Luther, en ook zijn grootste leerling Calvijn, en alle andere kleinere
reformatoren, hebben altijd gezegd:
'Terug naar de bronnen.'
De bronnen van het christelijke geloof. Zij bedoelden daarmee de Bijbel
als de belangrijkste bundel documenten van de oudchristelijke Kerk.
Daarná moeten we ons afvragen: hoe gaan wij met die bijbel om?
Want er zijn wat uitleggingen... ongelooflijk welke kant ze soms op
gaan. Christelijke groeperingen die de eindtijd menen te kunnen voorspellen
vanuit een hoeveelheid bijbelteksten. Gelukkig blijft dat meestal in
het bizarre en het ongeloofwaardige steken. Erger en gevaarlijker wordt
het, wat je ziet in de Verenigde Staten van Amerika, dat de oorlog
tegen Saddam Hoessein verdedigd wordt met een beroep op de Bijbel.
In een van de voorgaande preken legde ik u uit, dat Luther afkerig
was van het gebruik van het Evangelie voor het besturen van een land
of het voeren van een oorlog.
Maar wat bedoelde Luther dan wel, dat hij terug wilde naar de bronnen?
Hij heeft duidelijk gezegd welk zwaartepunt hij aantrof in de heilige
Schriften:
De Christus was voor hem de kern van het geschreven woord. In overeenstemming
met het Johannes-evangelie noemde hij Christus 'het Woord.'
Het is dát Johannes-evangelie waaruit de Kerk voorleest op deze
zondag Palmarum en op meer liturgische momenten in de Goede Week en
de Paasdagen daarna. Het evangelie dat klip en klaar zegt, dat het
Woord bij God was en zelf ook God was, en vlees en bloed van ons mensen
heeft aangenomen.
Daarom heeft Luther altijd Christus in het middelpunt van zijn prediking
gesteld.
Geen politieke adviezen, geen moraliserende praat, geen psychologische
prikkels, geen handleiding hoe jezelf te verbeteren, geen dogmatische
leerstellingen, nee, niets van dat alles krijgt het centrum.
Christus alleen, en daarmee sluit Luther zich aan bij de strekking
van evangeliën en apostelbrieven.
U zult opkijken wanneer u zich gaat realiseren, hoe Christus en zijn
afkomst en toekomst beschreven staan in de Epistel van zondag Palmarum!
Geleerden in het Nieuwe Testament en in de uitleg daarvan zeggen ons,
dat deze woorden oud zijn – en dat verhoogt de betrouwbaarheid
van dit briefgedeelte. In ieder geval is het ouder dan Paulus' brief
aan de christenen te Filippi. Het is namelijk een hymne, een belijdende
lofzang, en die zijn er meestal al eerder.
Je kunt alleen maar op verheven wijze, op hoge toon, de afkomst en
de toekomst van de Christus aan de orde stellen. Het begint met een
lofzang, want hier is de basis van ons heil aan de orde. Daarover redeneer
je niet, dat bezing je!
Het is de overtuiging van de oud-christelijke Kerk, dat de Christus
Jezus afkomstig is van de Allerhoogste God. Hij is zijn Woord. Hij
komt in ons midden, en hoe! Eerst zegt de apostel Paulus, dat de Christus
in de gestalte, of in het beeld van God bestaat. Maar dat was geen
persoonlijk bezit, om daar zelf gebruik van te maken. De Christus heeft
zichzelf ontledigd, heeft de gestalte, het beeld van een slaaf aanvaard.
Het is het hart van het christelijk geloof: God is mens geworden...
maar dan ook op menselijke manier. De hele kosmos wordt naar die maat
gemeten.
Wat méér is: op een niveau van de zwakste, van de kwetsbare
en onvrije, dat wil zeggen, de slaaf.
Zomaar is dit niet. Ik zei u al dat deze hymne eerder bekend was, eerder
dan dat Paulus' brief geschreven werd. Dit lied moet geliefd zijn geweest,
juist omdat de eerste christenen in meerderheid arme mensen zijn geweest,
slaven ook.
In de hymne wordt de menswording van God ofwel van het Woord van God
bezongen. De uiterste consequentie van de menswording in de gestalte
van een slaaf komt daarna in twee stappen: de dood, als een sluitstuk
van het mensenleven, dát als eerste stap.
Maar alsof dat niet voldoende vernedering is, komt de andere stap:
de kruisigingsdood!
Elke slaaf in de eerste christengemeente moet dit een fascinerende
verkondiging hebben gevonden: dat de mens geworden God zijn of haar
gestalte, gedaante heeft willen aannemen, en óók de ergste
gevolgen van een oprechte keuze heeft willen dragen: de kruisigingsdood!
De kruisigingsdood was alleen voor slaven en andere tweederangsmensen
van die tijd die een doodvonnis kregen.
Jezus heeft de schijn op zich geladen, door zijn intocht in Jeruzalem, – de
schijn op zich geladen, een revolutionair te zijn. Deze intocht is
later tegen hem gebruikt. Als mens zonder enige status werd hem een
eerlijk proces onthouden en kreeg hij het doodvonnis van een slaaf.
Het is in het geloof van de eerste christengemeente verdiept en uitvergroot
tot bijna kosmische maten.
God zelf heeft zo het lot van de allerlaagsten willen delen. Maar!
Omdat Hij de Allerhoogste en de Levende is, is die verlaging niet meer
dan een fase in een geweldige, doorgaande beweging van overwinning.
Overwinning op alles wat de Heere-God en zijn Rijk in de weg staat.
Kosmische
maten, dimensies, zo zei ik. De hymne van hedenochtend beschrijft
de verhoging van het mens-geworden Woord van God met maximale
bewoordingen:
God heeft de Christus uitermate verhoogd, een Naam boven alle naam geschonken,
opdat in de Naam van Jezus zich alle knie zou buigen, in de hemel, op de aarde,
onder de aarde.
Deze
bewoordingen omvatten de hele toen bekende kosmos, met zijn engelen
boven en duivels beneden.
Over hen allen heeft de Christus Jezus, als het Woord van God, macht gekregen.
Gekrégen, niet naar zichzelf toegehaald. De hymne bezingt, dat de Christus
Jezus in de gestalte van God was, maar dat niet als persoonlijk gewin heeft gezien.
De macht is geschonken.
Onze Heere Christus wilde geen macht, geen macht in de zin van waarnaar mensen
streven. Zijn macht was een macht in gehoorzaamheid, gehoorzaamheid aan zijn
hemelse Vader en gehoorzaamheid aan de machtelozen. |
|
De
Heere-God is trouw aan ons, juist wanneer wij machteloos zijn. Daarin
blijkt
zijn macht.
Hij is gekomen om te dienen, dat gaat voorop, niet om macht uit te oefenen.Is
macht dan onbelangrijk? Of is ze misschien al te gevaarlijk? Volgens
Lucas huilde Jezus over de stad. Hij sprak wenend: "Och, of
u ook bekende, wat tot uw vrede dient!"
De macht van de Heere-God dient mensen.
De macht van de Heer is dienstbaar
aan liefde, en recht. Zulke macht heeft Christus Jezus willen uitoefenen.
Gods
macht is in Christus vleesgeworden. We zien het aan de zachtmoedige
Jezus op de ezel. Die zachtmoedigheid blijkt uit zijn innemen van
een lage plaats. Daar zoekt en streeft Christus naar het verwerkelijken
van Gods liefde en recht, dat alles ten dienste van zijn arme volk,
schapen zonder herder.
Zijn volk heeft dat aanvankelijk niet kunnen inzien. Dat was zwaar voor Jezus.
Later heeft deze zachtmoedige gehoorzaamheid grote invloed gehad. Hier is een
van de oorzaken waardoor de oud-christelijke Kerk tot groei en bloei is gekomen.
Het
is paradoxaal, dat wil zeggen, tegenstrijdig en toch een eenheid.
De zachtmoedige geweldloze en toch overwinnaar.
Je ziet het aan de intocht van Jezus, Jeruzalem in. Die intocht heeft alle
kenmerken van een triomftocht, een intocht door een oprecht enthousiaste schare
begeleid.
Toch is staat voor de Christus het kruis bij wijze van spreken al klaar. Voor
hem is het een gang ten dode, en dat maakt die intocht heel tweezinnig.
Maar, dat de gang ten dode begint als een overwinningsintocht, dat is de Paasverkondiging.
Palmpasen mag deze zondag dan ook heten!
Is zo niet dikwijls ook het leven van een christenmens: veel lijden, verdriet
en tegenslag, maar toch in de basis een verlost leven, delend in de overwinning
van het Paasleven?
Dat kunnen wij dan ook doorgeven aan anderen!
Achter
Christus Jezus aan gaan wij de levensweg, dicht bij mensen die ons
niet missen kunnen. Dat is onze opdracht, en de opgestane zachtmoedige
gaat ons voor.
Palmpasen is een tweede Nederlandse naam van deze zondag. De paasverkondiging
is, dat de macht van Christus een bewijs is van de overwinning van waarachtig
leven. Leven dat de dood trotseert.
Daarvan zingen wij, Gez. 442