ZOEA 103 MEDICAL CARE
Trinidad, 31 oktober 1998
Beste allemaal,
In verband met onze geplande trip, een bezoek aan de binnenlanden van Venezuela wilde ik voor de zekerheid toch wat malariapillen hebben. Je kan hier bij de apotheek eigenlijk best veel medicijnen kopen. Voor een pijnbestrijdingsmiddel zoals "buscopan" of "voltaren" en om de zenuwen te kalmeren een "diazepan" is geen receptje nodig. Het is dan ook heel vreemd te horen dat larium of paludrine al 6 maanden niet voorradig is. Daarvoor wilde ik dus even naar het ziekenhuis. Mijn wens ging in dat opzicht dan ook in vervulling, maar de manier waarop, was niet helemaal zoals wij gepland hadden. Met z'n vijven waren we op weg naar de Caroni Swamp. Een soort mangrovebos waar rond het late middaguur de "Scarlet Ibis", de nationale vogel van Trinidad en Tobago, in grote getalen neerstrijkt. Nou zo ver kwamen we niet. Ik wil niet zeggen dat wij neerstreken, maar we werden wel als het ware tot stilstand gebracht. Een Maxi Taxi, een kleine bus voor ongeveer 20 personen, kwam uit het niets op ons af en raakte ons aan de linkervoorzijde. Hij kwam over "the shoulder", wat ze hier een vluchtstrook noemen en passeerde aan de linkerzijde de 2 rijen stilstaande auto's. Een big boom was het gevolg. Er was gauw hulp ter plaatse en met een politiejeep ging we op weg naar het General Hospital, dat midden in het centrum van Port of Spain ligt. Kunnen jullie je het voorstellen, door nauwe straatjes op het spitsuur? Loeiende sirenes helpen geen barst want de auto's kunnen geen kant uit. In een kwestie van leven en dood kan je het dus echt wel vergeten. Het hospitaal zelf ziet er een beetje uit als onze oude "Maria Stichting" te Haarlem of het Marine Hospitaal te Overveen. Een koud granieten gebouw. Verpleegsters met van die ouderwetse kapjes op hun hoofd. De een een rood randje, de ander geel of blauw waaruit hun rang moet blijken. Het is egenlijk net of je teruggaat in de tijd. Bij het inschrijvingsloket zusters met mondlapjes voor en handschoenen. Onze namen werden in het grote boek genoteerd. Die mondlapjes vond ik op dat moment wat overdreven, totdat ik net in de plaatselijke krant lees, dat hier elke dag iemand sterft aan AIDS. In 1996 waren dat er 35 op 100.000 en in 1997 meer dan 210 personen. De aantallen voor dit jaar zijn nog niet bekend maar men denkt al aan een getal dat de 300 zal overschrijden. Een nog steeds groeiend aantal en vooral in de groep jongeren van 15 tot 19 jaar met een verhouding van 7 : 1 in het nadeel van de meisjes. Voorzichtingheid is dus geboden. Vanwege infectie en ongedierte overal borden met verboden te drinken en te eten. Eigenlijk wilden we dit ziekenhuis wel doneren met een koffiemachine. Ten eerste omdat de medische zorg gratis is en ten tweede omdat we na 3 uur wachten toch eigenlijk zelf ook wel naar een bakkie troost snakten. Onze medepassagier had een aantal beenwonden opgelopen die gefotografeerd en gehecht dienden te worden en daarvoor kwam hij zoals in elk Engels systeem; in de rij. Uiteindelijk was hij aan de beurt en met een paar grote steken was het werk verricht. Niet echt een meesterwerk, meer zo'n broddellapje van vroeger op school. De verzorging hier is ook wel een tikkeltje anders dan zoals wij het gewend zijn. Dichtgenaaid...? Dan maar meteen opstaan en moven. "Next one!" We liggen nog steeds in het marinaatje van Fantasy Island. Ook Glen, de bestuurder van onze huurauto heeft een aardige klap opgelopen. Suriname hebben we inmiddels van onze lijst geschrapt en we zijn ons langzaam aan het voorbereiden om richting Venezuela te gaan, maar eerst eens even de eilandjes voor de kust van Trinidad bezoeken. Ook hier is nog veel moois te zien en het zustereiland Tobago, moet in tegenstelling tot het bruisende Trinidad een weldadige rust uitoefenen op de mens. Net iets waar we zin in hebben. Bovendien hebben we nog de tijd. Eind februari hoeven we pas in Panama te zijn. Groetjes vanaf de ZOEA.
73/88 Glen en Margriet.