ERCKENRAET GAEL, geboren rond 1300, overleden na 1348, minstens 48 jaar oud, dochter van GHERYT GAEL en MACHTELD N.N..
Zij leeft nog als weduwe 8 december 1348, op welke dag zij met haar kinderen de helft van 5,5 made land in de Schouwbroec, -thans nog steeds genaamd de Schouwbroekpolder- in 't ambacht van Heemstede schenkt aan het Nieuwe Gasthuis te Haarlem (later genaamd het St. Elisabeth's Gasthuis). (zie jb. CBG 1970).
Erckenraet is getrouwd tussen 1320 en 1325 met
JACOB WILLAEMSZONE VAN HILSEBROEC, schepen van Haarlem in de jaren 1324 en 1325, geboren voor 1300, overleden voor december 1348, zoon van WILLAEM VAN HILSEBROEC en VER HAZEKINE.
Hij bezat de leengoederen der Van Hilsebroecs reeds in 1331, op 1 april van dat jaar ontvangt hij vergunning van Graaf Willem IV om "de minre helft van al zijn lenen" (w.o. de tienden van Ravensdorp) als lijftocht te stellen voor zijn echtgenote. In 1344 wordt hij vermeldt, met zijn moeder Ver Hazekine, als huurder van grafelijke goederen in en bij Haarlem. (zie jb. CBG 1970).
Uit dit huwelijk:
- 1 : WILLEM VAN HILSEBROEC, geboren rond 1328.
Reeds meerderjarig op 8 december 1348 bij het passeren van de schenkings-akte. Hij schenkt op 11 april 1385 aan het St.Jans klooster 4,5 morgen land liggend in het ambacht van Wateringen. Voorts bezat hij stoel no.35 in het Kerstgilde, reeds in de eerste ledenlijst uit het jaar 1371 wordt zijn naam vermeld als een der 52 leden van dit gilde, slechts eenmaal komt hij bij het Kertsgilde voor in een bestuursfunctie, in 1384 blijkt hij een der drie "vinders"te zijn.
Na het overlijden van zijn beide zoons blijkt uit de beleningsoorkonde van zijn neef Jan Floryszoon Gael dat hij, "oude Willem van Hilsebroec", deze leengoederen had bezeten, hetgeen ook logisch is aangezien hij toch de oudste zoon van zijn vader was. Ook was het ongetwijfeld deze zelfde "oude Willem" die indertijd (ca. 1380) de oude leenbrieven van heer Symon van Haerlem op de grafelijke kanselarij liet inschrijven in het Register "XVIII". (zie jb. CBG 1970).
Hij had bij een nog onbekende vrouw 2 zonen.
- 2 : FLORIS GAEL, geboren rond 1330, overleden rond 1399, ongeveer 69 jaar oud.
Als jongere zoon, zonder leengoederen, vindt men praktisch niets over hem in de oude aktes. Wel vindt men hem vermeld in het Ruyghe Register van het Kerstgilde aangezien hij daarin met name genoemd wordt in de bestuurslijsten van de jaren 1381 als "dienst", in 1385, 1390 en 1395 als "vinder" en in de jaren 1392 en 1393 als "deken". In de algemene ledenlijst van 1396 staat bij zijn naam extra aangetekend dat hij zijn stoel (no. 26) verworven had van Symon van der Does, die zelf voor het laatst nog in 1378 als stoelbezitter voorkomt. Aangezien zijn zoon Jan in 1400 zijn stoel blijkt te bezitten kan aangenomen worden dat Florys in 1399 of 1400 is gestorven. (zie jb. CBG 1970).
Floris was gehuwd (1) met N.N..
Heel misschien een dochter van genoemde Symon van der Does.
Floris was gehuwd (2) met BAERTRAET N.N., overleden in 1420 of 1421.
Hoogstwaarschijnlijk een lid van het geslacht Diert. Zij bezat zelve eveneens een stoel in het Kerstgilde (zie de complete ledenlijst Anno 1406) en komt het eerst voor in het jaar 1399 als "dienst" als "Baertraet Floris Galen". Reeds in 1402 is haar naam dan veranderd in "Baertraet Jan Braeuwen" zodat zij kort na het overlijden van Floris Gael hertrouwd moet zijn met Jan Braeuwe, schepen van Haarlem in datzelfde jaar 1402. Na haar overlijden in 1420/21 wordt haar stoel overgeschreven op Gheryt Jan Braeuwen die jongste, een voorzoon van haar tweede echtgenoot.
Baertraet was later gehuwd met JAN BRAEUWE, schepen. Hij had bij een nog onbekende vrouw één zoon.
- 3 : JAN VAN HILSEBROEC, vermeld in de schenkings-akte van 1348, daarna niet meer gevonden, niet vermeld in het testament van zijn tante Lizebette Gael (1358). Een en ander vormt echter volstrekt geen bewijs dat Jan op jeugdige leeftijd zou zijn overleden.
- 4 : AREND VAN HILSEBROEC, vermeld in de schenkings-akte van 8-12-1348 en 12-7-1349, nog minderjarig zijnde. Hij ontvangt van zijn tante Lizebette Gael een legaat volgens haar testament van 26-3-1358. Tussen 1396 en 1400 moet hij een stoel, (no.16) in het Kerstgilde verworven hebben. In 1401 wordt hij vermeld als "deken"van dit genootschap. Hij stierf zeker kinderloos, aangezien hij zijn stoel legateerde aan zijn broeders zoon Jan Florys Galenzoon, op wien deze stoel in 1416 werd overgeboekt.
- 7 : ALIJT VAN HILSEBROEC, uitsluitend voorkomend in de akte van 8-12-1348, zij is dan nog minderjarig.
INDEX