Limnologie is onderzoek van zoet water.

Wateruitwisseling van oppervlakte water en water uit de diepzee, zuurstof wordt door het water getransporteerd zodat op meer dan 11 km diepte leven mogelijk is.

Stromingen worden veroorzaakt door: - het draaien van de aarde, - invloed van zon- en maanstand, - oppervlakte winden / vernauwing van water.

Gelaagdheid van stromingen vindt meestal plaats rondom de kentering, oppervlakte water kan in tegengestelde richting stromen als het water op b.v. 15 meter diepte.

Trekken van de zee wordt veroorzaakt door opgestuwd water dat van ondiep gedeelte van de kust naar dieper gedeelte stroomt.

Eb is het "afgaan" van het water
LW is laag water, laagste stand normaal
HW is hoog water, hoogste stand normaal
Vloed is het z.g.n. "opkomen" van het water
Kentering is de korte stroomstilstand tussen LW en HW of HW en LW

Getij van oceaan of zee wordt veroorzaakt door aantrekkingskracht van zon en maan, de maan heeft de sterkste invloed.

Doodtij het vloedverschijnsel treedt wel op maar blijft beneden de gemiddelde waarde.

Duiken in zee of zeearmen dient men altijd vooraf de getijtafels te raadplegen.

Vloedgolven ontstaan door onderzeese aardbevingen.

Spronglaag of thermokline is de scheidingslijn tussen warm en koud water.

Erwtensoep effekt ontstaat na 1 dag windkracht 6 op zee, vooral door landwind.

Duiken in zee, half uur voor LW te water, einde duik 45 minuten Na LW.