>
Artikelen >
Aanbevelingen
Aanbevelingen
voor verbetering van de dienstverlening door de Rijnstreekhopper
*)
Bernard Vermeer,
september 2004
Deze
aanbevelingen zijn gebaseerd jarenlange persoonlijke ervaring met de hopper,
gesprekken met andere klanten en kennis van andere CVV systemen.
Door overname van deze voorstellen kan men met
geringe inspanningen ervoor zorgen, dat de klanten met meer zekerheid
tijdig op hun bestemming komen.
Overzicht
-
Alternatieve
particuliere vervoerskosten aan klanten vergoeden.
-
Passagiers
informeren over afwijkingen van vertrek- of aankomsttijden.
-
Vervoerder
mag niet-uitvoerbare ritten weigeren c.q. minder prioriteit geven.
-
De
hopper dient maximaal 10 minuten op een klant te wachten.
-
Voldoen
aan de eis van een maximale omrijtijd van 15 minuten.
-
Na
registratie van de aanvraag de gegevens herhalen voor de klant.
-
De
training van de telefoonmedewerkers verbeteren.
-
Hoppermedewerkers
dienen zich bij een klant te melden als (medewerker van de)
Rijnstreekhopper.
-
Erop
toezien dat de veiligheidsgordel omgaat en zonodig assisteren.
-
In
de bussen dienen klachtenformulieren zichtbaar aanwezig te zijn.
-
Er
dient een onafhankelijke klachtencommissie te worden ingesteld.
Aanbevelingen
1.
De opdrachtgever, Stichting CVV Rijnstreek, dient een regeling te
ontwerpen om de particuliere kosten aan klanten van de Rijnstreekhopper te
vergoeden, als de hopper de klant niet binnen een redelijke tijd kan
vervoeren.
De
meeste klachten over de Hopper betreffen de overschrijding van de marges
ten aanzien van de afgesproken ophaaltijd. Daarbij komt de Hopper veel
vaker te laat dan te vroeg. Wanneer niet aan de toegestane marges kan
worden voldaan, is het CVV geen adequate vervoersmogelijkheid voor mensen
met een handicap. Men kan dan niet op tijd op verplichte afspraken komen,
bijv. bij dokters of fysiotherapeuten, sporttrainingen of cursussen, en
men kan niet reizen op de tijden waarvoor men zelf kiest, waardoor men dus
ook zijn sociaal leven niet kan inrichten zoals men zelf wil.
De
klant dient in de gelegenheid te worden gesteld alternatief vervoer te
regelen als de hopper in gebreke blijft.
Een goed voorbeeld van een vergoedingsregeling is die van de
deeltaxi West-Brabant. Klanten
krijgen taxikosten vergoed, als de hopper niet binnen een half uur na
herinnering de klant komt ophalen. In de praktijk zal hier niet veel
gebruik van gemaakt worden, maar in extreme gevallen weerspiegelt de
regeling, dat de rechten en plichten van klant en vervoerder evenwichtig
zijn verdeeld, en kan de klant uiteindelijk toch op de bestemming komen.
Zie:
Vergoedingsregeling
klanten Deeltaxi West-Brabant
www.rijnstreekhopper.ontheweb.nl/documenten/pzn
Vergoeding klanten Deeltaxi.doc
2.
De vervoerder dient de passagier direct te informeren over te
verwachten afwijkingen van meer dan 10 minuten in afgesproken vertrek- of
aankomsttijden.
3.
De vervoerder mag aanvragen van ritten weigeren, als zij deze
ritten naar verwachting niet kan uitvoeren binnen het daarbij behorende
tijdvenster. Als bovengenoemde ritten toch worden geaccepteerd, en
de klant is daarbij gewezen op grote drukte, dan dienen deze ritten minder
prioriteit te krijgen.
Nu
rechtvaardigt de vervoerder vertragingen met verwijzing naar de
verplichting, om aanvragen van ritten op een bepaalde tijd te accepteren en
geen prioriteiten te kunnen stellen.
4.
De hopper dient maximaal 10 minuten te wachten op een klant die niet
klaar zit.
Voor
sommige CVV-gebruikers is de eis, dat zij bij de buitendeur van het
ophaaladres klaar zitten, niet haalbaar, b.v.
wegens regen, tocht, gebrek aan zitgelegenheid of lage temperatuur,
maar ook vanwege de overschrijding van het tijdvenster. Er dient dan
voldoende gelegenheid te zijn om van huis naar de buitendeur te lopen, bij
voorbeeld van de flat. Anderzijds
mag de hopper ook niet te lang wachten, waardoor de planning en daarmee
het bijtijds ophalen van andere klanten in de knel komt.
5.
Er dient te worden voldaan aan de eis van een maximale omrijtijd
van 15 minuten, omdat anders de belasting voor de klant te groot is.
De
omrijtijd van maximaal 15 minuten wordt nog wel eens overschreden. Vooral
als mensen naar een andere gemeente reizen, zit men lang in de bus als
gevolg van combinatieritten. Maar ook bij binnengemeentelijke ritten houdt
de vervoerder zich niet altijd aan de voorgeschreven omrijtijd. Samen met
de overschrijding van het tijdvenster kan dit een enorme belasting voor de
klant zijn.
6.
Na registratie van de aanvraag dient de telefoonmedewerker de
gegevens te herhalen voor de klant.
Er
worden te vaak fouten gemaakt bij de registratie van plaats en tijd van
ritaanvragen. Ter voorkoming van fouten is een herhaling van rittijden en
adressen onontbeerlijk.
7.
De training van de telefoonmedewerkers moet worden verbeterd, zodat
deze bij het reserveren en bij klachten/meldingen kunnen zorgen voor een
klantvriendelijke en doeltreffende afhandeling.
Meldingen
van niet tijdig verschijnen van de hopper worden in de regel
onverschillig, terughoudend en kortaf, soms bestraffend, beantwoord,
terwijl juist in die gevallen enige welwillendheid en excuses mogen worden
verwacht.
8.
Ter voorkoming van misverstanden en voor de bevordering van de
naamsbekendheid van de Rijnstreekhopper dienen zowel de telefoonmedewerkers als de
chauffeurs zich bij een klant te melden als (medewerker van de)
Rijnstreekhopper.
De
medewerkers van de Rijnstreekhopper melden zich vaak met “Van der
Laan” of “TAXI”. Dit kan tot misverstanden leiden. Ook
is het een wens van de Rijnstreekhopperorganisatie om de naamsbekendheid
te vergroten.
9.
Chauffeurs
dienen erop toe te zien dat de veiligheidsgordel omgaat en zonodig hierbij
te assisteren.
De
vervoerder heeft al behoorlijke aandacht gegeven aan de veiligheid van de
rolstoelpassagier. Echter,
veel chauffeurs besteden nog geen aandacht aan de veiligheidsgordel.
10.
In de bussen van de Rijnstreekhopper dient altijd een
aantal klachtenformulieren voor de klant zichtbaar aanwezig te zijn.
11.
Er dient een onafhankelijke
klachtencommissie te worden ingesteld. De klachtenprocedure dient
duidelijk te zijn en bekend te zijn bij iedereen: CVV-gebruikers,
personeel, gemeenten etc, en d.m.v. een folder te worden uitgelegd.
Na
3,5 jaar is er nog steeds geen geformaliseerde klachtenregeling. Er is
geen sprake van een onafhankelijke klachtbehandeling omdat de klachten
worden afgehandeld door de vervoerder. De rol van de opdrachtgever, Stichting
CVV Rijnstreek, is onduidelijk. De klachtenprocedure is ondoorzichtig voor
de klant en wordt onvoldoende bekend gemaakt.
*) Deze aanbevelingen zijn ook beschikbaar
als .doc-bestand: aanbevelingen.doc
============