Jacobus van Maanen en Hendrika Hense
Maanstof

Startpagina

Inhoudsopgave

Familieleden e.a.

 

Jacobus van Maanen 
ged. NG Bunnik 10-04-1763
schipper 
ovl. Bunnik 27-11-1839 
otr. Amerongen 23-03-1786, tr. (NG) Amerongen 17-04-1786
Hendrika Hense
geb. Amerongen, ged. NG Leersum 05-01-1755
ovl. Jutphaas 15-02-184
kwartierstaatnrs 128 en 129, stamboomnr IVb

handtekening Jacobus van Maanen Het vinden van een handgeschreven brief van Jacobus van Maanen in het archief van de gemeente Bunnik was indertijd een bijzondere verrassing. In deze brief van omstreeks eind 1796 begin 1797 verzoekt hij aan de Schout en het Gerecht van Bunnik en Vechten het pachtgeld van het veer tussen Bunnik en Utrecht te verminderen, omdat ‘hij bij desen declareerd er niet Van te kunnen Bevaaren’. Een transcriptie en een afbeelding van deze brief zijn te vinden op pagina Brief Jacobus van Maanen.

Jacobus was dus veerschipper tussen Bunnik en Utrecht. Hij nam het schippersambt over van zijn vader, nadat deze was overleden. Dat moest officieel geregeld worden;  Jacobus diende een verzoek in en de ambachtsheer Mr. Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten gaf toestemming ‘mits zig reguleerende naar de orders op het zelve veer gesteld’ en ‘daar het behoort zullende hij suppliant daar van tot een jaarlijksche recognitie betalen 6 gulden ingegaan den 1e mei 1791’. Daarnaast wordt Jacobus o.a.in 1794 als schepen van Bunnik en Vechten genoemd.

Jacobus en zijn vrouw Hendrika Hense met hun vier zoons en een dochter woonden aan de Langstraat in Bunnik. Het huis huurde het gezin van de Gereformeerde Kerk tegen een huur van 29 gulden per jaar in 1791. In 1808 was die huur gestegen tot 50 gulden per jaar.

Tegenwoordig kun je een appelboom huren bij een fruitteler en een kip adopteren bij een pluimveehouderij. Niets nieuws onder de zon:’Op den 28e Junij 1806 compareerde ter Secretarije van Bunnik en Vechten, Gijsbert van Stoenderdaal de welke verklaarde in de baat en voeder te geven aan Jacobus van Maanen een zwart bonte melkkoe tot den eersten Maij 1807 compareerde ter zelver tijd mede gemelde Jacobus van Maenen die verklaerde gemelde zwart bonte melkkoe en het voeder aen te nemen tot den eersten maij 1807’.

Vanaf  omstreeks 1800 gaat het gezin financieel niet voor de wind. Uit het Kerkrekenboek van de Diaconie Penningen blijkt dat Jacobus jaar in jaar uit in gebreke blijft zijn schulden aan huishuur en pacht te voldoen.  De notulen van de kerkenraad melden daarover dit: ’10 febr. 1828. Werd aan de vergadering voorgelezen een verklaring van Jacobus van Manen ten opzigten van zijne schuit welke hij ten onderpand stelt voor de verschuldigde f 100,=.

Jacubus stierf op 76-jarige leeftijd. Nog geen anderhalf jaar later overleed Hendrika. Zij was toen 86 jaar.

* Eerder gepubliceerd in Tijdwijzer (familieblad Pieter van der Kam) afl. 18, oktober 2004
* Bronnen:
     Utrechts Archief
     Streekarchivariaat Wijk bij Duurstede
     Gemeente archief Bunnik

24/12-2004