Fietstocht naar Toscane, deel 3


Zaterdag
6 juni

(100 km)

Hemsbach, Wiesensee

Vanochtend hebben we een ontbijt op de kamer genoten. Vandaag is het "Ruhetag" voor de uitbaatster, dus alles was voor ons op de gang klaar gezet. We hebben redelijk geslapen in dit goedkope oord (70 DM) en konden weer haarshampoo gebruiken vanwege een in de douche gevonden fles die geurt naar vanille.

We verlaten Hemsbach en komen door een vlak gebied met veel landbouwweggetjes. We volgen een bordje naar een vogelreservaat en bezoeken dit. Het is sterker gecultiveerd dan de vogelreservaten die we in Engeland gewend zijn, met ook hokken voor ganzen. In een vogelhut speuren we enige tijd over een meertje naar ons onbekende vogels.

Ladenburg
Het centrum van Ladenburg

We komen op een mooi plein in Ladenburg terecht en doen daar wat boodschappen. Het stadje ligt aan de Neckar maar dat vergeten we te gaan controleren. Er bevinden zich Romeinse en Middeleeuwse restanten.

Plein Ladenburg
Mooi pleintje in Ladenburg

Na een snackje met drinkyoghurt fietsen we verder, ook nog langs de kopie van de Romeinse grenspaal aan een kaarsrechte weg. Richting Heidelberg gaan er ook wat skaters en andere fietsers richting stad. We fietsen langs de Neckar en passeren in Heidelberg de brug hier over. In principe komen we nu door een druk gebied met veel wegen, maar we hebben er weinig last van. We komen zelfs door een mooi bosgebied en besluiten vlak voor dat we het geruis van een autoweg gaan horen, gebruik te maken van een picknikhut met tafels en bankjes.

Hantap
Han probeert bij de picknikhut water op te pompen

Hier kunnen we als enigen op een mooie plek in het bos lunchen. Welk terras kan hier tegen op !

Autoweg
Uitzicht vanaf zo'n bekend bruggetje over de Autobahn

Fietspad
Impressie onderweg

We fietsen over een kaarsrecht weggetje richting Bruchsal. Dit stadje is in de oorlog volledig weggebombardeerd en ziet er dan ook weer modern uit. Het grote Barokschloss met zijn parken, is na de oorlog weer opgebouwd.

Op het voorplein verzamelen zich wat bruiloftsgangers van een groot huwelijk en een klein huwelijk en onder de stralende zon gaan we door richting centrum. Daar wordt juist een grote feesttent opgebouwd, ja het is weekend (zaterdag).

Het vinden van de route om Bruchsal weer uit te komen valt niet mee, we moeten een tunneltje door dat we maar niet weten te vinden, maar na een half uur verkeerd fietsen, vinden we toch de route richting Bretten. Het wordt al gelijk aardig steil, maar de verwachting is dat dit niet lang zal duren, we zitten immers nog niet in de bergen.
We volgen hele kleine weggetjes met routebordjes van de Schwarzwald-Bodensee lange-afstands-fietsroute, niet ver van een klein spoorlijntje vandaan over sterk glooiend terrein, bestaande uit akkers en bosjes. We wijken hier een beetje af van de Reitsma route. In het mooie Bretten lopen we door het centrum, waar de winkels inmiddels gesloten zijn, maar waar op enkele terassen nog wel mensen zitten.
We besluiten om nog maar een eindje door te fietsen en komen langs een weg te fietsen die heel lang geleidelijk omhoog gaat (vals plat).
In Olbronn blijkt een hotel/restaurant te zijn, waar we besluiten om te blijven. We krijgen een kamer in een modern flat-achtig gebouw achter het hoofdgebouw. Het Gaststätte Bahnhöffle is altijd hotel geweest, maar sinds het verdwijnen van het stationnetje in de 60-ger jaren aangepast.
Het terras wordt bevolkt door mensen die een huwelijksfeest hebben te vieren. Het ziet er uit als een feest waar iedereen als verplicht nummer maar aan mee doet.
We eten er 's-avonds heerlijk, Han eet Hausgemüsse Platte met een kalfsbiefstukje en ik een Zigeunersteak.Veel patat en aardappelkroketjes. De bruiloftsgasten gaan ook naar binnen. Het bruidje kijkt nors en de bruidegom met tatouage heeft er ook niet veel zin in.
We maken nog even een wandeling naar het stadje, waar niets gebeurt. Er zijn alleen Turkse kinderen op straat en op de bankjes in het centrum zitten een paar Turkse gezinnen.
Terug in het kamergebouw achter het hotel, ontdekken we een krat Fanta-limonade. Han besluit om maar een fles mee te nemen. Lekker tegen de dorst.


Zondag
7 juni

(100 km)

De volgende ochtend horen we bij het ontbijt van een Duitse gast, dat het toch wel een must is om Maulbronn te bezoeken. Het is het meest noordelijke Cisterciënzer klooster ten noorden van de Alpen. Hoewel het 12 km naar het oosten is en we dus ook weer terug moeten, besluiten we er toch naar toe te gaan, we hebben tenslotte vakantie. Bij het inpakken op de kamer belt Nel nog even op vanuit Arnhem. Ja, we zitten in Olbronn.We vertrekken, de wegen zijn nog nat van de regen, er heerst een zondagse sfeer en het is nogal vochtig op weg naar Maulbronn. Het klooster blijkt een indrukwekkend complex te zijn.

Maulbronn
Een indrukwekkend complex

Maulbronn (Jan)
Daar sta je dan met je fietsje

Blaaskapel

Zo genoten wij van blaskapelle Horst Randau

Pforzheim
Uitzicht op een modern parkgebouw

Na Maulbronn fietsen we weer terug richting Olbronn op weg naar Pforzheim. In een modern stadspark in Pforzheim pauzeren we een tijdje, want er begint een optreden van de Horst Randau Blaskapelle. Niks voor Hanneke, wel voor mij : live muziek blijft me nog altijd bekoren. Na lichte aandrang van Hanneke vertrekken we richting Weil der Stadt, een stadje langs de Würm. We fietsen eerst nog door het centrum van Pforzheim en verbazen ons over de grote hoeveelheden afgedankt huisraad die we overal op straat zien liggen. Navraag bij een voetganger leert ons dat dit elke 3 maanden gebeurt, zodat de vuilnisophaaldienst dit maandag mee kan nemen. Bij het verlaten van Pforzheim krijgen we een leuke route aan de linkerkant van de Würm, die helaas later overgaat in een geasfalteerde weg aan de rechteroever. Omstreeks 14.00 uur bereiken we Weil der Stadt. Onder het toeziend oog van Johannes Keppler gebruiken we de lunch op het stadsplein. De arcade voor het gemeentehuis is bezet door enkele groepen fietsers, die het er op deze zondag van nemen. Leuke sfeer.

Weil der Stadt
Dit is niet Johannes Kepler overigens

Na Weil der Stadt kost het nogal wat moeite om de route te vinden. De lucht betrekt en het begint ook nog te regenen. We fietsen een stukje op met Duitsers op mountainbikes, maar fietsen toch wat sneller door om na een klim over een heuvel snel af te dalen naar Ehningen, waar we bij een winkelpui staan te schuilen. Zodra het wat minder regent, fietsen we door naar het mooie natuurpark Schönbuch. Helaas kunnen we er niet van genieten, maar het roept wel de indruk op dat het goed is om hier weer eens terug te komen. Het biedt een afwisselende aanblik van riviertjes, weitjes, plasjes en heuvels. Er is ook een soldatengraf langs het pad. Na het park fietsen we Tübingen binnen. Het regent nu echt hard, zodat we in het centrum onder een winkelpui moeten schuilen. Het wordt ook tijd om een onderkomen voor de nacht te zoeken. Dat valt niet mee, want er zijn alleen heel dure hotels en Hanneke wordt weer ongedurig. Buiten het centrum zien we bordjes nasar hotels en we zien er uiteindelijk zelfs een, die ik echter te duur vindt. Men weet echter wel een ander hotel aan te wijzen. Daar komen we in de stromende regen aan en we kunnen nog twee éénpersoons kamers krijgen. De fietsen kunnen in de garage. Na in een kletterbak gedouched te hebben, eten we heerlijk in het Italiaanse hotelrestaurant. Na het eten schrijf ik nog wat in het verslagschrift terwijl Hanneke zit te telefoneren met Arnold Perisonius.
.

Tubingen
Het mooie plein in Tübingen, maandagochtend marktdag


Maandag
8 juni
(95 km)

Marktkraam
Han haalt lekker eten (o.a. boerenbruin)

Han heeft de afgelopen nacht matig geslapen en wordt door mij al om 7.00 uur gewekt. We ontbijten dus vroeg en vertrekken om 8.15 uur naar het Centrum van Tübingen. We kijken nog wat rond naar de mooie vakwerkhuizen en prachtig versierde gevels. Han koopt op de markt een niet bepaald smakelijk boerenbruin.
Nu wacht ons de route door de Schwabische Alb ! Het weer is heel goed, niet te warm en toch zonnig.
Zodra we buiten de stad zijn, zien we de heuvels al oprijzen. Bij Talheim wordt het echt klimmen door een bos omhoog. Uiteindelijk bereiken we toch nog vrij snel de hoogvlakte waar een paar grote windmolens staan.
Verder over kleine weggetjes en soms over een grote weg. Na de Fürstenhöhe krijgen we de afdaling naar het Donaudal. We wijken enigszins van de route af door de steile afdaling naar Sigmaringen te kiezen. Beneden is het een wirwar van onaangename drukke wegen. In het centrum eten we ons middagmaal en gooien we het boerenbrood maar weg in een vuilnisbak (klonk). Er bevindt zich een indrukwekkend groot Hohenzollernkasteel in het stadje.
Vervolgens een klein stukje over de Donauradweg om de route weer op te pakken bij Laiz. Na wat licht klimmen en dalen besluiten we om weer enigszins van de route af te wijken om in Pfullendorf te overnachten.
We nemen daar een mooie grote kamer in pension Anderner, bij wat oudere mensen. Pfullendorf heeft een oud centrum. Daarna wat door het stadje gewandeld, waar wat probleemjongeren met de politie kat en muis speelden.

Etna
Bij de pizzeria in Pfullendorf

We eten te veel bij het Italiaanse restaurant Gino Ginelli (o.a. Etna gigante) en drinken Weizenbier, dit alles op een wat hoger gelegen terras.


Dinsdag
9 juni

(95 km)

Hochsten
Het hoogste punt met uitzicht over het Bodenmeer (Höchsten 833 m)

Na een karig ontbijt bestaande uit 5 sneden witbrood, boter, 2 tinnetjes jam, kaas, vleeswaar en koffie vertrekken we om 8.00 uur. Via de Doppeltor verlaten we Pfullendorf, na brood bij een bakker in de hoofdstraat gekocht te hebben. We verdwalen bij het vinden van de route maar uiteindelijk komen we toch weer goed uit. Na Neubronn kiezen we voor de hoge route boven het Deggenhauser dal, die langs het hoogste punt in de omgeving voert, met uitzicht over het Bodenmeer : Höchsten, 833 meter.
We eten hier omstreeks 10.30 uur een kersenbroodje en een aalbessen(Johannisbeeren)broodje.
Dit uitzichpunt betekent dat we spoedig in Oostenrijk zullen zijn. Maar eerst gaan we nog naar het stadje Tettnang. Het verkeer wordt steeds drukker en de hopkwekerijen waar dit gebied bekend om is, komen in beeld. Op een groot gazon voor het kasteel de Neue Burcht luieren en eten we.
Om 14.00 uur vertrekken we weer richting Lindau. De route is erg moeilijk te vinden omdat er heel veel wegen zijn met veel verkeer. Een uur later fietsen we toch nog via een rustige weg Lindau binnen. Er zijn veel fietsers. We gaan direkt door naar het eiland. Dit viel enigszins tegen : veel verkeer, toeristisch, klein en weinig te zien. We brengen nog wel een bezoek aan een expositie van mechanische muziekinstrumenten in het stadsmuseum aan een mooi plein.
We zijn te laat voor de expositie van Alessandro Mendini in hetzelfde museum (17.00 uur).
Over een lang fietspad langs het Bodenmeer fietsen we naar Bregenz. Het valt op dat hier veel van de fiets gebruik gemaakt wordt. Om richting centrum te kunnen gaan, fietsen we via een spiraal omhoog om over de sporen te kunnen komen. Aan de andere kant is alleen een trap. Jan haalt geld uit de flappentap en we fietsen door naar het dorpje Hard. Hier vinden we voor 440 Os een goede kamer, met gebruik van koelkast in de gang. Het valt op dat dit veel goedkoper is dan in Duitsland. Er zijn nog twee fietsers in het pension, die een tochtje rond het Bodenmeer maken.
We lopen door het dorpje op zoek naar een restaurant. Het ziet er allemaal niet erg aantrekkelijk uit. Er staat een modern in gifgroene kleuren uitgevoerd stadhuis, maar er stroomt wel een leuk beekje met een bedding van kiezelstenen door het stadje. We hebben de indruk dat het lopen door de beek op blote voeten als een therapeutische aktiviteit wordt beschouwd.
Uiteindelijk vinden we een goed maar duur restaurant Angelika. We eten voor 600 Os varkensbiefstuk en kalfscordon bleu met patat en een groot bord sla.

{short description of image} Naar deel 4, verder door Oostenrijk