Woensdag 10 juni (100 km) |
Pension in Hard (Oostenrijk)We hebben vannacht goed geslapen, maar het ontbijt was matig. Te weinig als je nog moet fietsen. We vertrekken om 9.00 uur met het gevoel dat we weinig haast hebben, want als het zo door gaat, halen we Florence gemakkelijk op tijd. We lopen eerst nog even door het stadje om een foto van de mysterieuze professor Zonnebloem schotelantenne te maken.
Vandaar ook dat we beginnen met een omweg door een aangeslibt natuurgebied aan de rand van het Bodenmeer. Hier komt elk jaar 80 ha grond bij als afzetting van uitgesleten alpenmassief dat door de Rijn wordt aangevoerd. Het is heel vlak en we fietsen tussen de oude en de nieuwe Rijn op het grensgebied van Oostenrijk en Zwitserland. Helaas weing informatie, geen vogels en ook de door ons verwachte vogelhut is er niet. Na 20 km zitten we weer op de route waarbij we een heel stuk langs de gekanaliseerde Rijn naar het zuiden fietsen. Leuke route over kleine weggetjes. We zoeken een beschaduwde plek langs een recreatief aangelegd stuk van de route met ligweiden en picknickplaatsen om wat brood te eten.
Later komen we langs de samenstroming van Ill en Rijn en 6 km later komen we in Feldkirch. Een grote stad met een klein ouderwets centrum waar we de lunch gebruiken.
Na de lunch hebben we grote moeite om de route weer te vinden. Op deze manier zien we Feldkirch twee keer. Ook vreselijk dat we twee keer door een grote verkeerstunnel moeten. Uiteindelijk fietsen we tussen een spoorlijn en een snelweg door in het dal van de Ill, niet zeker of we wel aan de goede kant van de Ill fietsen, maar wel de goede kant uit.
Het weer betrekt, het begint te regenen en zo komen we rond 16.00 uur in Bludenz aan. |
Donderdag 11 juni (85 km) |
Privathaus Zierler, Oberfeldweg 30
Het is vandaag niet moeilijk om onze reisroute te bepalen. Het regent stevig en het sneeuwt boven 1500 meter. De Sylvretta Hochalpenstrasse hoeft dus niet. We gaan naar het station waar we om 9.30 uur aankomen. De trein naar St.Anton door de Arlbergtunnel is net vertrokken, dus moeten we twee uur wachten op de volgende trein. Ik ga lopend terug naar het cenrum om wat eten te kopen, maar alle winkels blijken dicht te zijn. Vreemd.
Op het perron komen we nog een fietser tegen die van Bludenz naar Langen aan de ingang van de Arlbergtunnel was gefietst. Het is nu droog. We fietsen richting Landeck over een vrij nieuwe weg met weinig verkeer. Het weinige verkeer is te danken aan het feit dat er ook een autoweg door het dal loopt. Vlak voor Landeck begint het te regenen en wordt het heel druk omdat de autoweg hier eindigt. In Landeck is het een gekkenhuis met veel motorrijders. Dit belooft nog wat, we durven nauwelijks verder te gaan. Met weinig eten gebruiken we de lunch, alle winkels zijn dicht. |
Vrijdag 12 juni (70 km) |
Pension in PfundsVanochtend hebben we een goed ontbijt bij een zeer vriendelijke dame. Daarna vertrekken we in regenkleding.
Het regent behoorlijk maar we hebben geen alternatief. Er is ook een blokkade van de Brennerpas aangekondigd, dus het zou wel eens zeer druk kunnen worden. Toch slagen we er weer in om redelijk rustige weggetjes te gebruiken. Hiertoe volgen we de Inn een stuk door Zwitserland, waarna we bij Martinsbrücke richting Nauders gaan.
Op de Reschenpas (1504 meter), waar we om 11.30 uur aankomen, wissel ik eerst een grote hoeveelheid Oostenrijkse bankbiljetten voor Italiaanse Lires, het is er niet druk. We gaan verder langs de westkant van de Reschensee, een stuwmeer van, naar ik dacht, 25 jaar oud en ons wel bekend van een wintersportvakantie in Nauders in 1991.
De St. Benedictuskerk kunnen we niet vinden, dus we gaan door richting Prad. We komen door het toeristische Glurns, dat nog een volledig ommuurde vestingstad is. We zakken ook geleidelijk, waardoor het steeds minder koud wordt. Vanaf Prad gaan we door het dal van de Adige naar het oosten. Hans schrijft in zijn boek dat je nu nog 500 km van de Alpen kunt genieten : we gaan niet gelijk naar het zuiden, maar blijven ten noorden van de Ortler groep. |