WILLEM VAN HILSEBROEC, geboren rond 1328, zoon van JACOB WILLAEMSZONE VAN HILSEBROEC en ERCKENRAET GAEL.
Reeds meerderjarig op 8 december 1348 bij het passeren van de schenkings-akte. Hij schenkt op 11 april 1385 aan het St.Jans klooster 4,5 morgen land liggend in het ambacht van Wateringen. Voorts bezat hij stoel no.35 in het Kerstgilde, reeds in de eerste ledenlijst uit het jaar 1371 wordt zijn naam vermeld als een der 52 leden van dit gilde, slechts eenmaal komt hij bij het Kertsgilde voor in een bestuursfunctie, in 1384 blijkt hij een der drie "vinders"te zijn.
Na het overlijden van zijn beide zoons blijkt uit de beleningsoorkonde van zijn neef Jan Floryszoon Gael dat hij, "oude Willem van Hilsebroec", deze leengoederen had bezeten, hetgeen ook logisch is aangezien hij toch de oudste zoon van zijn vader was. Ook was het ongetwijfeld deze zelfde "oude Willem" die indertijd (ca. 1380) de oude leenbrieven van heer Symon van Haerlem op de grafelijke kanselarij liet inschrijven in het Register "XVIII". (zie jb. CBG 1970).
Zijn zonen bij een nog onbekende vrouw:
- 1 : WILLEM VAN HILSEBROEC, overleden in 1418 of 1419.
Hij erfde de lenen van zijn vader, doch een belenings-akte is niet te vinden. Tevens erfde hij stoel no. 35 in het Kerstgilde, waarschijnlijk was hij de Willem van Hilsebroec die in het jaar 1396 op de ledenlijst voorkomt. Hij was "dienst" in het jaar 1406 en "vinder" in 1417. Hij stierf in 1418 of '19, in ieder geval zeer kort vóór zijn broerder Jacob. Op 20 oktober 1392 blijkt hij reeds gehuwd te zijn met Lizebetken Willem Jan Coppetiaensdr. want op die datum verkoopt hij land hetwelk hem in zijn huwelijk was aangekomen aan haar volle neef Hughe van Dyemen. Zij was een dochter van Willem Jan Coppetiaenszoon, schepen van Haarlem 1382-'85 en Cille Hughe Bake'dr. (wier zuster Machteld gehuwd was met Everaert van Dyemen, de vader van Hughe voornoemd). Uit een andere akte in het Marquette-archief blijkt dat moeder Cille vóór 24 februari 1375 is overleden, de "raden" van Haarlem treden dan op als voogden over haar en haar broertje Gheryt. Weduwe zijnde wordt Lysbeth in 1422 te Haarlem aangeslagen voor het "gesette geld", volgens het desbetreffende kohier opgenomen in de Tresoriersrekening over genoemd jaar. (zie jb. CBG 1970).
Willem was gehuwd met LIZEBETKEN WILLEM JAN COPPETIAENSDR., dochter van WILLEM JAN COPPETIAENSZOON en CILLE HUGHE BAKE'DOCHTER.
- 2 : JACOB VAN HILSEBROEC.
Van hem is alleen bekend dat hij de leengoederen van zijn broer Willem had moeten erven, doch dat zijn belening geen doorgang kon vinden daar hij in Leiden woonde, welke stad toendertijd nog niet verzoend was met Jan van Beyeren. Korte tijd na zijn broer sterft Jacob en de graaf beleend dan zijn neef en erf-opvolger Jan Gael Florysz. Ook de stoel No. 35 wordt dan van Jacob op Jan Gael overgeboekt. Dit alles geschiedde in het jaar 1420. (zie jb. CBG 1970).
Jacob was gehuwd met N.N., overleden in 1423 of 1424.
Zij werd als Jacob van Elsbroec's weduwe overluid werd door de St. Bavo klokken in het jaar 1423/24.
INDEX