Zeer
bekend en geliefd op deze zondag Gaudete is het Zondagslied. Gezang
125 is een vrije bewerking van zeven zogenaamde O-antifonen. O Immanuel;
o wortel Isai; o Herder, o Oriënt; o sleutel Davids; o Heerser
(koning der volken oorspronkelijk) en o Adonai, Heer.
Deze aanroepingen fungeren als antifonen bij het Magnificat, de zgn.
Antifonae Majores. Ze worden gezongen van 17 december tot en met 23
december. Ze willen ons helpen in de beleving van de Advent.
Vandaag twee O-antifonen als motto's voor de preek. Ze eindigen met
dezelfde woorden. Daarom zijn ze allebei op deze Zondag bruikbaar.
De eerste begint met ‘Oriënt.' ‘O Oriënt, glans
van het eeuwige licht, en zon der gerechtigheid, kom, en verlicht
hen die zitten in duisternis en schaduw des doods.'
De
dageraad breekt aan; of, een deur wordt geopend, een deur van een stikdonkere
kerker.
Om zo'n deur te openen, is een sleutel nodig. Om het dageraad te laten
worden, moet de zon opgaan.
Wij roepen om licht, juist op deze Zondag Gaudete; verheugt
u, betekent deze term. Wij roepen om een komst die zeker is, een verwachting
die is vervuld en wordt vervuld. Vandaar de oproep: ‘Verheugt
u !'
Daarom wordt vandaag het sobere paars verlicht tot rose. Adventsviering
is altijd voorbereiding op de komst van de Messias die zéker
is. Kerstfeest is de viering van de komst van de Messias – in
dit geval de Messias Jezus. Maar dat doet niets af van de verwachting
van de definitieve komst van de Messias. Kerstfeest is geen eindstation,
eerder een tussenstation. Hier moeten wij overstappen, uit de volkerenwereld.
Wij mogen met het bijbelse Israël de definitieve komst van de Messias
verwachten.
Symbolen als de opgaande zon en de sleutel Davids zijn erg zinvol.
Ze helpen ons, de toekomstverwachting in beeld te brengen. De opgaande
zon verdrijft de duisternis van de wereld. De sleutel opent een deur,
om het licht te laten binnenstromen.
Nu eerst iets over de oriënt, de opgaande zon.
De profeet Jesaja spreekt hier en daar over het licht dat straalt
over hen die wonen in een land van diepe duisternis. Het frááiste
beeld komt bij de profeet Maleachi vandaan: de Heer zegt: ‘Over
u, die mijn Naam eerbiedigt, zal de zon der gerechtigheid opgaan.'
Even verder wordt gezegd: ‘Let op, ik zend u de profeet Elia,
eer dat die grote en geduchte dag van de Heer komt.'
Elia, adventstype, voorloper. De Christus Jezus wijst Johannes de
Doper aan, en zegt: dat is Elia. Het rijk van God komt naderbij, Johannes
zegt het. Johannes de Dóper wijst naar Jezus, en predikt: In
Hem is het rijk der hemelen naderbij gekomen.
Met de komst van Jezus is niet de voleinding en vervulling bereikt.
Toch noemen apostelen, en evangelisten hem het licht der wereld.
Hij is het licht dat opgegaan is over de volkerenwereld die vertoeft
in het duister. Daarom luidt de oriënt-antifoon: o Oriënt,
glans van het eeuwige licht, en zon der gerechtigheid, kom, en verlicht
hen die zitten in de duisternis en schaduw des doods.
O sleutel Davids – zo begint de andere antifoon. O sleutel van
David en scepter van het huis Israëls, gij die opent, en niemand
sluit, gij die sluit en niemand opent; kom, en verlos die is gebonden,
uit de kerker, die is gezeten in de duisternis en schaduw des doods.
Een sleutel is een symbool van macht. Wie de sleutel van een gesloten
deur heeft, kan deze deur van het slot doen. Dit symbool komt bij
Jesaja vandaan (Jes 22:22). Een belangrijke hoveling wordt beloofd,
dat hem de sleutel van het huis van David op de schouder zal worden
gelegd. Opent hij, niemand sluit; sluit hij, niemand opent.
Dat is het werk van de kellenaar, de beheerder van de voorraadkast.
Of deftiger, hij is de schatbewaarder. Hij deelt uit van de bezittingen
van het huis Davids. Alleen de koning staat boven hem. De sleutel
is gegeven aan deze Messiaanse gestalte. Hij is sleuteldrager ja,
hij ontleent zijn macht en waardigheid aan die grote houten sleutel
die op zijn schouder is gelegd.
Dit is natuurlijk allemaal zeer verheven en plechtig.
Maar het komt heel dicht bij u wanneer u eens bij uzelf nagaat hoe
veel uw huissleutel betekent voor u.
U staat voor uw huisdeur maar hebt geen sleutel. Hoe rustig en nuchter
u ook bent, u ervaart toch iets van machteloosheid. Daaruit kunt u
afleiden dat de sleutel een symbool van macht is, een metafoor van
toegang tot uw huis.
Het krijgt nog meer inhoud wanneer u een sleutel hebt om uit een afgesloten
ruimte te kunnen komen. Denk aan Johannes in de gevangenis. Hij had
geen sleutel, hij was machteloos.
De antifoon breidt het beeld van de sleutel nog uit:
‘O sleutel van David, en scepter van het huis Israëls.'
De sleutel wordt gelijkwaardig aan de scepter gesteld: symbool van
macht.
Kom, sleutel; kom, scepter, bidden wij, en open de deur naar het heil,
naar het licht!
Dit is het geloof van Advent, dat Christus de sleutel is op de afgesloten
deur van deze wereld.
De Messias is een grote sleutel op de schouder gelegd – als
het ware een hefboom die deze wereld kan verzetten. Jesaja zegt: ‘Een
kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust
op zijn schouders!" (Jes 9:5). Dat is de scepter, symbool van
koninklijke waardigheid. Die scepter is er. Daardoor zijn niet terstond
alle problemen uit de wereld. Hier komt het op geloven aan. Zo zegt
het de schrijver van de brief aan de Hebreeën: ‘Het geloof
is een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken
die men niet ziet.
Wij geloven wij in de Heere-God van Israël, die komt.
Hij komt, hij is nabij. De scepter van zijn regering is gelegd op
de schouder van zijn Messias. Nog steeds is hij op stille wijze bezig,
gesloten deuren te openen.
Hij is tevens het licht dat gaat stralen wanneer de deur geopend is.
Het wordt licht, geleidelijk aan, ook al lijkt het er niet op. Het
valt ook niet mee, om de wereldgeschiedenis te zien als een lange,
lange dageraad. Toch moeten we met deze instelling in deze wereld
staan, want anders heeft ons leven geen zin. Gods geschiedenis is
heilsgeschiedenis.
Het wachten op de uiteindelijke zonsopgang duurt lang. Zou het misschien
daarom zijn, dat de Messias in de h. Schrift ook ‘de morgenster'
heet? De morgenster die eigenlijk geen ster is, maar een planeet:
de planeet Venus.
Het licht daarvan wordt sterker wanneer de nacht ten einde loopt.
Die planeet staat zeer dicht bij de zon, en weerkaatst de zonnestralen.
Bij het opklimmen van de zon van achter de horizon, wordt de morgenster
helderder.
Dit is de sfeer van deze roze Zondag. Het paars weerkaatst het witte
feestlicht, en het wordt roze.
Licht en ontsluiting naar het licht, daar gaat het om in de beide
o-antifonen oriënt en sleutel Davids. Wien de deur is geopend
naar het licht, die ziet pas goed uit wat voor duistere kerker hij
of zij vandaan is gekomen. Een kerker van leegte, zonder perspectief
en levensvervulling.
Wat in het klein geldt, dat gaat ook op voor deze wereld. Dat is de
duisternis en schaduw des doods. De onderwereld, het dodenrijk temidden
van ons.
Wie draagt de sleutel om het licht te laten binnenstromen in het dodenrijk?
De Messias Jezus, die door de poorten van de onderwereld niet is overweldigd.
Hij draagt de sleutels van de dood en het dodenrijk. Dat is nieuw
in het dodenrijk, het is daar nog nooit vertoond. Net zo nieuw en
wezensvreemd het licht is ten opzichte van de duisternis. Heilshistorisch
gesproken komen de oriënt en de sleutel vanuit Gods toekomst
op ons af. Ze zijn gepersonifieerd in de Messias. Adventsbeelden.
Daarom roepen we : O Oriënt, kom ! O sleutel Davids, kom !
De Oriënt en de sleutel Davids komen vanuit Gods toekomst. Dat
is de enige zekerheid die wij verkondigd krijgen. Gaudete, verheugt
u!
De zon der gerechtigheid gaat op om het wereldduister te verdrijven.
De sleutel Davids past op de deur van de wereldkerker.
Het licht is steeds sterker aan het worden. De duisternis is wijkende.
Zo beleven wij de Advent, in de zekerheid van Christus' geboorte.
Gezien van Gods kant, van zijn toekomst uit gezien, is het kerstfeest
een étappe. Ook de geboorte van de Christus Jezus is aangelegd
op een einde dat nog komen moet. Een einde waarin de zon blinkend
wit opgaat. Dat is de eigenlijke komst van de Messias.
De beloften, gedaan door de Heer via de profeten, die beloften zijn
allengs meer in vervulling gegaan. Zo kan nu de Christus Jezus zon
der gerechtigheid worden genoemd, het licht der wereld. Voor ons,
in de volkerenwereld, geldt de verkondiging, dat hij het duister van
de wereldnacht aan het verdrijven is. Hij is onze Oriënt, en
vandaar: onze oriëntatie.
De zon is nog aan het opkomen, de sleutel draait nog in het slot.
Het licht der wereld, en de sleutel die de duistere kerker opent naar
het licht. Zingen wij van het rozerood gez. 124
Openbaring 22:16 vgl. II Petrus 1:19