Niet
door kracht of door geweld, maar door mijn Geest...'
Gemeente,
dit zijn woorden die in een moeilijk te volgen profetisch visioen staan.
Tegelijkertijd stijgen ze daar ver boven uit. Daarom ook zijn ze los
van het verband bekend geworden. Daarom zal ik ze ook uit die profetische
woorden nemen. Eén detail in het verband is wel mooi en veelzeggend.
Het visioen is door de profeet in de nacht ontvangen. De nacht
kan hier geduid worden als de tijd van ondoorzichtigheid, van geen toekomst,
zonder visie, zonder perspectief.
Deze
profeet Zacharia bemoedigt zijn volksgenoten met visioenen van heil.
Ook de woorden: 'niet door kracht, noch door geweld, maar door mijn
Geest,' ook deze woorden mogen zijn hoorders positief uitleggen.
'Niet
door kracht, noch door geweld...,' hier is geen verbeeldingskracht nodig
om een voorbeeld te noemen. De datum 6 mei, waarop Pim Fortuyn wreed
vermoord werd, kan worden gezet achter 11 september. Dat is de datum
in 2001 waarop het World Trade Center in New York bezweek onder aanslag
met vliegtuigen. Veel grootschaliger natuurlijk, maar ook door geweld.
Een
voorbeeld noemde ik het. Maar hier moeten we halt houden, want anders
gaat deze preek het platgetreden pad van het overbekende gejammer op.
En u wist toch al dat 11 september en 6 mei in het teken van het geweld
staan.
Wat
ons moet waarschuwen is, dat die woorden 'kracht en geweld' in parallellie
staan, dat wil zeggen: ze staan gelijkwaardig naast elkaar. Ze hoeven
niet onmiddellijk zo maximaal negatief geladen te worden. Anders maken
wij ons er van af en zeggen: nee, kracht en geweld horen niet bij ons.
Want aan die aanslagen op 11 september en 6 mei staan wij niet schuldig.
De
woorden 'kracht en geweld' hebben wel degelijk met elk van ons te maken.
Op een feestdag als deze wordt ons de H. Geest verkondigd tégenover
onze kracht en ons geweld. Het doet er eigenlijk niet toe in welke mate
die kracht en dat geweld er zijn. Ook op kleinschalige manier kunnen
kracht en geweld zich laten gelden.
Welke
geest is er in onze samenleving gevaren, dat op allerlei manieren mensen,
van klein tot groot, het zoeken bij kracht en geweld? Het is een geest
uit de wereld, die niet vrede en liefde ademt. Het is een geest die
mij en u doet bezighouden met mijzelf, met uzelf alleen.
Daarom
is het zo'n belangrijk en mooi feest, dit Pinksterfeest. Het is het
vieren van Gods beloofde H. Geest. Die Geest kómt, met grote
overmacht op de geest die uit de wereld is. Wij moeten dit blijven herhalen,
want laat hetgeen wij elkaar meegeven hedenochtend alstublieft positief
zijn. Alleen dan ontsnappen wij aan dat gemopper en geklaag dat je bij
veel mensen in de wereld hoort.
Natuurlijk
leven wij in een harde, agressieve tijd, maar stop er eens mee om daarvoor
naar ánderen te kijken. Laat mij eens bij mijzelf beginnen om
te zien in hoeverre kracht en geweld mijn leidraden zijn. Béter
is nog om Gods belofte bovenaan te zetten en dan ook te leven vanuit
de Heilige Geest.
Heilige
Geest... wat is dat 'heilige' in Heilige Geest?
Het
bijvoeglijk naamwoord 'heilige' is volgens de hebreeuwse achtergrond
als een actief begrip te nemen. Er zijn dus vertalers die letterlijk-houterig,
maar wel heel correct vertalen: 'heiligende Geest', dus 'Geest
die heiligt.'
Zo
gaan wij heel anders aankijken tegen de eigenschappen van de Heilige
Geest. Een geest van wijsheid en inzicht; een geest van beleid
en sterkte; een geest van kennis en eerbied voor de Heer. Zo
kwam men soms tot het getal van zeven, de zeven gaven van de Geest.
Eigenschappen die uitdrukken wat die Geest allemaal doet aan
ons.
|
|
De
onbekende schrijver van het 'Veni Sancte Spiritus' (het zondagslied)
bezingt een prachtige reeks: 'Was áf wat is vervuild, besproei
wat is verdord, genees wat is verwond, buig wat is verstard, koester
wat is verkild, leid wat is verdwaald.'
Die
Geest verwarmt en verzacht, die Geest is het perfecte tegenwicht
van onze kracht en van ons geweld.
De
geest van de wereld heeft geleidelijk aan onze Nederlandse samenleving
doortrokken. Zonder dat we het tijdig beseften, heeft die geest tallozen
een ik-gerichtheid opgedrongen. Let u er op, hoe velen niet kunnen aanvaarden
dat ze wat tekort komen. Ze kijken naar anderen, vinden dat die gezonder
zijn, gelukkiger in hun relatie, meer geld hebben of beter werk, en
dan... Dan komt er bij hen een kwalijk mechanisme op gang, de ik-gerichte
begeerte om dat ook allemaal te hebben. De gevolgen variëren van
bruut geweld om te krijgen wat men hebben wil tot een heel verfijnd
spel van zelfbevoordeling. Deze vormen van gedrag zijn varianten op
'kracht en geweld.'
Tegenover
dit mechanisme van begeerte en macht is de Heilige Geest uitgestort.
Dit is gebeurd om mensen weer te brengen tot vrijheid en geluk, levend
uit de bron van de liefde. Is dit niet een goede, blijde boodschap?
Daarom mocht het brengen van deze boodschap beginnen met enthousiasme.
Er
is hier geen sprake van macht en dwang, van geweld en overweldiging.
Het is één van de rode draden in de heilige Schriften,
hoe het werk van Gods Geest zich voltrekt. Hier raken wij aan het geheimenis
van de aanwezigheid van God door zijn Heilige Geest. Wat ik hierover
zeggen kan... beter dan de mystieke theologen kan ik het niet.
De
17de eeuwse lutheraan Johannes Arndt citeert uit preken van de middeleeuwse
mysticus Tauler, Tauler wiens geschriften ook geliefde leeskost voor
Luther was.
Een
stukje preek van Tauler gaat als volgt: 'God
zoekt ons omdat wij in zijn ogen verloren zijn. Hij steekt de lamp aan
van zijn Woord en maakt het huis van ons innerlijk leeg en veegt het
schoon, opdat hij de verloren mens terugvindt.
God,
de hemelse Vader, roept ons met al wat Hij is en wat Hij heeft en wat
Hij vermag; dat alles roept ons, leidt en lokt ons tot Hem en in Hem.
Want God heeft zo'n waarachtig en vurig verlangen naar ons, alsof zijn
wezen en zaligheid van ons afhing.
Aldus
Tauler, en hebt u gehoord dat niets van kracht en geweld daarin zit?
Daarentegen kon u het woord 'lokken' horen. De Heere-God
lokt ons, door de zoetheid en de warmte van zijn Geest.
Zo
brengt de Heilige Geest ons tot Christus om ons deelgenoot te maken
aan zijn liefde, vrijheid en geluk.
Hier
schieten redeneringen tekort, je moet een dichter zijn, wil je het in
woorden vatten. Het kan in een lied, en dat wordt dan nu gezang 325