Ben

Ben was een aardige jongen of beter een jongen die erg graag aardig wilde zijn. Hij haalde z'n propedeuse in twee jaar, maar dat was in de dagen waarin dit verhaal speelde nog geen probleem. Het tweede jaarsprogramma verliep wat moeizamer, maar met enkele herkansingen kwam het toch voor elkaar. In het derde jaar zorg­den de moeilijke vakken uit het moleculair biologische programma voor meer problemen.
Het was in die tijd dat we elkaar beter leerden kennen. Om niet geheel duidelijke redenen ging het af en toe helemaal niet goed met Ben en dan was hij in plaats van in de collegezaal of in het laboratorium te vinden in Pom-Pom waar hij met verve de flipperkast bediende en vele uren door bracht met schaken tegen de vreemde en vage figuren die daar nog al eens rond hingen.
In dat derde jaar werden toch enkele tentamens afgelegd, met overigens erg wisselend resultaat. Ergens in het vierde jaar startte Ben z'n eerste stage in, naar ik me meen te herinneren, de biochemische hoek. Niet dat er een startverklaring voor deze stage was verkregen. Ben hield er niet van mensen te moeten teleurstellen, zelfs zijn studie-adviseur niet. Na ontdekking van deze overtreding stond hij dan ook met zijn trouwhartige bruine ogen voor me, in de hoop dat de gevolgen beperkt zouden kunnen blijven. We maakten een plan om het puin uit het vorige jaar te ruimen en een inhaalmanoeuvre voor dit jaar uit te voeren. Ik zou hem niet van zijn stageplaats halen en toestaan dat hij als parttimer door zou gaan met zijn stage-onderzoek. Over twee maanden zouden we verder kijken. En dat gaf deze student weer moed, in dit geval zelfs te veel, zoals verder in dit verhaal zal blijken.
'Biochemie' is aan de andere kant van de stad en dus zag ik Ben weinig. Zo weinig dat ik hem tenslotte helemaal vergat. Tot op een zekere dag ...

Het was woensdag en het wekelijkse overleg van de diensthoofden van de Biologie was nogal uitgelopen. Het was dus al wat later op de ochtend toen ik op mijn kamer terugkeerde. Net toen ik dacht de kantine nog even met een bezoekje te kunnen vereren voor een kopje koffie, werd er op de deur geklopt. Drie mij onbekende studenten (kennelijk geen biologen) komen mijn kamer binnen. Twee meisjes en een jongen. De meisjes hebben bloemen bij zich maar werpen mij een overigens minder fleurige blik toe.
'Ben zit met zijn ouders in het Academiegebouw te wachten', delen ze me wat korzelig mede, 'maar er is geen examencommissie te bekennen!'.
Ik kijk vreemd op.
'De pedel zegt dat hij van geen examen weet en dat hem niets is doorgegeven' voegen zij me vervolgens toe.
Nu gaat er wel eens iets mis, maar op de examens ben ik toch altijd erg kien. Ik mompel iets van 'grote drukte de laatste tijd' en pieker snel wat er fout gegaan kan zijn en wat ik daar op dit moment nog aan kan verhelpen. Maar ik kom er niet uit en zeg 'Sorry, mensen, excuus, ik weet niet wat er aan de hand is'.
'Ja maar dat is toch van de gekke, u bent toch de secretaris!' werpen de drie mij voor de voeten.
Net als ik de voorzitter van de examencommissie wil gaan opbellen om te vragen of hij er misschien iets van afweet, valt het me op dat er toch een vreemde aarzeling is in de boosheid van mijn bezoekers.
Tegelijk schiet het door me heen dat het vandaag woensdag is en niet dinsdag, de dag waarop de examens altijd worden afgenomen! Hoe kan Ben dan denken vandaag examen te kunnen doen? Bovendien is het nog steeds ochtend en examens zijn meestal 's middags. Ik monster mijn bezoekers en langzaam dringt het tot me door dat er hier meer niet klopt. Er lijkt iets gespeeld te worden, maar wat en door wie? Ik kom er niet uit, beloof de zaak uit te zoeken en vraag het drietal om mijn excuses over te brengen aan Ben en zijn wachtende gasten in het Academiegebouw. Ze vertrekken.

Er dringen zich weer andere zaken op, de telefoon gaat en andere bezoekers vragen om aandacht. Pas in de middag vind ik rust om dit examen nog eens na te lopen. Ik neem Ben's dossier erbij. Vreemd, er is nog geen cijfer binnen van de eerste stage, laat staan van de tweede. En ook van het toch verplichte seminarium is geen cijfer te bekennen. Alleen het caputcollege is gevolgd en met een 8 afgesloten, dat wel. Uiteraard is examen doen zo onmogelijk.
Ik bel de voorzitter van de examencommissie en die zegt er ook niets van te begrijpen. Langzaam vallen de stukjes van deze puzzel op hun plaats en begin ik een beetje te begrijpen wat er aan de hand is. Om geen brokken te maken besluit ik langzaam in actie te komen ...

Ben De volgende dag bel ik Ben op in z'n studentenhuis en vraag hem langs te komen. 'Ik kom volgende week wel op uw spreekuur' reageert hij op de bekende uitstellende manier. Dat weekje kan er ook nog wel bij, bedenk ik, en ga akkoord. Als we tenslotte tegenover elkaar zitten hoeven we niet veel te zeggen. 'The game is over' merk ik van mijn kant kort en bondig op en Ben beantwoordt mijn samenvatting al even kort met een 'O.K., dit kan niet langer'.
Wat was het geval? Zoals het wel meer keer gaat is deze student ooit begonnen met de resultaten van zijn studie een klein beetje rooskleuriger voor te stellen dan ze er in werkelijkheid uitzagen. Een leugentje om bestwil dus. Moet kunnen. Eerst werd een enkel tentamen min of meer voor geslaagd verklaard. Later volgen er meer waarvan het resultaat in positieve zin werd omgebogen. 'De studie loopt best goed', zo wilde hij zijn omgeving graag laten weten. Maar naarmate de benodigde resultaten uitbleven, werd het te dichten gat tussen schijn en werkelijkheid alsmaar groter. Op het eind moest die zo voortvarend lopende' studie toch zijn logische afronding vinden en zo drong de omgeving aan op een examen dat tenslotte niet meer kon worden uitgesteld. Op een gegeven moment heeft Ben maar eens terloops een datum laten vallen (is iedereen weer tevreden!) maar zat toen wel echt met een probleem!

Ik vertel hem het spel voorlopig mee te spelen om hem zo onnodig gezichtsverlies te besparen en beloof net te doen of er inderdaad iets mis was gegaan bij de organisatie van het examen. We stellen een plan op om binnen afzienbare tijd de ontbrekende examenonderdelen bij elkaar te krijgen. Hij belooft althans zijn ouders op termijn van de ware toedracht op de hoogte te brengen. Wat zijn vrienden betreft hoeft dat niet meer, zegt hij, 'die hadden toch al lont geroken'.

Hoe ging het verder met Ben? Vele malen heb ik hem nog in Pom-Pom aangetroffen, altijd heel voorkomend bij het beantwoorden van die te verwachten vervelende vraag 'hoe de zaken er voor stonden'. Maar het examen werd nooit afgelegd ...

Jaren gingen voorbij en ik verloor hem uit het oog. Maar op een goede dag zag ik hem weer op zijn vertrouwde stek in Pom-Pom. 'Ik volg een omscholingscursus, in de automatisering' was nu het antwoord op mijn bekende vraag. En ik vreesde voor een herhaling.
Maar dit keer zat het anders. Hij slaagde voor die cursus en had zelfs een goede baan in het vooruitzicht. Later hoorde ik nog dat hij het er prima deed en in vaste dienst was aangenomen. Geen biologie volgens het boekje, geen doctoraal, maar toch een happy end!

Vorige verhaalpijl          pijl-r10e verhaal: Agnieszka