ZOEA 124 - BONAIRE 4 - ZOUT

Bonaire, 19 maart 1999

Hallo allemaal,
Bij het aanlopen van Bonaire wat in het papiament "Boneiru" heet en laagland betekent, zien we de hoge zoutbergen al liggen. Deze zoutkristallen glinsteren in de zon. Nu naderen we ze vanaf het land en komen eerst langs de zuidelijk gelegen slavenhutjes. De oorspronkelijke bewoners, de slaven, kwamen helemaal vanuit Rincon of Antriol lopen. De wandeling duurde 7 uur en vandaar deze hutjes die voor de rest van de week als onderdak dienden. Vroeger waren ze van leem, later zijn ze vervangen door steen. Wij zijn er even in geweest. Ze zijn erg klein, maar redelijk koel, dus een uitstekende kampeerplek voor de vakantieganger met een te krappe beurs. HI! Deze hutjes zijn bekend onder de naam "Rode Pan". Vroeger stond er nog een grote vlaggenmast en werd er voor de schepen die het zout kwamen halen, de rode vlag gehezen. Tevens als herkennings punt 4 obelisken in de kleuren rood-wit-blauw en oranje van de Nederlandse vlag. Zo heb je dus een witte, blauwe en oranje Pan. Aan de andere zijde van de weg strekken zich de zoutpannen uit. De verschillende pannen, afgebakende stukken land, hebben een diversiteit van kleur. Naarmate de vordering van de uitkristallisatie, gaat de blauwe kleur over in groen tot roze. Langs de kanten ligt al het opgedroogde witte zout. Deze zoutwinning is een natuurlijk produkt van zeewater, zon en wind. Het proces begint met het binnen stromen van het zeewater door de golven en het tij in het Pekelmeer. Daar wordt het verder gepompt in de "Salina's, de pannen, en de indamping kan beginnen. Tegenwoordig wordt de natuur een beetje geholpen en via een aangelegde dam wordt het zeewater nu naar de bassins gepompt. Dat gebeurt meerdere malen, net zolang totdat er na ongeveer 1 jaar voldoende grof zeezout is ontstaan. Dat wordt gezeefd, gewassen en buiten opgeslagen. Door middel van een lopende band wordt het dan in de schepen geladen. Deze pannen geven de Bonairiaan niet alleen zijn zout, maar ook het voedsel voor de flamingo. Deze roze Caribische vogel is van origine wit is mij verteld. Hij krijgt zijn oranje-roze kleur door het eten van krabbetjes en allerlei andere zout-organismen. In Papiament heet hij "Chogogo" naar het geluid dat hij maakt. Op diverse plaatsen kan je deze prachtige vogel zien. Het is uniek want het aantal broedplaatsen is de laatste jaren drastisch gedaald van 30 tot slechts 4. Stinapa doet erg zijn best om de kwaliteit van de broedplaats te behouden. De Chogogo stelt namelijk hoge eisen aan zijn omgeving. De grond mag niet te hard maar ook niet te zacht zijn voor haar kogelvormige nesten. Het waterniveau mag ook niet te veel op en neer en het voedsel moet een hoog zoutgehalte hebben, maar het drinkwater niet zouter dan het normale zeewater. Bovendien hebben ze een grote behoefte aan rust. Deze roze giganten hebben dus nogal wat eisen en Bonaire biedt hun dat! Het is een mooi gezicht deze statige vogel, meestal in groepjes, in de blauw-groene zoutpannen te zien. Na dit prachtige schouwspel gaan we naar een ander natuurgebied, maar daarover meer in het volgende verslag.
Groetjes vanaf de ZOEA van Glen en Margriet Krab
73/88