die geregeld gevuld moet worden. Maar die uitdrukking staat voor ons geestelijk leven. Wij zijn het zelf, die inwendige mens, voorzover wij ons bewust zijn dat wij op geestelijke wijze verbonden zijn met God.

Door de woorden in de Epistel van deze zondag moeten we onze vooroordelen jegens de apostel Paulus snel laten varen. Spreekt hier die steile theoloog met zijn leerstellingen? Inderdaad spreekt hij elders wel leerstellig, maar hier zingt hij! Hij redeneert niet maar bezingt. In lyrische tonen geeft hij hoog op van de Christus en diens liefde.
Christus door het geloof in onze harten wonend... dan zijn wij geworteld en gegrond in de liefde.
Dit is iets waar deze tijd om verlegen zit, om mensen die geworteld en gegrond in de liefde zijn. Bij zo'n uitdrukking moet u denken aan een boom die met stevige wortels in de grond staat. Een mens die weet waar zijn/haar bronnen zijn, want de wortels ontwikkelen zich haast automatisch daarnaar toe. Zo worden die wortels dik en sterk en zorgen tegelijkertijd voor een hechte verankering in de bodem. Die bodem annex bron is de liefde, zegt Paulus. Het is een liefde die niet door u of mij bedacht en ontwikkeld is. Het is de liefde van Christus en dat is een gave van de Allerhoogste. We mogen die gave zelfs gelijkstellen aan de Christus zelf. In een andere brief verheerlijkt Paulus de Christus en zegt dan: 'Gode zij dank voor zijn onuitsprekelijke gave.'

U hoorde het zonet al: mensen die een leven uit de bron van de liefde, die zijn hard nodig in deze tijd.
Na de eerste schrik en ontsteltenis over de aanslagen op New York en Washington zijn vele mensen in het Westen en in het Midden-Oosten gaan nadenken. Zij hebben nu eens te meer gezien, dat onbegrip en haat tussen het Westen en de moslimwereld de grootste bedreiging voor de wereldvrede is. Kenners van de Koran, het heilige Boek van de moslems - kenners van de Koran leggen uit, dat in de Islam agressief geweld en terrorisme geen voedingsbodem vinden.
O
ok in de Islam worden respect en liefde hooggeschat. Heus, het kwaad zit niet in een godsdienst, het kwaad zit in de mensen. Daarom is het dat de apostel Paulus ons voorhoudt, dat wij door vertrouwen in Christus geworteld en gegrond in de liefde kunnen zijn.

Hoor nu hoe lyrisch Paulus het gevolg beschrijft:
Wie geworteld en gegrond is in de liefde, kan vatten hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en kent de liefde van Christus die de kennis te boven gaat.
Lyrische taal, hooggestemd, poëtisch! Ja, dat is ook Paulus. Zulk taalgebruik is er veel meer in de bijbelboeken. Liturgische taal, geschikt om boven ons uit te spreken en te zingen.
Liturgische taal om de lof Gods te zingen, maar ook om de verwondering in woorden om te zetten over onze eigen inwendige mens, ons geestelijk mens-zijn.

De breedte en lengte en hoogte en diepte, dat zijn de dimensies van de wereld om ons heen.
Ik vergeleek een mens geworteld en gegrond in de liefde met een boom. Een boom die gaat met zijn wortels de diepte in en steekt met zijn kruin in de lengte omhoog. Zijn takken spreiden zich breed uit.
U en ik mogen zo zijn, mensen die de ruimte hebben, in de ruimte staan. Bent u zo, dan bent u waardevol in deze tijd. Wij hoeven onszelf niet laag in te schatten, vergeten we niet dat wij van Godswege geroepen zijn om in deze wereld zijn heil uit te dragen!
Aan u en aan mij mag te zien zijn - zou moeten te zien zijn, dat wij in ons leven de breedte en lengte en hoogte en diepte kennen.
De breedte en lengte en hoogte en diepte kennen... Alleen deze ene precisering of correctie: hier wordt niet mee bedoeld dat wij ons ongebreideld mogen breedmaken, onze ellebogen gebruiken. Ook niet een schaamteloos beslag leggen op bodem en luchtruim.
In de techniek is er de ontzaglijke expansie van veel nieuwe ontdekkingen en ontwikkelingen. We reizen over de hele wereld en sturen onze boodschappen in woord en beeld in minder dan een seconde over de hele wereldbol. In de wetenschap hebben we onze kennis op eigenlijk alle terreinen ontzaglijk verbreed. Onze markten, financieel, politiek en militair gezien, die markten zijn verbreed tot alle uithoeken van de aardbol. De westerse mens denkt vanuit zijn eigen ego, zijn ik, en probeert zo ook op geestelijke wijze de wereld aan zichzelf te onderwerpen. Een verbreding van ons ego...
Zo moeten we niet denken aan die woorden breedte en lengte en hoogte en diepte. Zij hebben te maken met ons heil. Heil is een woord dat eigenlijk wil zeggen: heel. Het gaat om de volledigheid van het menszijn, dat u en ik in evenwicht zijn in de chaotische en onoverzichtelijke levensomstandigheden van dit leven. Hier moet onze geestelijke kant in een eenheid met onze materiële kant zijn.
De breedte en lengte en hoogte en diepte kennen wil dan zeggen, dat er ruimte voor ons is daar waar die er niet is of slechts schijnbaar is. Want het lijkt alsof moderne mensen met hun snelle communicatiemiddelen alle ruimte hebben, maar dat staat nog te bezien. Na de aanslagen op New York en Washington met vliegtuigen durven talloze mensen zich niet meer door een vliegtuig te laten vervoeren. Zij zijn nu onthand en weten niet meer, hoe zij snel van het ene deel van de wereld naar het andere deel kunnen reizen. Maar... alsof daar ons levensgeluk van afhangt! Dát is niet de breedte en lengte en hoogte en diepte!

De ruimte die wij van Godswege geschonken krijgen, is vrij en ontspannen mens-zijn temidden van alles wat ons benauwt en moeilijk maakt om onze levensopdracht te vervullen. Omdat dit een geschonken ruimte is, hoeven wij ook niet zwaar te tillen aan die levensopdracht.

Het hangt niet louter van óns welslagen af... .
In de eerste plaats zegt Paulus, dat de liefde van Christus de kennis te boven gaat. Maar wie in zijn/haar leven de breedte en lengte en hoogte en diepte ervaart, die wordt vervuld tot alle volheid Gods.
Volheid, dat klinkt positief, en dat is het ook. Het is in de heilige Schriften ook een woord van heil, hier dus ook in de betekenis van heel. Volheid en heelheid horen bij elkaar. Het is niet nodig uit te leggen, dat volheid niet duidt op volle buiken en welgevulde portemonnees. Daarentegen is dit een volheid als vervulling, een belofte dat eenmaal de mens in gaafheid en heelheid deze aarde zal bewonen. Een belofte wier vervulling naderbij gekomen is omdat Christus gekomen is en een Gemeente om zich heeft verzameld heeft. Een Gemeente van wie de apostel Paulus elders ook zegt, dat zij door Christus vervuld is.
Zo mogen wij elkaar zien, als delende in de volheid die Christus Lichaam is.
Wij laten ons dan niet gelijkschakelen aan deze wereldeeuw, maar kijken verder dan onze neus lang is. Dat is ook wat Paulus bedoelt met het kennen van de breedte en lengte en hoogte en diepte. Wij kunnen er weet van hebben, maar, van de bron zegt Paulus: de liefde van Christus gaat het kennen te boven.

Daarom rest ons het loflied, en zo één is er ook gedicht, bij de epistel van deze zondag, en dat zingen wij nu: gezang 95

W. Baan

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE