,,Wij bezwaarden'',
klinkt het vanaf het podium, bijna als geuzennaam. Uit het openingswoord
blijkt dat iedereen die de presentielijst tekende, tot de bezwaarden wordt
gerekend. ,,We zullen elkaar in de toekomst nodig hebben.''
Er
worden dezer dagen overal in den lande soortgelijke voorlichtingsavonden
georganiseerd, zowel pro- als anti-SoW. Vanavond zijn de bezoekers vooral
hervormden die fel gekant zijn tegen de kerkfusie met gereformeerden en
lutheranen, die per 1 mei leidt tot het ontstaan van de Protestantse Kerk
in Nederland (PKN). Op
een tafel bij de ingang van de zaal liggen hoge stapels met gratis anti-SoW-brochures
als Vragen naar de weg en Nu de PKN een feit wordt... hoe verder. Die
vinden gretig aftrek. Over
problemen met de gereformeerden (Kuitert, Den Heijer, vrijzinnigheid)
hoor je de bezwaarden overigens zelden meer. Het zijn vooral de lutheranen
en dan met name de lutherse belijdenisgeschriften die de emmer hebben
doen overlopen. Ds.
C.J.P. van der Bas uit Woudenberg zal spreken. Hij is betrokken bij het
Comité tot behoud van de Nederlandse Hervormde Kerk. Die groepering
neemt het voortouw van de bezwaarden. Van
der Bas is een boeiend verteller. Hij begint met een anekdote. ,,Willem
van Oranje wilde in de begindagen van onze kerk een lutherse belijdenis,
de Augsburger Confessie, opnemen in de grondslag. In de eerste synodevergaderingen
was net de Nederlandse geloofsbelijdenis als fundament aangekomen en Willem
gaf het advies dit lutherse geschrift daarnaast een plaats te geven.''
Volgens
Van der Bas wilde Willem van Oranje dit omdat hij zich met de lutheranen
verwant voelde, hij was namelijk luthers opgevoed. Maar er zat volgens
hem vooral ook een strategisch belang achter. ,,Veel invloedrijke vorsten
van Duitse vorstendommetjes waren luthers. Zij zouden na opname van de
confessie wellicht sneller geneigd zijn de Nederlanden militair te steunen
in de oorlog die voor de deur stond.'' Bloedvergieten
De
gereformeerde (later: hervormde) synode overwoog het verzoek volgens Van
der Bas ,,zeer ernstig'', maar kon toch niet achter de inhoud van het
geschrift staan. ,,Als zij hun geweten hadden genegeerd, had dat heel
wat bloedvergieten kunnen voorkomen. Snel daarna brak de Tachtigjarige
Oorlog uit, met de Spaanse onderdrukking van protestanten. Heel wat brandstapels
hebben gerookt. En ondanks dat hebben onze voorvaderen vastgehouden aan
alleen de gereformeerde belijdenis'', besluit Van der Bas de anekdote.
,,Zouden wij dan nu een andere keus maken dan onze voorvaderen?''
Wat er nou
eigenlijk mis is met die lutherse belijdenissen? Van der Bas legt graag
uit. Ongedoopte kinderen zijn volgens hem in de lutherse visie verloren
als zij komen te overlijden. Bovendien vindt hij de houding ten opzichte
van het avondmaal te rooms-katholiek. Maar het meest storende punt vindt
hij nog wel de Augsburgse visie op de uitstorting van de Heilige Geest.
Volgens de predikant staat in de confessie dat
de Geest - eenmaal over iemand uitgestort - ook weer kan verdwijnen. Ieder
die iets anders gelooft is ,,te vervloeken'', citeert hij.
In
de nieuwe PKN-kerkorde, die over ruim een maand rechtsgeldig wordt, hebben
twee lutherse geschriften ook een plaats gekregen, naast de klassieke
drie gereformeerde belijdenisgeschriften. Van der Bas meent dat die belijdenissen
elkaar in wezen tegenspreken. Van een kerk waar dat het geval is, ,,waar
leugen en waarheid naast elkaar een wettelijke plaats hebben'', kan hij
naar eer en geweten geen lid zijn. Nu
heeft de hervormde synode voor gemeenten de mogelijkheid zich op plaatselijk
niveau exclusief te binden aan de gereformeerde belijdenis. Voor veel
hervormd-gereformeerde gemeenten is dit voldoende, voor Van der Bas niet.
Hij betitelt deze constructie respectievelijk als ,,een B-weg, naast de
PKN-snelweg'', ,,een hoge schutting om de eigen gemeente, waarbuiten maar
van alles mag'' en ,,het gebruik maken van iets kwalijks, om er toch nog
iets goeds uit te halen''. Intussen
blijft volgens hem het grootste probleem gewoon bestaan. ,,Het is nog
nooit voorgekomen dat een kerk het wettig verklaart dat je de Bijbel op
elkaar tegensprekende manieren kunt interpreteren. Jezus zegt: een huis
dat tegen zichzelf verdeeld is, kan niet bestaan. Een kerk die tegen zichzelf
verdeeld is wel?'' Tegen
de stroom in Van
der Bas raadt alle aanwezigen aan om ,,voor het aangezicht van God'' en
,,getoetst aan het Heilige Woord Gods'' zelf de keus te maken of zij meewillen
,,de PKN in'', of tegen de stroom in hervormd willen blijven, wat neerkomt
op het opzetten van een volledig nieuwe kerkstructuur. Hij voegt eraan
toe dat hij zelf al een beslissing heeft gemaakt: ,,Ik kan niets anders
dan erbuiten blijven. En u? Laten we niet kijken naar mensen of aantallen,
maar naar omhoog. Als we God tegen ons krijgen, hebben we alles tegen.''
Weerwoord
op het Comité-stanpdunt klinkt vanavond niet. Het is immers een
voorlichtingsavond, geen discussieavond. Wel is er de mogelijkheid tot
het stellen van schriftelijke vragen. Van der Bas gaat op verzoek in op
de hervormde kerkorde van 1951, waar hij niet al te negatief tegenover
staat. Hij noemt daarbij niet dat vrijwel alle synodeleden van bondshuize
in 1951 tegen die kerkorde stemden, maar toch de kerk niet verlieten.
Hij
klinkt vergoelijkend als hij zegt 1951 ,,ook niet liefelijk te omhelzen''.
,,Er zit een aantal ondeugdelijkheden in, waarvan je zegt: ja, dat deugt
gewoon niet. Maar toen was er tenminste nog wel de exclusieve gereformeerde
basis.'' Plaatselijk
Een
aanwezige stelt schriftelijk dat er plaatselijk eigenlijk weinig zal veranderen.
Van der Bas bestrijdt dat. Als voorbeeld noemt hij ouders die een kind
ten doop houden in de PKN. ,,Aan hen wordt in het doopformulier gevraagd
of zij de leer die in de kerk geleerd wordt voor de volkomen en waarachtige
leer der zaligheid houden. Het gaat me om dat woordje 'kerk'. Elke uitlegger
zal verklaren dat daarmee de landelijke kerk wordt bedoeld. Ouders moeten
dus 'ja' zeggen tegen de belijdenissen van de landelijke kerk, ook tegen
de lutherse. Kunt u dat?'' Overigens spreekt het doopformulier in dit
verband niet slechts van 'kerk', maar van 'de christelijke kerk alhier'.
Een andere
aanwezige vraagt of het streven naar eenheid waartoe Jezus zelf in Johannes
17 oproept, niet het allerbelangrijkst zou moeten zijn. Van der Bas toont
zich geëmotioneerd - zijn stem lijkt bijna te breken - als hij uitlegt
dat deze woorden uit het Hogepriesterlijk Gebed hem na aan het hart liggen.
,,Dit is zo teer, dat ik er eigenlijk niet over durf te preken. Telkens
als ik het doe, schaam ik mij weer, omdat wij als christenen zo verdeeld
zijn.'' En toch is de predikant tot de overtuiging gekomen dat eenheid
niet het hoogste goed is. ,,De heilige voorrangsregel in de Schrift is:
eerst waarheid, dan eenheid.''
|