We hebben, in de afgelopen maanden
op zondagochtend, ons beziggehouden met de wortels van al wat wij gelovig
aannemen en vieren.
We beginnen dan telkens bij het Israël van de Bijbel.
Het bijbelse Israël vierde het Wekenfeest – zo heette dat.
Zeven weken na Eerste Paasdag.
Het is begonnen als een boerenfeest, een feest van landbouwers. Die
zeven weken kunnen we zien als weken van groei en oogst. Met Pinksteren
kwamen de resultaten aan de dag: de eerste broden, gebakken van het
graan van de nieuwe oogst.
Op het Pinksterfeest werden deze eerste broden aan de Heere-God
aangeboden.
Het Paasfeest – waarvan het Pinksterfeest een slotdag is –
is dus van oorsprong een natuurfeest.
Moeten wij dat weten, en is dat belangrijk voor ons?
Ja zeker, want, ons die oorsprong bewust blijven, houdt ons met beide
benen op de grond. Het voorkomt dat Pinksteren een zweverig feest wordt.
Een feest over allerlei geestelijks en over ervaringen die enkel in
uw binnenste zich afspelen.
Laat Torah, Profeten, Psalmen en andere gewijde Geschriften van Israël
– laat ze op u inwerken en u wordt bepaald bij deze aarde en dit
lichaam. Het geloven van het bijbelse Israël gaat over het hier
en nu, over tastbare en lichamelijke dingen.
In de Lutherse Kerk van Zierikzee kwam af en toe een meneer die niet
kerkelijk gelovig was. Hij vond de Liturgie zo mooi en had er veel aan.
‘Hier beleef ik,' sprak hij, ‘wat het is, uit te stijgen
boven het aardse. Want dat moeten we immers: opklimmen, stijgen, ons
verheffen boven wat materie is.'
Mijn reactie viel niet zo goed bij hem. Hij merkte wel dat het mij niet
ging om emotie en zielservaringen. En zeker niet om het lager waarderen
van het lichamelijke.
Op het Paasfeest viert de Kerk dat Christus opgestaan is – en
dat is met een geestelijk lichaam, een lichaam opdat ook onze lichamen
daarin meedoen. Zij zijn niet zinloos en ten dode opgeschreven.
Wij worden niet aan onze lichamen ontheven, en zij zullen niet als materiele
ballast geloosd worden.
Zo is het geestelijk leven niet.
Juist op het Pinksterfeest vieren wij de voltooiing. Het werk van de
Heilige Geest hóórt bij de opstanding die wij met Pasen
vieren.
Dit zat er altijd al in, het werk van Geest als scheppend werk én
vernieuwend werk. Zo luidt het psalmwoord op dit Hoogfeest: Zendt Gij
uw Geest uit, dan worden uw werken geschapen; en Gij vernieuwt het aanzicht
van de aardbodem.
Schepping kan niet zonder vernieuwing. Vernieuwing is nu júist
het werk van de Geest.
Het is lichamelijk, het hoort bij de grond, de aarde.
Daarom
mag de Kerk zich verheugen samen met de staat Israël, dat
60 jaar geleden vele overlevenden van de Tweede Wereldoorlog een
eigen land gingen bewonen. Die bodem, die tastbare grond, die
hoort er helemaal bij!
Nog steeds zijn er kerkmensen, tot in de pkn-synode
toe, die zeggen: wat heeft dat stuk grond nou met ons geloof te
maken...?
Daaruit spreekt onkunde en misverstaan van de Joodse Bijbel: Torah,
Profeten, Psalmen, Wijsheidsboeken enzovoorts. Het gaat daarbij
niet om losse teksten, maar om een hoofdlijn.
Die hoofdlijn, die rode draad in de gewijde Geschriften, is het
beërven en bewonen van het beloofde land. |
|
Een stuk grond waarop geleefd wordt in gerechtigheid, vrede en vrijheid.
Zonder het land is de verlossing niet compleet.
Zo-even zette ik tegenover elkaar: het bezig zijn met losse bijbelteksten
en het letten op de rode draden, de hoofdlijnen.
Wie met teksten los van het verband bezig is met de landbeofte, kan
tot rare gevolgtrekkingen komen.
Honderdduizenden kerkgangers in ons land nemen aan op basis van losse
teksten uit Torah en Profeten, dat er een heilig land is. Een gebied
tussen de Nijl, de rivier die door Egypte stroomt, en de Eufraat en
de Tigris, rivieren in Irak. Deze mensen geloven dat dit gebied nog
steeds beloofd is aan Israël .
U begrijpt dan wel dat in hun visie oorlogen tegen de Arabische buurvolken
in principe gerechtvaardigd zijn. Dat gebied moet immers compleet
zijn...?
Het laat zich denken dat Palestijnen en Arabieren in dit gebied slechts
een ondergeschikte plaats krijgen.
‘t Gaat me nu niet om een bespreking van de politiek van de
staat Israël.
Het is Pinksteren vandaag, en ik benadruk dat dit feest betrokken
is op ons lichaam en op onze grond.
Het bijbelse Israël kan niet bestaan zonder een aardse bodem.
Maar de rode draad in de gewijde Geschriften is, dat deze bodem voorwerp
van Gods vernieuwende en voltooiende werk is.
Het onaanzienlijke stuk grond dat eenmaal het volk Israël ten
deel viel, staat metaforisch voor heel de aarde die ooit gereinigd
en vernieuwd zal zijn.
Zo verstaan wij de liturgische lofroep op het Pinksterfeest:
Zendt Gij uw Geest uit, dan worden uw werken geschapen; en Gij vernieuwt
het aanzicht van de aardbodem.
Er is nog wel zo'n liturgische uitroep, bijvoorbeeld in de vespers
van het Pinksterfeest:
‘De Geest van de Heer
heeft het hele aardrijk vervuld!' Die gaat over hetzelfde.
Vervulling, vernieuwing, herschepping, dat zijn de woorden die staan
voor het werk van de Heilige Geest.
Het is de mens die gezond is, toch eigen, te streven naar verbetering.
We mogen dat cultuur noemen, dat we iets máken van ons leven,
er een mooie vorm aan geven. Zijn wij gelovig, dan zullen wij toch
ook met vertrouwen zien op onze toekomst. Toekomst niet alleen van
ons persoonlijk, maar van onze kinderen en vrienden, ja nog ruimer:
de toekomst van deze aarde. Door het geloof verwachten wij een nieuwe
hemel en een nieuwe aarde.
Dat wij mensen hopen, verwachtingen hebben, uitzien naar een wereldeeuw
waarin alle dingen nieuw zijn, dát is het verborgen werk van
de Heilige Geest. Het heeft dezelfde kwaliteit als dat, wat wij liturgisch
uitgeroepen hebben in deze viering: de lofprijzing tot de Heer
die zijn Geest uitzendt, zodat zijn werken worden geschapen, en, dat
Hij het aanzicht van de aardbodem vernieuwt.
Het is een voortgaande schepping, een voltooiing van dat waarmee de
Heere-God eenmaal is
begonnen. Wij zien daar naar uit. Het is de Geest van God die in u
en mij de hoop heeft gelegd.
Hier kunnen wij ook bemerken, hoezeer het werk van de Pinkstergeest
met Pasen te maken heeft.
Pasen, het opstandingsfeest, daarin zit ook de dimensie van de hele
schepping.
Wat met de opstanding van onze Heer
Jezus Christus aangevangen is, dat vindt zijn voltooiing in het Pinksterfeest.
De Geest van de Vader en de Zoon wil door heel de wereld gaan, en
liefst elk mensenhart toespreken over die vernieuwing en voltooiing!
Hier is de ware inhoud van de zending!
Dat is méér, dat is anders dan een nieuwe godsdienst!
Het ging niet om een nieuwe godsdienst waarvan zij gezegd zouden hebben:
dit is de enige ware... !
De eerste leerlingen van Jezus gingen de wereld in met een belofte.
Een belofte voor deze aardbodem.
De Kerk is alleen maar geloofwaardig wanneer zij spreekt namens God
en Christus. Zij is niet geloofwaardig wanneer zij de wereld bestookt
met meningen en plannen.
De Kerk is niet een wereldverbeteraar, maar zij is wel meevoelend
en medelijdend, en dan, na veel geluisterd te hebben, dan pas verkondigt
zij Gods beloften voor deze aarde. De verkondiging van Pinksteren
vandaag is bemoedigend bedoeld, want zo wordt de mensen verkondigd
dat er toekomst is, dat alle eerlijke, opbouwende arbeid niet tevergeefs
is.
De Geest van de Heer
vernieuw het aanzicht van de aardbodem! Daarom, omdat er toekomst
is, daarom is dit leven waard om geleefd te worden.
Zingen wij van de H. Geest in ons leven, Gezang 25O
TERUG NAAR DE INHOUDSOPGAVE
|