Tekstversie

Gps staat voor Global Positioning System. Het Amerikaanse Ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor het systeem en draagt zorg voor het onderhoud. GPS bestaat uit 24 satellieten die in een baan om de aarde zweven. Zweven is eigenlijk niet het goede woord, de satellieten draaien in een vaste baan om de aarde. Iedere satelliet draait tweemaal per dag om de aarde en zendt een uniek radiosignaal uit. Deze signalen gebruikt een GPS-ontvanger om zijn positie op aarde te bepalen. Hiervoor zit in iedere ontvanger, of in de daarbij behorende software, een database om deze signalen op de juiste wijze te interpreteren. In deze database staat waar elke satelliet zich op welk tijdstip bevindt. Behalve het unieke signaal van de satellieten heeft de GPS-ontvanger ook de tijd nodig die het signaal erover doet om bij de ontvanger te komen. Iedere satelliet heeft voor deze tijdmeting een atoomklok aan boord en de tijd die deze aangeeft wordt met het unieke signaal meegezonden. De GPS-ontvanger krijgt het signaal van een bepaalde satelliet binnen en kan zo, met behulp van zijn database, bepalen hoe lang het signaal erover heeft gedaan.

Met een druk op de knop je positie en route bepalen.
Om een positie te kunnen bepalen zijn de signalen van minstens drie satellieten nodig. Dit zijn de drie satellieten waarvan het signaal met hetzelfde tijdsinterval bij de GPS-ontvanger binnenkomt. De GPS-ontvanger bevindt zich op het snijpunt van deze drie satellieten. Om naast de positie ook de hoogte te bepalen is de ontvangst van een vierde satelliet nodig. In de praktijk ontvangt een GPS-ontvanger als het goed weer is het signaal van zes tot acht satellieten. Voorwaarde hiertoe is wel dat er niet te veel obstakels zoals hoge gebouwen, bomen, rotsen, tunnels of andere objecten in de weg zitten. In smalle steegjes en binnen in een gebouw is de ontvangst een stuk minder, meestal is er in gebouwen helemaal geen ontvangst. Dit is dus het zwakke punt van GPS. Mist of bewolking hoeft geen probleem te zijn voor de radiosignalen, maar een dicht bladerdak of een betonnen tunnelbak laten deze signalen erg slecht door. Door de ontvangers gevoeliger te maken, hetgeen bij de meeste moderne GPS-ontvangers zijn er betere resultaten bereikt, maar een 100% dekking mag u hiervan nooit verwachten.

Nauwkeurigheid.
Aangezien het Pentagon niet voor niets zoveel geld gestoken heeft in het in de lucht schieten van satellieten, is het voor burgers zoals u en ik niet mogelijk om met dezelfde precisie onze positie te bepalen. Het signaal van de satellieten wordt bewust een beetje verminkt zodat de afwijking meestal tussen de 10 en 100 meter horizontaal en 150 meter verticaal bedraagt. Deze afwijking heet Selective Availability' (SA) en het is de bedoeling dat vijandige strijdkrachten een niet zo nauwkeurig signaal krijgen zodat de Amerikaanse strijdkrachten een voordeel behouden. De Amerikanen gebruiken hiertoe speciale (geheime) GPS-ontvangers die de verminking van het signaal weer kunnen opheffen. In de golfoorlog werd SA uitgezet omdat er een gebrek was aan deze militaire GPS-ontvangers. Hierdoor kreeg iedere GPS-ontvanger een nauwkeurigheid van één meter. Behalve de onnauwkeurigheid van het GPS-signaal veroorzaakt door SA, heeft de ontvanger altijd een eigen onnauwkeurigheid. Deze onnauwkeurigheid wordt door een aantal ontvangers met Estimated Position Error (EPE) aangeduid. Toch is deze afwijking meestal niet zo groot en in vergelijking met SA verwaarloosbaar. Er is een manier om een civiele GPS-ontvanger nauwkeuriger te maken. Met behulp van Differential GPS (DGPS) wordt de positie die van de satellieten is verkregen gerefereerd aan een vast baken. Van zo'n baken is de positie uiterst nauwkeurig bekend, waardoor de positie van de GPS-ontvanger nauwkeuriger is te bepalen. Vooral voor landmeters, baggeraars, geologen en navigatiesystemen is dit zeer interessant.


NieuwsAlgemene infoBrochureHandleidingInstallerenWat is GPS?weetjesGastenboek