1
Thessalonians 2:11 Gij weet trouwens, hoe wij, als een vader zijn eigen
kinderen, u hoofd voor hoofd vermaanden, aanmoedigden...
1 Thessalonians 3:2 en wij hebben Timoteüs, onze broeder, en een
medewerker Gods in het evangelie van Christus, gezonden om u te versterken
en u te vermanen inzake uw geloof...
I Thess. 4 : 1 Voorts dan, broeders, vragen wij en vermanen wij u in de
Here Jezus, dat gij, zoals gij van ons vernomen hebt, hoe gij moet wandelen
en Gode behagen...
I Thess. 4 : 10b-12 Maar wij vermanen u, broeders, dit nog veel meer te
doen, en er een eer in te stellen rustig te blijven en uw eigen zaken
te behartigen en met uw handen te werken, zoals wij u bevolen hebben,
opdat gij u behoorlijk gedraagt ten aanzien van hen, die buiten staan,
zonder iets nodig te hebben.
18 Vermaant elkander dus met deze woorden.
1 Thess. 5:11 Vermaant daarom elkander en bouwt elkander op, gelijk gij
dit ook doet.
14 Wij vermanen u, broeders, wijst de ongeregelden terecht, beurt de kleinmoedigen
op, komt op voor de zwakken, hebt geduld met allen.
(hierna nog meer apostolische vernmaningen)
1 Thess. 5:23 En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel
uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus
blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn.
Vert.: NBG 1951
|