Deze tabel bevat de soorten met een zwart achterlijf, waarvan één of twee van de laatste segmenten blauw gekleurd zijn. Verwarring kan optreden met mannetjes van een aantal soorten metaalruggen, die een blauwe berijping op de laatste achterlijfsegmenten ontwikkelen.
segm. 2(en voorste deel segm. 3) voornamelijk blauw; segment 8 grotendeels blauw; segm. 9 meestal zwart, echter soms veel blauw; man: achterlijfaanhangsels lang
Adult: achterlijf zwart, segm. 8 blauw, segm. 9 zwart; pterostigma tweekleurig, wit/zwart, in voor- en achtervleugel even groot. Er komen een aantal kleurvormen voor (vooral jonge dieren), waarbij de blauwe delen een andere kleur hebben, voornamelijk met roodtinten.
Vrouw: als mannetje, maar soms segment 8 bruin ipv blauw; borststuk zwarte schouderstreep breed tot afwezig.
Vlucht: graag tussen de vegetatie blijvend.
Habitat: oevers, gras- en kruidvegetatie.
Vliegtijd: mei-september.
Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
Man: achterlijf zwart, segm. 8 zwart en op het eind blauw, segm. 9 blauw met een variabele hoeveelheid zwarte tekening; pterostigma tweekleurig, wit/zwart, in voorvleugel groter dan in achtervleugel.
Vrouw: Achterlijf met zwarte rug, de lichte ondergrondkleur variabel: oranje (var. auricantae), groenig, lichtblauw tot felblauw, segment 2 en 3 soms met lichte tekening op bovenkant; borststuk opvallend licht: alleen smal zwart van boven, zonder of met een zeer dunne zwarte schouderstreep; pterostigma grotendeels licht met zwarting in het begin, in voorvleugel groter dan in achtervleugel.
Vlucht: tussen vegetatie.
Habitat: pioniersituaties, oevers.
Vliegtijd: mei-augustus.
Lijkt op: vergelijkingstabel voor man en vergelijkingstabel voor vrouw.
Man: rode ogen; achterlijf zwart, segm. 8 blauw met grote rechthoekige zwarte vlek, segm 9 blauw, segm. 10 blauw met zwart kruis; lichte schouderstreep smal en uitroeptekenvormig; lichte achteroogsvlekken ontbreken.
Vrouw: ogen zwart-groen; achterlijf zwart; borststuk met brede groene schouderstreep, die niet onderbroken is; lichte achteroogsvlekken ontbreken.
Vlucht: vlak over het water, rustend op waterplanten; vrouwtjes ook tussen de oevervegetatie.
Habitat: stilstaand water met veel ondergedoken of drijvende waterplanten.
Vliegtijd: juli-september.
Lijkt op: zie vergelijkingstabel man en vergelijkingstabel vrouw.