HIJ HEEFT ZICHZELF ONTLEDIGD...

 

De verkondiging op zondag Palmarum

Een hymne van de eerste christengemeente
Filipp. 2 : 5-11

preek in de Evang.-Lutherse Gemeente Dordrecht op 13 april 2003


Luther, en ook zijn grootste leerling Calvijn, en alle andere kleinere reformatoren, hebben altijd gezegd:
'Terug naar de bronnen.'
De bronnen van het christelijke geloof. Zij bedoelden daarmee de Bijbel als de belangrijkste bundel documenten van de oudchristelijke Kerk.
Daarná moeten we ons afvragen: hoe gaan wij met die bijbel om? Want er zijn wat uitleggingen... ongelooflijk welke kant ze soms op gaan. Christelijke groeperingen die de eindtijd menen te kunnen voorspellen vanuit een hoeveelheid bijbelteksten. Gelukkig blijft dat meestal in het bizarre en het ongeloofwaardige steken. Erger en gevaarlijker wordt het, wat je ziet in de Verenigde Staten van Amerika, dat de oorlog tegen Saddam Hoessein verdedigd wordt met een beroep op de Bijbel.
In een van de voorgaande preken legde ik u uit, dat Luther afkerig was van het gebruik van het Evangelie voor het besturen van een land of het voeren van een oorlog.
Maar wat bedoelde Luther dan wel, dat hij terug wilde naar de bronnen? Hij heeft duidelijk gezegd welk zwaartepunt hij aantrof in de heilige Schriften:
De Christus was voor hem de kern van het geschreven woord. In overeenstemming met het Johannes-evangelie noemde hij Christus 'het Woord.'
Het is dát Johannes-evangelie waaruit de Kerk voorleest op deze zondag Palmarum en op meer liturgische momenten in de Goede Week en de Paasdagen daarna. Het evangelie dat klip en klaar zegt, dat het Woord bij God was en zelf ook God was, en vlees en bloed van ons mensen heeft aangenomen.
Daarom heeft Luther altijd Christus in het middelpunt van zijn prediking gesteld.
Geen politieke adviezen, geen moraliserende praat, geen psychologische prikkels, geen handleiding hoe jezelf te verbeteren, geen dogmatische leerstellingen, nee, niets van dat alles krijgt het centrum.
Christus alleen, en daarmee sluit Luther zich aan bij de strekking van evangeliën en apostelbrieven.

U zult opkijken wanneer u zich gaat realiseren, hoe Christus en zijn afkomst en toekomst beschreven staan in de Epistel van zondag Palmarum!
Geleerden in het Nieuwe Testament en in de uitleg daarvan zeggen ons, dat deze woorden oud zijn – en dat verhoogt de betrouwbaarheid van dit briefgedeelte. In ieder geval is het ouder dan Paulus' brief aan de christenen te Filippi. Het is namelijk een hymne, een belijdende lofzang, en die zijn er meestal al eerder.
Je kunt alleen maar op verheven wijze, op hoge toon, de afkomst en de toekomst van de Christus aan de orde stellen. Het begint met een lofzang, want hier is de basis van ons heil aan de orde. Daarover redeneer je niet, dat bezing je!
Het is de overtuiging van de oud-christelijke Kerk, dat de Christus Jezus afkomstig is van de Allerhoogste God. Hij is zijn Woord. Hij komt in ons midden, en hoe! Eerst zegt de apostel Paulus, dat de Christus in de gestalte, of in het beeld van God bestaat. Maar dat was geen persoonlijk bezit, om daar zelf gebruik van te maken. De Christus heeft zichzelf ontledigd, heeft de gestalte, het beeld van een slaaf aanvaard.
Het is het hart van het christelijk geloof: God is mens geworden... maar dan ook op menselijke manier. De hele kosmos wordt naar die maat gemeten.
Wat méér is: op een niveau van de zwakste, van de kwetsbare en onvrije, dat wil zeggen, de slaaf.
Zomaar is dit niet. Ik zei u al dat deze hymne eerder bekend was, eerder dan dat Paulus' brief geschreven werd. Dit lied moet geliefd zijn geweest, juist omdat de eerste christenen in meerderheid arme mensen zijn geweest, slaven ook.
In de hymne wordt de menswording van God ofwel van het Woord van God bezongen. De uiterste consequentie van de menswording in de gestalte van een slaaf komt daarna in twee stappen: de dood, als een sluitstuk van het mensenleven, dát als eerste stap.
Maar alsof dat niet voldoende vernedering is, komt de andere stap: de kruisigingsdood!

Elke slaaf in de eerste christengemeente moet dit een fascinerende verkondiging hebben gevonden: dat de mens geworden God zijn of haar gestalte, gedaante heeft willen aannemen, en óók de ergste gevolgen van een oprechte keuze heeft willen dragen: de kruisigingsdood!
De kruisigingsdood was alleen voor slaven en andere tweederangsmensen van die tijd die een doodvonnis kregen.
Jezus heeft de schijn op zich geladen, door zijn intocht in Jeruzalem, – de schijn op zich geladen, een revolutionair te zijn. Deze intocht is later tegen hem gebruikt. Als mens zonder enige status werd hem een eerlijk proces onthouden en kreeg hij het doodvonnis van een slaaf.
Het is in het geloof van de eerste christengemeente verdiept en uitvergroot tot bijna kosmische maten.
God zelf heeft zo het lot van de allerlaagsten willen delen. Maar! Omdat Hij de Allerhoogste en de Levende is, is die verlaging niet meer dan een fase in een geweldige, doorgaande beweging van overwinning. Overwinning op alles wat de Heere-God en zijn Rijk in de weg staat.

Kosmische maten, dimensies, zo zei ik. De hymne van hedenochtend beschrijft de verhoging van het mens-geworden Woord van God met maximale bewoordingen:
God heeft de Christus uitermate verhoogd, een Naam boven alle naam geschonken, opdat in de Naam van Jezus zich alle knie zou buigen, in de hemel, op de aarde, onder de aarde.
Deze bewoordingen omvatten de hele toen bekende kosmos, met zijn engelen boven en duivels beneden.
Over hen allen heeft de Christus Jezus, als het Woord van God, macht gekregen. Gekrégen, niet naar zichzelf toegehaald. De hymne bezingt, dat de Christus Jezus in de gestalte van God was, maar dat niet als persoonlijk gewin heeft gezien. De macht is geschonken.
Onze Heere Christus wilde geen macht, geen macht in de zin van waarnaar mensen streven. Zijn macht was een macht in gehoorzaamheid, gehoorzaamheid aan zijn hemelse Vader en gehoorzaamheid aan de machtelozen.

De Heere-God is trouw aan ons, juist wanneer wij machteloos zijn. Daarin blijkt zijn macht.
Hij is gekomen om te dienen, dat gaat voorop, niet om macht uit te oefenen.Is macht dan onbelangrijk? Of is ze misschien al te gevaarlijk? Volgens Lucas huilde Jezus over de stad. Hij sprak wenend: "Och, of u ook bekende, wat tot uw vrede dient!"
De macht van de Heere-God dient mensen.
De macht van de Heer is dienstbaar aan liefde, en recht. Zulke macht heeft Christus Jezus willen uitoefenen.

Gods macht is in Christus vleesgeworden. We zien het aan de zachtmoedige Jezus op de ezel. Die zachtmoedigheid blijkt uit zijn innemen van een lage plaats. Daar zoekt en streeft Christus naar het verwerkelijken van Gods liefde en recht, dat alles ten dienste van zijn arme volk, schapen zonder herder.
Zijn volk heeft dat aanvankelijk niet kunnen inzien. Dat was zwaar voor Jezus. Later heeft deze zachtmoedige gehoorzaamheid grote invloed gehad. Hier is een van de oorzaken waardoor de oud-christelijke Kerk tot groei en bloei is gekomen.

Het is paradoxaal, dat wil zeggen, tegenstrijdig en toch een eenheid. De zachtmoedige geweldloze en toch overwinnaar.
Je ziet het aan de intocht van Jezus, Jeruzalem in. Die intocht heeft alle kenmerken van een triomftocht, een intocht door een oprecht enthousiaste schare begeleid.
Toch is staat voor de Christus het kruis bij wijze van spreken al klaar. Voor hem is het een gang ten dode, en dat maakt die intocht heel tweezinnig.
Maar, dat de gang ten dode begint als een overwinningsintocht, dat is de Paasverkondiging. Palmpasen mag deze zondag dan ook heten!
Is zo niet dikwijls ook het leven van een christenmens: veel lijden, verdriet en tegenslag, maar toch in de basis een verlost leven, delend in de overwinning van het Paasleven?
Dat kunnen wij dan ook doorgeven aan anderen!

Achter Christus Jezus aan gaan wij de levensweg, dicht bij mensen die ons niet missen kunnen. Dat is onze opdracht, en de opgestane zachtmoedige gaat ons voor.
Palmpasen is een tweede Nederlandse naam van deze zondag. De paasverkondiging is, dat de macht van Christus een bewijs is van de overwinning van waarachtig leven. Leven dat de dood trotseert.
Daarvan zingen wij, Gez. 442

TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE