Columns (1) |
BTW-heffing en de huisdealer van de coffeeshop
door Dennis Weber Over de winst die een drugsdealer maakt met het verhandelen van allerlei illegale genotsmiddelen moet gewoon inkomstenbelasting worden betaald. Anders zit het met de BTW over de levering van drugs. In 1988 besliste het Europese Hof van Justitie dat over de levering van illegale drugs geen BTW verschuldigd was. Drugs mogen namelijk wegens hun bijzondere kenmerken per definitie volstrekt niet in het economische en commerciële circuit van de Europese Gemeenschap worden ingevoerd. Zij vallen daarom volgens het Europese Hof buiten de bepalingen van de Europese BTW-richtlijn. Zelfs aan de ervaren fiscalist valt deze rechtspraak al bijna niet uit te leggen, maar feit is wel dat deze rechtspraak weer allerlei leuke vragen oproept. Zo werden de heren Goodwin en Unstead in Engeland betrapt op het verkopen van namaakparfums. Ze kregen gelijk een strafzaak aan hun broek wegens ontduiking van de Engelse BTW over hun verkopen. Goodwin en Unstead vonden echter dat er niets aan de hand was. Ze deden een beroep op de rechtspraak van het Europese Hof uit 1988 waarin beslist was dat over de levering van illegale drugs geen BTW was verschuldigd. Ook deze zaak kwam voor de Europese rechter. Goodwin en Unstead kregen van deze rechter echter ongelijk: verkoop van namaakproducten zijn namelijk niet verboden omdat ze bepaalde bijzondere kenmerken vertonen (zoals bij drugs), maar enkel omdat je er de eigendomsrechten van anderen mee aantast. Ze moesten alsnog de BTW betalen. Ook in Nederland roept de rechtspraak van het Europese Hof uit 1988 aardige vragen op. Zo ligt er op dit moment bij het gerechtshof in Den Haag een rechtszaak over de verschuldigheid van BTW over zogenoemde paddo's. Paddo's zijn gedroogde paddestoelen met een geestverruimende werking. Volgens de eigenaar van een Smartshop, -dat is een winkel waar allerlei soorten ecodrugs, waaronder paddo's, worden verkocht-, hoeft over paddo's geen BTW te worden betaald omdat deze de verboden stof psilocybine bevatten. U ziet het: als fiscalist moet je ook goed op de hoogte zijn van de geestverruimende stoffen in allerlei drugs, anders kan je je vak niet goed uitvoeren. We zullen binnenkort zien hoe het Haagse hof over paddo's denkt. De Hoge Raad had het er onlangs ook niet gemakkelijk mee. Dat over de levering van softdrugs geen BTW verschuldigd is weten we al vanaf 1988. Maar hoe zit het nu met de vergoeding die een zogenoemde `huisdealer' aan een coffeeshophouder betaalt om aan een ter beschikking gestelde tafel softdrugs aan de man te brengen? Moet over deze `tafelhuur' BTW worden betaald? De Hoge Raad wist het ook niet precies en besloot om over deze zaak vragen aan het Europese Hof te stellen. Op de uitspraak van het EG-Hof zullen we zo'n twee jaar moeten wachten. Er zit echter een keerzijde aan het niet hoeven betalen van BTW over de opbrengst van de softdrugsverkoop. Het BTW-systeem zit namelijk zo in elkaar dat bij onbelastbaarheid van de drugs de coffeeshophouder/dealer dan ook de door hem zelf betaalde BTW over allerlei spullen niet kan aftrekken. Een coffeeshopeigenaar/dealer las de Nederlandse BTW-wetgeving echter eens goed door en kwam er achter dat de Nederlandse wet wel degelijk de door hem zelf betaalde BTW in aftrek toelaat. Een `foutje' van de Nederlandse wetgever dus eigenlijk. Zijn zaak kwam dit jaar voor bij de Hoge Raad. De dealer kreeg op alle fronten gelijk. De Tweede Kamer heeft inmiddels bij de staatssecretaris van Financiën aan de bel getrokken om dit foutje in de Nederlandse wetgeving op te heffen. Op het Ministerie van Financiën bestudeert men op dit moment de mogelijkheden om de BTW-aftrek van de coffeeshop aan banden te leggen. |
Studie in het kort
Studieprogramma
Tentamen informatie
De docenten
Columns
Studenten over de studie
Amsterdam
Porta Adriani
Studentenverenigingen Uitwisseling buitenland