Genealogie Poolse familie Werk (verkort) |
I.
Samuel Werk, geboren omstreeks 1827, pachter,
dagloner. Trouwde Karoliny Kühnart (Karolina
Kinast), geboren omstreeks 1824. |
Uit dit huwelijk: |
I.1 Wilhelm
Werk, volgt
II. |
# # # # # |
II.
Wilhelm Werk,
geboren Olechów 26 december 1852, gedoopt Pabianice 28
december 1852, overleden Lodz 1 juli 1925, wever. Trouwde
Lodz (Evangelisch-Augsburgse kerk) 16 oktober 1875 Amalie
(Amalia) Augusta Feige, geboren Lodz januari 1855, overleden Lodz
7 april 1935. Dochter van Franz Feige, wever, en Johanna
Rolle. |
Uit dit huwelijk: |
II.1 Reinhold
Werk, volgt
III. |
# # # # # |
III.
Reinhold Werk,
geboren Lodz 4 mei 1881, gedoopt Lodz (Trinitatiskirche)
5 mei 1881, overleden Heemstede (Huize St. Bavo) 14
augustus 1961, begraven Heemstede (RK begraafplaats
Berkenrode) 17 augustus 1961, chemigraaf (clichémaker:
graveerwerk met chemische procédés), graveerde koperen
cilinders voor rotatiedruk, in dienst van drukkerij De
Spaarnestad. Trouwde München-Gladbach 4 augustus 1909 Anna
Katarina Klüttermann, geboren München-Gladbach 5 maart 1883,
gedoopt München-Gladbach 6 maart 1883, overleden
Heemstede 28 oktober 1965. Dochter van Peter Joseph
Klütterman en Helena Küpers. |
Uit dit huwelijk: |
III.1 Alicja Aleksandra
(roepnaam Alice) Werk, geboren Lodz 19 april 1914,
overleden Overveen 10 februari 2001. Trouwde Haarlem 24
januari 1940 Theodorus Hendrikus (roepnaam Ted)
Vermeulen, geboren Haarlem 21 oktober 1914, overleden
Bloemendaal (Résidence Fleurage) 4 september 2005,
Ridder in de Orde van Oranje Nassau, directeur en
mede-eigenaar
Vermeulen-Hollandia - bouw van
carrosserieën en schuifdaken. Zoon van Johannes
Wilhelmus Vermeulen, wagenmaker, directeur Vermeulen-Hollandia b.v.,
Haarlem-Oudenbosch-Kampen-Antwerpen, en Anna Elisabeth Broekhuijzen. |
III.2 Erwin Werk, volgt
IV. |
# # # # # |
IV.
Erwin Werk
(pater Raynaldus), geboren Petrograd (St. Petersburg) 27
maart 1917, overleden Achel (België) 6 november 1991,
begraven Achel (kloosterkerkhof) 13 november 1991,
ingetreden Achel, abdij Achelse Kluis, 14 september 1936,
trappist (monnik van een uiterst strenge
orde, een afzonderlijke tak van de cisterciënzers,
ontstaan in 1664 in het Franse klooster van O.L. Vrouw
van La Trappe). |
Congolees
trappistenklooster Samen met de paters Lambertus,
Emmanuel en Adelbertus, en de broeders Arnoldus1
en Marinus vestigt pater Raynaldus zich op 10
februari 1958 in Congo. Na het verwerven van de
nodige gronden krijgen zij in 1959 officieel
toestemming een noviciaat te beginnen in Kasanza.
Pater Emmanuel van Gassel fungeert als eerste
novicenmeester. Kandidaten stromen toe, vele
novieten ontbreekt het echter aan
doorzettingsvermogen en haken in hun proeftijd
af. Ook hun onbekendheid met het contemplatieve
leven speelt daarbij een belangrijke rol.
Desondanks levert de eerste lichting een 'zwarte
parel op': Edouard Mununu, de eerste inlander die
tot overste en in 1986 zelfs tot bisschop van
Kikwit wordt gewijd. |
Met
inbegrip van novicen en postulanten bestaat de
kloostergemeenschap in 2006 uit achttien
monniken. Novicenmeester is de enige Europeaan
pater Irénée afkomstig uit de abdij van
Timadeuc in Bretagne. In aanwezigheid van zo'n
300 genodigden, waaronder oud-prior van Kasanza
monseigneur Mununu, is het gouden jubileum op
zondag 10 februari 2008 gevierd. |
Lees het
uitgebreide artikel Monniken uit de
Achelse Kluis op Leven en
folklore onder de Leendse toren. |
|
|
De omzwervingen van Reinhold Werk |
Inleiding.
Polen
was sinds het Congres van Wenen in 1815 een koninkrijk
(Congres-Polen), met een eigen parlementair systeem en
een leger, en maakte deel uit van het Russische
keizerrijk. Tevergeefs kwamen de Polen in 1830
1831 en 1863 in opstand tegen de onderdrukking van de
Russische tsaar. Het resultaat was in beide gevallen een
politiek van strenge russificatie. Tsaar Alexander III
(1881 1894) maakte een eind aan de door zijn vader
Alexander II (1855 1881), die onder andere in 1861
de lijfeigenschap ophief, ingezette liberale
hervormingen. Met hulp van kerk en onderwijs
intensiveerde hij het russificeringsbeleid. Het zal dan
ook geen verbazing wekken dat de in 1881 te Lodz geboren
Reinhold Russisch sprak. Pas na de Eerste Wereldoorlog
zou Polen in 1918 zijn zelfstandigheid terug krijgen.
Deels alleen, deels met zijn gezin begon Reinhold Werk
vanuit Lodz omstreeks 1909 een zwerftocht door Europa.
Vrijwillig, maar ook gedwongen door de Russische
Revolutie (1917), de Eerste (1914-1918) en de Tweede
Wereldoorlog (1939-1945) zette hij keer op keer de
volgende stap op zoek naar werk en inkomen. Aan de hand
van twee documenten [1,2] heb ik zijn zwerftocht
gereconstrueerd. Deze zou uiteindelijk een halve eeuw
duren en eindigen in Nederland. |
|
Reinhold
Werk leerde
voor graveur in Lodz, welke stad aan het eind van de
negentiende eeuw het middelpunt was van de productie van
katoenen weefsels. Vader Wilhelm Werk was wever in Lodz
zoals ook Benjamin Loze en Karl Rolle, in 1875 getuigen
bij zijn kerkelijk huwelijk, dat beroep aldaar
uitoefenden. Reinhold trok omstreeks 1909 naar Duitsland.
'Onkel
[Reinhold] hatte eine besser Aufstiegsmöglichkeit wenn
er eine Zeitlang in Ausland gearbeit hätte [
]', aldus nicht Othilië. Hij vond
een baan in München-Gladbach [3] en raakte daar bevriend met
een broer van zijn toekomstige echtgenote Anna Katarina
Klüttermann. Vlak na hun huwelijk vestigden Reinhold en
Anna zich in Lodz waar zij onderdak kregen bij de ouders van
Reinhold. 'Als Onkel mit der Tante wieder nach Lodz
kam, bekam er eine gute Stellung. Tante gefiel es ja auch
gut bei uns. Einmal war auch Deine [Alicjas]
Groszmutter Frau Klütterman bei uns zur Besuch, das
weisz ich noch sehr genau, als sie wieder abreiste sagte
sie zu meinen Groszeltern: "Nun kann ich ruhig
abreisen ich weisz wo meine Tochter ist.'" |
|
Meteen
na de geboorte van dochter Alicja en voor het uitbreken van
de Eerste Wereldoorlog trok het gezin in 1914
naar de Russische hoofdstad Petrograd, waar Reinhold een goede
betrekking kreeg: 'Onkel hatte ein gute
Stellung, ihr wohntet in einer der
Prachtstraszen, hattet auch Dienstboten'. Of Anna kon aarden in St.
Petersburg is twijfelachtig. In tegenstelling tot
Reinhold sprak zij namelijk geen Russisch. De
enige woorden die zij sprak waren 'Nje
ponimaju' of
wel 'ik begrijp niet'. Met het uitbreken van de
Russische revolutie in 1917, het jaar waarin zoon
Erwin is geboren, kwam er ook een eind aan de
welstand van het gezin Werk. Zij behoorden immers
tot de bourgeoisie, die moest wijken voor het
boeren- en arbeidersproletariaat. Om zijn gezin
nog enigszins te kunnen onderhouden werkte
Reinhold als drukker. Met achterlating van alle
bezittingen, en alleen met het geld dat de
verkoop van sieraden, bontjas en stola van Anna
had opgebracht, werd het gezin uiteindelijk in
1918 gedwongen Rusland te verlaten. 'De
oorzaak was wel dat zijn zwager (Duitser) in
hetzelfde bedrijf werkzaam was en men dacht dat
hij ook Duitser was. Ondanks het feit dat hij de
taal goed beheerste, op school Russisch onderwijs
heeft gehad en een Russisch paspoort had, moest
hij toch Rusland verlaten. Het leven werd hem
moeilijk gemaakt zoals schieten door open ramen.' |
Na
een reis van ongeveer drie weken vestigden zij
zich weer in Lodz, waar het gezin opnieuw
introk bij de ouders van Reinhold. In het door
Duitsland bezette Polen was de werkgelegenheid
echter slecht, 'de fabrieken lagen
allemaal stil'.
Agenten uit Duitsland zochten seizoenarbeiders
voor de landbouw. Reinholds zuster besloot daarop
zich samen met haar dertienjarige dochter
Othilië en haar vijftienjarige zoon te laten
inschrijven voor de periode mei tot en met
december. Omdat de oorlog in december nog niet
ten einde was mochten zij niet terug naar
Lodz.[4] Zij verhuisden naar een grotere plaats:
Dreetz 14 km ten noordoosten gelegen van Neustadt
an der Dosse (Brandenburg), waar reeds bekenden
van de moeder naar toe waren gegaan, en woonden
met meerdere families in een arbeidershuis van
een landeigenaar. Iedere familie had zijn eigen
slaapkamer, de woonkamer met een grote stenen
oven werd gedeeld. |
Ook Reinhold
Werk zocht werk in die omgeving. Aanvankelijk
probeerde hij in Berlijn aan de slag te komen, wat
hem niet binnen vijf dagen lukte waardoor
Reinhold, Anna en hun beide nog jonge kinderen
Alicja en Erwin zullen ongeveer vijf en
twee jaar oud zijn geweest gedwongen waren
de Duitse hoofdstad te verlaten. Hun volgende
bestemming was Dreetz waar zij in hetzelfde
arbeidershuis woonden als Othilië en haar twee
kinderen. Reinhold werkte in de landbouw en Anna
verzorgde de gemeenschappelijke maaltijden. Op de
vrije avonden vermaakten de gezinnen zich met
vioolmuziek en dansen. Alicja leerde daar de
polka dansen. Haar ouders wilden echter weer
graag naar Rheinland waar Alicjas
grootouders nog steeds in München-Gladbach
woonden. Met steun van oom Willie Klüttermann
die aan een valse pas kon komen, Rheinland was
nog door de Engelsen bezet, en een etage in zijn
woning ter beschikking stelde, streek Reinhold
zich met zijn gezin neer in München-Gladbach. 'Mijn
grootouders Klutermann kwamen bij ons inwonen. Of
omgekeerd. Ik ben daar tot de derde klas op
school geweest.' De inflatie stak echter de kop op,
hetgeen in 1923 tot zeer hoge werkloosheid zou
leiden. Op 114.000 inwoners waren 35.000 inwoners
werkloos en werkten nog eens 15.000 kort.[5] |
Reinhold vond
echter een goede baan in Haarlem, waar hij in 1921 als
graveur en chemigraaf in dienst trad van
drukkerij De Spaarnestad. Volgens zijn dochter
was hij kundig in driekleurendruk. 'Als Tante
dann das schlimme Bein hatte, kam ich doch auch
eine Zeitlang zu euch, da war schon die
Inflation, da muß 1921? gewesen sein. Onkel
arbeitete damals in Holland und kam alle 14 Tage
und brachte das große Geld.' Aldus nicht Othilië, die
op dat moment ongeveer zestien jaar oud was en
waarschijnlijk een handje in de huishouding
hielp. In het bezit van Poolse paspoorten
vestigde het gezin zich in 1922 in Haarlem.
Alicja doorliep in Haarlem de MMS en verwierf
begin 1940 door haar huwelijk met Ted Vermeulen
het Nederlanderschap. Broer Erwin bezocht het
Gymnasium van de Kruisheren in Uden en trad op
negentienjarige leeftijd in de Sint
Benedictusabdij van de Achelse Kluis. |
|
|
Met
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zou
opnieuw een moeilijke periode aanbreken voor
Reinhold en Anna Werk. Duitsland viel 1 september
1939 Polen [6] binnen, Nederland zou 10 mei 1940
volgen. Zij werden volgens dochter Alicja als
'Volksduitsers' [7] beschouwd. Polen bestond
immers niet meer in de ogen van Duitsland.
Reinhold kreeg op 64-jarige leeftijd een oproep
voor de militaire dienst en werd in Haarlem door
de Duitse bezetter ingezet voor
bewakingsdiensten. Na de capitulatie op 5 mei
1945 werd Reinhold in IJmuiden op de boot naar Wilhelmshafen gezet. Lopend van
boerderij naar boerderij bereikte hij na elf
dagen München Gladbach. Ongetwijfeld zal zijn
voettocht in afstand langer zijn geweest dan 285
km hemelsbreed. Reinhold trof een zwaar vernielde
stad aan, 60 % van de binnenstad was verwoest.
[5] Toevalligerwijs trof hij daar Annas oom
Willie Klüttermann aan, die vanuit Thüringen
waar familie Klüttermann zich had terug
getrokken, polshoogte kwam nemen. |
Terug
in Thüringen [8] besloot de
familie, kennelijk niet gerust op de bedoelingen
van de Russische bevrijder ('Toen de
Russen naderbij kwamen, waren er zo alarmerende
berichten'),
in een groepje van tien personen terug te lopen
naar München Gladbach. s Nachts werd in
een schuur geslapen, een paar man hield de wacht.
Met geld en goederen probeerde Reinhold, die
Russisch sprak, te onderhandelen met Russische
grenswachten. Dat verliep nogal moeizaam, totdat
de groep bij een grensovergang voor een rol stof
werd doorgelaten. Met het hoognodige meubilair
van bevriende mensen betrokken Reinhold en Anna
Werk een paar kamers in München
Gladbach Rothausen. Beschouwd als
Oost-Duitse vluchtelingen kregen zij financiële
ondersteuning van de West-Duitse overheid.
Desondanks zouden ze nog veertien jaar onder
armoedige omstandigheden leven. Ted Vermeulen
haalde zijn schoonouders in 1959 uiteindelijk
naar Nederland. In het Volkswagenbusje paste hun
hele huisraad. Hun allerlaatste bestemming was Heemstede, waar Reinhold in 1961 en
Alicja in 1965 zouden overlijden. |
|
|