ZONDAG 30 SEPTEMBER

Vanmorgen rijden we zo'n 200 km naar het westen naar de stad Bikaner, die in het hart van de Tharwoestijn ligt. We bezoeken er het fort Junagarh dat tussen 1588 en 1593 werd gebouwd door Rajpoetleider Raja Rai Singh. Er is, ondanks vele aanvallen, nooit een belegeraar in geslaagd het fort in handen te krijgen. Het fort, dat is omgeven door een 1 km lange, muur telt 37 paleizen, paviljoens en tempels die onderling zijn verbonden door binnenplaatsen en nauwe gangen. De paleizen zijn gebouwd uit rode zandsteen en marmer. Ook hier zijn de privé vertrekken weer schitterend gedecoreerd.

Na het bezoek aan het fort maken we met een aantal motorriksja's een tochtje door de stad. We zitten met 3 personen in de 3-wielige voertuigjes die als botsautootjes, links en rechts passerend, overal tussendoor racen en elkaar proberen in te halen. Gelukkig lopen ze regelmatig vast in de verkeersdrukte van fietsers, brommers, karren en riksja's zodat er nog wat van de straattaferelen te fotograferen valt. Tussendoor wandelen we een stuk door een winkelstraat waarna we weer in de verderop wachtende motorriksja's stappen.

We slapen vannacht in Hotel Ganjer Palace, een jachtslot aan een meer een eind buiten de stad, waarin vroegere tijden zelfs een spoorlijn naar toe liep getuige de perrons in de tuin. Voor mijn kamer in één van de zijvleugels staat een tempel gewijd aan de god Ganesha. Helaas is het eten hier niet zo geweldig en bovendien schalt er harde populaire muziek uit een stel speakers die in de open haard zijn verstopt terwijl buiten op het terras een stel dansers en een rajpoet-orkest een voorstelling geven. Een kakofonie van geluiden dus waar sommigen om moeten lachen en anderen kwaad over worden.