|
hoofdstuk 1: Het plezieraakje![]() | Een inleiding waarin het schip en haar eigenaren sinds 1907 worden geintroduceerd en we moeten constateren dat we eigenlijk in een bastaard-Boeier varen: ‘Er zijn lange, smalle, brede, ..., hoekige Boeiers waarvan de in Friesland gebouwde korte modellen IJlster- of Lemmeraakjacht genoemd worden. Ook onderscheidt men bastaard-Boeiers, nl. met hoog oploopend voorschip, zooals de Botters dat hebben' [C.H.M. Philippona, Van zeilkano tot oceaanjacht, Nijgh en van Ditmar, Rotterdam 1931, p.133] . |
hoofdstuk 2: Het schip![]() |
Een beschrijving van de bouw- en verbouwgeschiedenis. Uit het werfboek blijkt dat het schip 1425 gulden heeft gekost, en terugrekenend uit de uurtarieven (5 - 15 cent/uur!) zien we dat 4 man er gedurende 4 maanden continu aan gewerkt hebben. Uit het logboek van Blussé blijkt dat het schip in 1930 een grote beurt krijgt en in 1938 een nieuw roefdak; daarna is het een kwestie van lopend onderhoud en bijhouden, |
hoofdstuk 3: Rondhouten, zwaarden en roerhoofdstuk 4: VoortstuwingDeze hoofdstukken behandelen 'de buitenkant'. De strijkbare mast is een belangrijke kwaliteit van het schip omdat je 'met een pink' de kruiphoogte tot 2.30m kunt reduceren. De verschillende fokken en kluivers die het schip de afgelopen 100 jaar hebben gesierd zijn in één figuur verzameld.![]() | ![]() |
hoofdstuk 5: Het interieurhoofdstuk 6: Accessoires en uitrustingIn hoofdstuk 5 komen de bollestal, de kajuit, het vooronder en de sanitaire voorzieningen aan de orde.Zie ook detail betimmering kajuit en vooronder, fonteintje en grijswaterpomp Hoofdstuk 6 is een uitgebreide versie van de aparte webpagina over bijzondere details, die we al langer hadden. |
![]() |
hoofdstuk 7: De eigenaren en het gebruik![]() | Veel eigenaren, tenminste tien, hebben de afgelopen 100 jaar van het aakje mogen genieten. Twee daarvan gedurende vele jaren (Blussé van Oud-Alblas van 1937-1955 en J.D. Wilton van 1955-1988(!)), veel anderen korter, soms slechts twee tot vier jaar. Nevenstaande tabel geeft een overzicht van de veronderstelde eigenaren. De periode 1918 - 1930 is niet helemaal duidelijk (1918 - 1930). We hopen dat onze 'open vragen'-pagina tot reacties en aanvullingen leidt. |
![]() Familie Blussé van Oud-Alblas, 1951. |
![]() Overdracht van het schip van de Wiltons (links) aan de Wallers (rechts), 1988. |
hoofdstuk 8: 100 jaar OrionEen ‘nabetrachting’. Terugblikkend op de afgelopen 100 jaar zien we dat het aakje vooral als toerschip is gebruikt. Maar wel met een ruim vaargebied: een brede strook die zich uitstrekt van Terneuzen (augustus 1948) in het zuidwesten tot het Duitse waddeneiland Juist in 2003 in het noordoosten (*). De tekst besluit met een paar sterke verhalen en een verslag van 12 mei 2007 .(*) Inmiddels zijn we in het noordoosten tot Wangeroog en op de vaste wal Wilhelmshaven gekomen.(juli 2008) | ![]() |
bijlagenGeen monografie zonder bijlagen: de werfboeken (met transcriptie), het lijnenplan, de logboeken van Blussé, en wat statistieken over gebruik en financiën van 1997-2007. |