Vervolg

Maasdam - Oud-rechterlijk archief 7
bewerkt door Kees-Jan Slijkerman


| Genealogie Hoeksche Waard | Streekmuseum Hoeksche Waard |
| Wegwijzer Genealogie | Archieven in Nederland |
| home | e-mail |

Inleiding

Oud-rechterlijk archief Maasdam, inventarisnummer 7, bewerkt door Kees-Jan Slijkerman.

Bewerking Oud-rechterlijk archief Maasdam in regestvorm

fol. 1 e.v., dd. 21 november 1651:
- 'copye vyutte procuratie van Symon Corn(elis) Vries'
Voor notaris Johan Schoormans Hendrickxss. te Dordrecht compareert Anneken Claes van der Haven, weduwe van s(injeu)r Cornelis Symonss. de Vries, voor het eerste vierde part, s(injeu)r Symon Corn(elis) de Vries,als last en procuratie hebbende van Aert Claessen van der Haven, zijn oom, voor het tweede vierde part, Matthijs Lauwerenss., wonende op Westmaas, als getrouwd hebbende Maryken Corn(elis) Claesdr. van der Haven, Coen Willemss., wonende op Puttershoek, als getrouwd hebbende Angenietgen Cornelis Claesdr. van der Haven, voor het derde vierde part, Claes Bastyaenss. Gouweman, wonende op Puttershoek, zo voor hem zelf en mede als voogd over de kinderen van zijn broeder Jan Bastyaenss. Gouweman, Meeus Bastyaenss. Gouweman, wonende in den Hitsert en Gijsbrecht Bastyaenss. Gouweman, mede wonende in den Hitsert, , als samen kinderen en erfgenamen van Jaepye Claesdr. van der Haven, voor het laatste vierde part. Zij verklaren geschift te hebben al de goederen die bij Jaepye Jansdr., in haar leven laatst huisvrouw was van s(injeu)r Lambrecht Hulsthout den Ouden, geerfd waren van Maryken Cornelisdr. 'meestersche van den bagijn' binnen Dordrecht, die volgens het testament na overlijden van Jaepye Jansdr. op hen comparanten zouden devolveren. Anneken Claesdr. van der Haven en Symon Corneliss. de Vries wegens zijn oom Aert Claess. van der Haven voor hun twee vierde parten is aanbedeeld in geld 304 gld. en de kooppenningen van 2 mergen lands onder Maasdam, gemeen met de voornoemde Lambrecht Hulsthout. Tot het doen van de opdrachte en gifte van het land wordt Symon Corneliss. de Vries gemachtigd.
De andere comparanten is aanbedeeld hetzelfde aan geld als de andere comparanten. Zij bekennen hiervan voldaan te zijn. Getuigen zijn: Jan Janss. Opperbrouwer en Jacob Heyndrickss. Cuyper. 

Fol. 2 e.v., dd. 11 december 1651:
'Coppye vuytte proocuratie op Symon Corn(elis) de Vries brouer int haert voor notaris en getuygen gepasseert sulckx alst volcht'.
Voor notaris Johan Schoormans Hendrickxss., notaris te Dordrecht, compareren Dirck en Gijsbert Cleys Calis, als last en procuratie hebbende van Cleys Corn(elis) Calis, hun vader, wonende te Alblas, als enig en universeel erfgenamen abintestato van zaliger Jaepie Jansdr., in haar leven laatst huisvrouw van Lambrecht Hulsthout den Ouden, met Tielman Geeritss. Kels, Leendert Janss. de Laet en Jan Huyge van der Endt, als bij akkoord met de voorzegde Cleys Corn(elis) Calis gemaakt, mede aangenomen in de voorzegde erfenis, en verklaren zij comparanten geconstitueerd en machtig gemaakte te hebben Symon Corneliss. de Vries, brouwer en borger dezer stede (= Dordrecht) om te compareren voor de gerechten van Maasdam en aldaar te transporteren het huis en de landen bij voornoemde Jaepye Jansdr. nagelaten, welke de comparanten de helft toekomt, en verder te doen wat hiervoor nodig is etc.
Getuigen: Johannis Melanen en Abraham Swagen. 

Fol. 4 e.v., dd. 19 september 1652: 
'Copye vuytte procuratie voor notaris en getuygen binnen Dordrecht gepasseert op Symon Corneliss. de Vries brouwer int hart binnen Dordrecht sulckx als volcht'.
- S(injeu)r Lambrecht Hulsthout den Oude, lakenkoper en borger deser stede (= Dordrecht), verklaart geconstitueerd en machtig gemaakt te hebben s(injeu)r Symon Corn(elis) de Vries, brouwer en borger deser stede (= Dordrecht) om uit zijn naam te compareren voor de gerechten van Maasdam en aldaar te transporteren aan Willem Maertenss., schout aldaar (= Maasdam), 2 mergen weiland gelegen in een weer van 4 mergen in het ambacht van Maasdam, waarvan de overige 2 mergen de erfgenamen van Marytgen Cornelisdr. toebehoren.
Getuigen: Johan Melanen en Hendrick Francken.

Fol. 5vs. e.v., dd. 12 november 1651:
'Copya vuyt procuratie gepasseert voor notaris ende getugen binnen der stede vanden Briel op Symon Corneliss. de Vries brouer binnen der stede Dordrecht'.
- S(injeu)r Aert Claesen van den Haven, wonende binnen deser stede (= den Briel), verklaart te constitueren en machtig te maken s(injeu)r Symon Corneliss. de Vries, wonende tot Dordrecht, op uit zijn naam in te vorderen en te ontvangen van s(injeu)r Lambrecht Hulsthout den Ouden al het gene hem is komende als mede-erfgenaam van Jaepge Jansdr., zijn nicht, in haar leven laatst huisvrouw van voornoemde Huls(t)hout, volgens het kontrakt en akkoord met hem gemaakt en gepasseerd voor notaris Johan Schoormans op 11 oktober 1651, quitantie daar van te passeren en Hulsthout van alle namaningen, voor zo veel zijn portie aangaat, bevrijden, kosteloos en schadeloos te houden en voorts om nevens de andere erfgenamen van Jaepge Jansdr. de huizen en landen te benefficeren en verkopen, tzij openbaar of uit de hand, etc. etc.
getuigen: Bartholomeeus Meyburgh en Claes Aryenss.

Fol. 7 e.v., dd. 1 oktober 1652.
'Eygen brieff voor Johan Schoormans Hendrixss, notaris publyck rysederende binnen der stede Dordrecht'.
- Willem Maertenss., schout te maasdam, en heemraden Vas Corneliss., jan Aryenss. Maesdam, Harmen Lodewijckxss. Montaen, Jan Dirckxss. van der Wier, Jacob Leendertss. en Aryen janss. Wesenhage.
S(injeu)r Symon Corneliss. de Vries, brouwer binnen Dordrecht, in naam van Annaken Claes van der Haven, zijn moeder, mede procuratie hebbende van Aert Claesen van der Haven, zijn oom, gepasseerd voor notaris en getuigen binnen Den Briel, en nog procuratie hebbende van Dirck en Gijsbrecht Cleyss. Calis, wonende tot Alblas, die last en procuratie hebben van Cleys Corneliss. Calis, hun vader, te zamen erfgenamen abintestato zo van vaders- als moederszijde van zaliger Jaepge Jansdr., in haar leven huisvrouw van Lambrecht Hulsthout den Ouden, wonende tot Dordrecht. Hij transporteert aan Johan Schoormans Hendrickxss., wonende tot Dordrecht, 4 mergen weiland gelegen int Oudelant van Maasdam aan 'den gemeenlan bosem', belend Z 'de kerck van Pietershoeck ende convent van Maryen born tot Dordrecht', W Isaack Aryenss. Maesdam en Staes Jacobss. Snueckelaer met bruyckwaer, N 'Willem Maertenss. Schout mette vyer mer(gen) daer van hij op huyden de gifte is ontfangende vanen erffgenamen van Maryken Cornelis', O 'de voors. bosem'.
Nog 2 mergen 5 hont weiland, mede gelegen in het Oudelant, belend O de erfgenamen van Willem Bongaert, Z. Willem Maertenss. Schout, W Jan Aryenss. Maesdam en N de kinderen en erfgenamen van Claes Gijsbrechtss.
Nog 2 mergen 150 roeden weiland genaamd 'den Ockercamp', belend O Eldert P(iete)r(s) Hordijck, Z Vas Corn(eliss.), W Jacob Aryenss. Maesdam en N 'de H Geest weye van Dordrecht'. Hij verklaart betaald te zijn. [verder nog sprake van op het land rustende pachten en cijnsen].
[Orginele]akte bezegeld voor de schout en de heemraden VasCorneliss. en Jacob Leendertss. Eeerste twee plaatsen [onder deze] akte hun handtekening en Jacob zet handmerkje. De secretaris J.W. Hoffman plaatst handtekening.

Fol. 10 vs. e.v., dd. 1 oktober 1652.
'Eygen brieff voor Willem Maertenss. Schout tot Maesdam'.
- Jan Aryensen Maesdam, stedehouder, en heemraden Vas Corneliss., Harmen Lodewijckxs. Montaen, Jan Dirckss. van der Wier, Jacob Leendertss. en Arye Janss. Wesenhage.
S(injeu)r Symon Corneliss. de Vries, brouwer binnen Dordrecht, als last en procuratie hebbende van de gemene erfgenamen van Maerychgen Cornelis, gepasseerd voor notaris en getuigen binnen Dordrecht dd. 13 november 1651, voor de ene helft, en nog als procuratie hebbende van Lambrecht Hulsthout den Ouden, lakenkoper binnen Dordrecht, voor de andere helft, welke procuratie voor schout en heemraden is vertoond, transporteert aan Willem Maertenss. Schout 4 mergen weiland gelegen int Oudelant van Maasdam, komende met het oosteinde aan 'Meenlants Bosem' en met het zuideinde belend Jan Corneliss., West de erfgenamen van Jan Corneliss. de Boeffgens en noorden Jan Bongart en Jan Corneliss. 
Stedehouder Maesdam en heemraad Vas zegelen de [orginele] akte, zij plaatsen in deze akte hun handtekening, alsmede secretaris J.W. Hoffman. Heemraad Jacob Leendertss. plaatst zijn handmerkje.

Fol. 11 vs., dd. 5 oktober 1652.
'Acte van kooye van een beest'.
Is op 5 okober 1652 in 'sheere kooy' gebracht een roo twee jarige stier en deze is op 6 oktober rechtelijk besteed ten overstaan van Willem Maertenss. Schout, Jan Dirckxss. van der Wier, Aryen janss. Wesenhagen, en is aangenomen om 4 stuivers bij Willem Maertenss. Schout. De kosten hiervoor [gespecifieerd] bedragen 1 gld. 19 stuivers.

Fol. 12 vs., dd. 20 oktober 1652.
'Acte vant kooye van een beest'.
Op 20 oktober 1652 is in 'sheere kooy' gebracht een rood stier kalf en is op 21 oktober rechtelijk besteed ten overstaan van Willem Maertenss. Schout en Jacob Lendertss. en Aryen Janss. Wesenhagen, heemraden van Maasdam, en is aangenomen om 6 stuivers bij Barber Geeloffen [volgt specifiactie van de hiervoor gemaakte kosten].

Fol. 12 vs., dd. 7 november 1652. 
'Certefycatie voor Willem Maertenss. Schout'.
- Vas Corneliss. en jacob Leendertss., heemraden.
Compareren Aryen janss. Wesenhage, onze mede heemraad, en Annaken Thuenis, mede onze inwoonster, en hebben ter instantie en rechtelijk verzoek van Willem Maertenss. Schout 'getuycht en geassineert' hoe dat zij op 6 november 1652 zijn geweest aan den Maesdamsen Wegh voor een stuk lands toebehorende Joost Dirckxss., mede wonende op Maasdam. Aryen Janss. Wesenhagen verklaart dat de voornoemde schout 'sijn brugh in het water ofte wege sloot vont leggen en dat den vrs. schout de brugh wederom over den sloot wilde leggen omme met zijn paerde ende andere gereetschap daerover te comen, ende dat Jan Aertss. Gelder sijnde de stieffsoon van de voorn. Joost Dirckxss. de brugh wederom inden sloot heeft geworpen, ende seyde jegens den schout, ghij sulter van daeghe niet over comen'.
Annaken Thuenis verklaart 'als dat de voors. Jan Aertss. Gelder jegens den schout seyde ghij sulte van daegh met u paerden oft goet niet over comen'.
Akte ondertekent door heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman. heemraad Jacob zet handmerkje.

Fol. 13, dd. 16 november 1652.
De [niet bij name genoemde] heemraden als mede kerkmeesters van Maasdam geven procuratie aan Willem Maertenss., schout en tegenwoordig kerkmeester, en uit hun naam te compareren voor de heeren de gecommitteerde Staten van Holland en Westvriesland en aldaar te verlijen alszulke akte van verbintenis vanwege de subsidie als de kerk van Maasdam is toegeleit.

Fol. 13 vs. e.v., dd. 22 november 1652.
- Willem Maertenss., schout en kerkmeester, en Jan Aryenss. Maesdam, mede als kerkmeester, en de heemraden Jan Dirckxss. van der Wier, Harmen Lodewijckxss. Montaen, Aryen Janss. Wesenhagen en Jacob Leendertss., allen heemraad en kerkmeester tot Maasdam, verklaren gezien te hebben 'de gunste' bij de Edele Groot Mogende heere Staten van Holland en Westvriesland bij 'appoictement' van 3 mei 1651 op hun verzoek gedaan tot het bouwen van een nieuw predikantshuis op het dorp Maasdam, waarop toegelegd was 500 gld., mits alvorend zoo ter instantie van Holland als onder de comys Crab overbrengende bezegelde en getekende akte van dat het huis voor altijd buiten kosten van de landen zullen worden onderhouden. Zij bedanken hiervoor [etc.].
De schout en heemraad Jacob Leendertsz. bezegelen [de orginele] akte.

Fol. 14 vs. e.v., dd. 3 december 1652.
Gijsbrecht Symonss., wonende in Sint Anthoniepolder, heeft rechtelijk doen arresteren onder Cornelis Aryenss., korenkoper wonende aldaar, nu tegenwoordig liggende hier aan 'de Maesdamse brugge' met zijn schuit, de somme van 23 gld., welke hem toekwam van Pieter Geeritss. Kroeff, wonende in Nieuw-Bonaventura onder 's-Gravendeel, over verschoten geld, blijkende bij zekere akte van 'actommen excessium'.
Willem Meertenss., schout, Jan Dirckxss. van der Wier, heemraad.
[Bijgeschreven] dat deze 23 gld. door Cornelis Aryenss. op 4 december 1652 onder recht is gelegd en daar van gegeven akte tot verzekering.
Op 4 december 1652 heeft Gijsbrecht Symonss. de 23 gld. gelicht onder borgtocht volgens akte daarvan zijnde. 


Fol. 15, dd. 4 december 1652.
- Willem Meertenss., schout, en heemraad Jan Dirckss. van der Wier.
Compareert Jan Aryenss. Maesdam, onze inwoner en mede-heemraad, en stelt zich borg voor het voornoemde arrest en lichting van de penningen.
De schout en secretaris J.W. Hoffman ondertekenen en de heemraad plaatst zijn handmerkje. 
[Volgt specificatie van gemaakte kosten].

Fol. 15 vs. e.v., dd. 12 januari 1653.
'Aende predicanten ende leeraeren des H. Goddelijcke Woorts jegenwoordich inde Classy vergadert binnen der stede Dordrecht'.
- Vas Corn(elis) en Jan Aryenss. Maesdam, ouderlingen, met Jan Dirckxss. van der Wier en Jacob Aryenss., diakenen, allen kerkenraad tot Maasdam. Zij verklaren 'hoe dat onderde gemeente als mede den schout metten predicant alhyer voor cersmis lest leden is ontstaen ende geresen een groote onruste, questye ende andere quereelen'. Daarom hebben zij aan de predikant verzocht om het Avondmaal 8 dagen 'opt stellen' om de onenigheid uit de weg te ruimen. De predikant heeft het avondmaal met enige lidmaten gehouden, echter zonder dat de voornoemde personen daar bij aanwezig waren. Men wil niets met de predikant van doen hebben 'omme sijnne groote foute die hij dagelijckx is doende'. Zij verzoeken om ontslag van hun predikant en een andere predikant te kunnen krijgen.
Zij ondertekenen de akte, terwijl Van der Wier zijn handmerkje zet.
De kerkeraad verzoekt aan de ambachtsvrouwe tot Maasdam en haar zoon Jacob Manryque, heer tot Maasdam, hulp voor het bovenstaande.
Dezelfde personen ondertekenen en plaatsen handmerk.

Fol. 16 vs. e.v., dd. 12 juni 1653.
- Willem Meertenss., schout, Jan Aryenss., heemraad.
Compareert Aryen Joosten, tegenwoordig wonende tot 'Hoffenis in Vlaenderen', zijnde zoon van Joost Dirckxss. en Marijken Corn(elis)dr. zaliger, dewelke heeft aangemerkt en hem is aangezged als dat zijn vader voornoemd met zijn zusters en broeders sedert de dood van Marijken Cornelis, zijn gewezene moeder, hebben verkocht haar nagelaten goederen zonder hem daarin te laten kennen, niet tegenstaande daar nog weeskinderen van zijn zuster in de voorzegde boedel zijn bestorven.
Hij verzoekt rechtelijk om rekening van de boedel.
Akte getekend door Willem Maertenss. Schout, Jan Aryensen Maesdam en Arien Joosten en secretaris J.W. Hoffman.
- Op 12 juni hebben de secretaris en jan Aryenss. Maesdam, heemraad van Maasdam, Joost Dirckxss. en zijn dochter Aryaentge Joosten deze akte voorgelezen en er werd tot antwoord gegeven: 'hij soude ons selvet aen spreken hij heeft misschyen meer wegh als hem toe comt'.
Getekend bij secretaris J.W. Hoffman en heemraad Maesdam. 

Fol. 17vs., dd. 21 augustus 1653.
"Extraordinaris rechtdagh gehouden voor schout ende heemraden van Maesdam io ten 21en augustus 1653:
Eiser de heer Blasyus van Haerlem waersman van Nieuw-Bonaventura contra Job Lendertss. Vogelaer.
Eiser eist betaling van gedaagde van 290 Car. gld. met de verlopen interest van dien, verponding, hoge en lage omslagen van 7 mergen 498 roeden. De eiser heeft beslag doen leggen op dit land. De gedaagde bekent de genoemde som gelds schuldig te zijn en deze in vier termijnen te betalen. Schout en heemraden oordelen dat de genoemde som gelds voor 24 augustus 1653 betaald moet zijn ofwel dat de gedaagde twee sufficiente borgen aanstelt en dan in twee termijnen betaalt, te weten met de Dordtse markt de helft en de rest mei daarop volgende of het gearresteerde koren wordt executabel.

Fol. 18, dd. 26 augustus 1653.
De heer dijkgraaf Johan vanden Steen heeft rechtelijk doen arresteren alzulke vruchten staande op omtrent 6 mergen land gelegen in Nieuw-Bonaventura onder de heerlijkheid van Maasdam, waarvan de bruiker is Job Leendertss. Vogelaer en dat vanwege verschenen landpachten die hij van de pachter competeert. 
Willem Maertenss., schout, Vas Corneliss. en Harmen Lodewijckxss. Montaen (heemraden).

Fol. 18 vs., dd. 13 september 1653.
"Extraordinaris Rechtdagh gehouden voor schout ende heemraden ten Dorpe ende heerlijckheyt van Maesdam den 13en September 1653"'
- Mr. Willem Beyer, wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, eiser, contra Jan Corneliss. timmerman, wonende op Maasdam, gedaagde.
Daar de eiser niet compareert wijzen de heemraden hem in de kosten van deze 'instantie'.

Fol. 18vs. e.v., dd. 20 september 1653.
Extraordinaris Rechtdag.
- Mr. Willem Beyer, wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, eiser, contra Jan Corneliss. timmerman, wonende op Maasdam, gedaagde. 
Eiser verzoekt betaling van gedaagde van 50 Car. gld. met de verlopen interest van dien blijkens de obligatie van jan Corneliss. timmerman ondertekend.
Timmeran is aanwezig en bekentdit schuldig te zijn en verzoekt om uitstel tot 22 maart 1654.
Willem Maertenss. Schout als mondeling procuratie hebbende van de eiser vergunt de gedaagde zijn verzoek, mits dat deze binnen die tijd borgen zal stellen. Heemraden beamen dit etc.

dd. 15 oktober 1653:
Aangezien de gedaagde binnen de genoemde tijd geen borgen heeft gesteld laat Beyer twee koeien in arrest genomen in de wei in Nieuw-Bonaventura.
Jan Aryenss. Maesdam. stadhouder, Vas Corneliss., heemraad, plaatsen hun handtekening met J.W. Hoffman, secretaris.

Fol. 20 e.v., dd. 10 november 1653.
Jan Aryenss. Maesdam, stadhouder, en Harmen Lodewijckxss. Montaen, heemraad.
- Thonis Aertss. Smit, onze inwoner, en Thonis Jacobss. Coppe, wonende onder de jurisdictie van Cillaarshoek, , als man en voogd van Barbar Aertsdr., zijnde de zuster van de voorzegde Thonis Aertss. Smit, beiden kinderen van Aert Thoniss. Smit en Adryaentje Jacobsdr., beiden zaliger [in de marge van de akte staat ter hoogte van deze regel: 'met Jan Dircx van der Wier'; vermoedelijk mede als optredend heemraad] , hebben met elkaar geliquideerd en vereffend alszulke kwestie en 'quereele' als zij met elkaar hadden vanwege het erfhuis van voornoemde Thonis Aertss. Smit en Barber Aertsdr. hun vaderlijke goederen, blijkende bij de uitkoopbrief bij hun moeder Adryaentje Jacobs gedaan voor schout en heemraden van Maasdam dd. 2november 1625 nog alzulke legaat als Thonis Jacobss. Coppe voornoemd hem aankwam uit zijn vrouws moeders boedel, blijkende bij het testament bij Adryaentje Jacobs, de voornoemde Tonis Aertss. Smit en Barber Aertsdr. zijnde hun moeder met Jan janss. Smit hun gewezen stiefvader gemaakt voor notaris Jan van Nuysenburgh te Dordrecht op 25 augustus 1634.
De akte ondertekend door Jan Aryensen Maesdam, stadthouder en secretaris J.W. Hoffman. Van der Wier en Montaen zetten hun handmerkje.

Fol. 21 vs. e.v., dd. 20 december 1653. 
Liquidatie en afrekening bij de kinderen en erfgenamen van Jacob Corneliss. Snuekelaer zaliger met Cornelis Gijsbrechtss. als vader en Heyndrick Corneliss. Post als voogd van Aeltge Cornelisdr., nagelaten weeskind van Annetge Rutten, waarvan voornoemde Jacob Corneliss. Snuekelaer zaliger de administratie gehad heeft van de goederen bij Maerijken Staesen en Rut Corn(elis), beiden zaliger, nagelaten en gedaan ten overstaan van de stadhouder en heemraden van Maasdam.
Volgt rekening en vervolgens komen de partijen tot een akkoord. De kinderen of weduwe van Jacob Corneliss. Snuekelaer zullen van het weeskind boven de 4 gld. 2 stuivers ontvangen 5 gld. en dat voor de voogdijschap en administratie die Snuekelaer gehad heeft. 
Akte ondertekend door stadhouder Jan Aryensen Maesdam en de heemraden Harmen Lodewijckxss. Montaen en Jan Dirckxss. van der Wier plaatsen hun handmerkje.

Fol. 22vs. e.v., dd. 20 december 1653.
Inventaris van de brieven in de weeskist van Maasdam gelegd bij Jan Aryenss. Maesdam, stadhouder, en Harmen Lodewijckxss. Montaen, het voornoemde weeskind aangaanden, besteld op A.B.C.
A: Eerst een testament voor heemraden van Maasdam gepasseerd bij Ruth Corneliss. en Marijke Staesen.
B: De vertichtbrief van Corn(elis) Gijsbrechtss. met de voogden van het voorzegde weeskind voor schout en heemraden van Maasdam dd. 27 januari 1639.
C. Een wettelijke obligatie houdende op Heyman Jacobss. inhoudende 171 gld., verschijnt alle jaren de eerste mei, de penning 5 ten honderd. In de marge staat: 'mey 1654 drye jaeren interest verschenen'.
D. nog een briefje onder de hand houdende op Jan Aryenss. Maesdam inhoudende 1000 Car. gld. den penning 5 ten honderd. In de marge staat: 'nieuwen jaer 1654 sal twee jaer interest verschenen wesen'.
E. nog een brief onder de hand houdende op A. Leendertss. nu overgedragen aan Pr. Aryenss. Maesdam inhoudende 600 Car. gld. de penning 5 ten honderd. In de marge staat: 'sal paesschen 1654 drye jaer interest verschenen wesen'.
F. nog een wettelijke obligatie houdende op Jacob Heymenss. inhoudende 400 Car. gld. kapitaal de penning 5 ten honderd.
In de marge staat: 'sal den 6en mey 1654 drye jaer interest verschenen wesen'.
G. Nog een wettelijke obligatie houdende op Aert Dirckxss. Snijder aan de Blaak houdende 210 Car. gld. den penning 5 ten honderd. In de marge staat: '5mey 1651 een paey van 25 gld. verschenen'.
Nog een wettelijke obligatie houdende op A. Joosten houdende 175 gld.
Jan Aryenss. Maesdam, stadhouder, plaatst handtekening en de heemraden Jan Dirckxss. van der Wier en Harmen Lodewijckxss. Montaen plaatsen hun handmerkje.

Volgt: 'costen gevallen ten tijde desen rekening sulckx alst volcht': [volgen posten].

Fol.24. e.v., dd. 20 januari 1654.
Jan Aryenss. Maesdam, stadhouder, Vas Cornliss., heemraad.
Compareren Cornelis Jacobss. en Staes Jacobss. Snueckelaer, zonen van Jacob Corn(elis) Snueckelaer en Bastyaentie Staesen, beiden zaliger, ter eenre, en Aryen Jacobss. Nootenboom, als broeder en voogd van zijn onmondige broeders en zusters, nagelaten weeskinderen van Jacob Aryenss. Nooteboom, zijn overleden vader, als mede een zoon zijnde van de voornoemde Bastyaentie Staesen verwekt bij Aryen Maertss., ter andere zijde, allen erfgenamen in de goederen bij de voornoemde Jacob Corn(elis) en Bastyaentye Staesen nagelaten. Aangezien er 'questye ende quereele' tussen de efgenamen waren gerezen vanwege het delen van de boedel, zo zijn zij numet toestemming van de stadhouder als oppervoogd tot een akkoord gekomen.
Aryen Jacobss. Nootenboom met zijn zusters en broeders zullen 350 Car. gld. ontvangen, waartegen Corn(elis) en Staes Jacobss. Snueckelaer ieder 700 gld. zullen ontvangen en ieder ook nog 150 gld. als vaderlijke besterffenis. Als de boedel rijke mocht zijn bevonden zal deze verder in drie partne worden verdeeld, te weten een deel aan Corn(elis) Jacobss. Snueckelaer, een deel aan Staes Jacobss. Snueckelaer en een deel aan Nootenboom met zijn zusters en broeders. Eventuele schulden in de boedel zullen ook in die aandelen betaald worden.
De stadhouder, de heemraad en secretaris J.W. Hoofman plaatsen hun handtekening.

Fol. 25 e.v., dd. 11 april 1654.
Jan Aeryensen Maesdam, schout, en de heemraden Vas Corneliss., Harmen Lodewijckxss. Montaen, Jacob Leendertss., Jan Dirckxss. van der Wier en Aryen Janss. Wesenhage.
Compareert Wingaert Corneliss. Gues, voor hem zelf, en Emmeke Cornelisdr., mede voor haar zelf, en als voogden van hun onmondige zusters en broeders bij Cornelis Janss. Gues en griet Wingerden, beiden zaliger nagelaten. Wingert met toestemming van de schout en heemraden van Maasdam akkoordeerd;
Wingert zal behouden het 'huys met alle plantagie ende pootagie daer op ende omme staende', de gehel inboedel en bruiklanden, koeien ofte beesten, inboedel, in - en uitgaande schulden, en alles zoals dat door Cornelis en griettie is nagelaten.
Emmeken Cornelisdr.zal geen enkele aanspraak op de boedel mogen maken.
Wingaert Corneliss. Gues belooft zijn drie onmodige zusters en broeder te allimenteren, en verder op te voeden etc. tot de leeftijd van 18 jaren en wel te weten Marijken Cornelisdr., oud ca. 16 jaar, Trijntge Cornelisdr., oud ca. 14 jaar, en Bastiaen Corneliss. Gues, oud ca. 12 jaar.
Indien het gebeurt dat Wingaert komt te trouwen en binnen een jaar komt te overlijden, dan zal zijn nagelaten huisvrouw aan de onmondige kinderen of aan hun gerechtigden 200 Car. gld. ineens moeten uitreiken. Indien hij binnen het tweede jaar komt te overlijden, dan zal de huisvrouw 150 gld. moeten betalen. Indien binnen het derde jaar, dan 100 Car. gld.
Wingaert verbindt voor dit alles zijn persoon en huis etc.
Indien de allimentatie der kinderen na Wingaert's overlijden niet naar behoren plaats vindt, dan zullen de schout en heemraden de weeskinderen tot zich nemen op kosten van de weduwe van Wingaert.
De schout en heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening; Montaen plaatst handmerkje.

Fol. 26 vs., dd. 15 april 1654.
Jan Aryenss. Maesdam, schout, Vas Corneliss., Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- Compareert Barber Geerlofsendr., weduwe van Heyman Jacobss. , in zijn leven schout tot Maasdam, verklaart bij deze haam negen kinderen uit dit huwelijk te "quytteren ontslaen ende quyt te schelden' alszulke legaat als Barber gemaakt is bij Maryken Wijtten zaliger, de voornoemde Heyman Jacobss. moeder en de bestemoeder [grootmoeder] van de voornoemde kinderen, te weten 'de ettinge ofte de vruchten' van de landen bij Maryken Wijtten aan de voornoemde kinderen gemaakt, blijkens het testament voor heemraden van Maasdam, zonder dat Berber of haar nakomelingen iets op het testament of legaat zouden mogen hebben te pretenderen.
Akte getekend door de schout, heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman. Heemraad Van der Wier plaatst handmerkje.

Fol. 27 e.v., dd. 1 mei 1654.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss., Harmen Lodewijckxss. Montaen, Jan Dirckxss. van der Wier, Aryen janss. Wesenhage, Jacob Leendertss., heemraden.
- Jan Aertss. Gelder, Cornelis Aertss. Gelder, Abraham Isaackss., hem sterk makende voor Maryken Aertsdr., zijn moeder, Aryen Joosten, Jacob Joosten, en hem sterk makende voor Dirck Joosten, zijn de zijn broeder, tegenwoordig uitlandig, en voor zijn zwager Jacob Willemss. Hoogewerff, wonende in de Korendijk, alsmede voor zijn twee zusters, namelijk Aryaentye Joosten en Janneken Joosten, mitsgaders Aryen Maertss., hem sterk maken voor zijn onmondige broeders en zusters, allen kinderen en erfgenamen van Maryken Cornelisdr., in leven gewoond hebbend op het dorp van Maasdam. Zij transporteren aan Matheus Lootgerss. , wonende in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, 4 mergen 207 roeden 'telants' gelegen in Nieuw-Bonaventura onder de jurisdcitie van Maasdam omtrent de twee watermolens. Belend Z de Raey ofte ree sloot van Bonaventura onder Maesdam, O de tweede kruys wegh NJob Corneliss. com coysis W de gemeenelants molevliet.
De schout en heemrad Vas en secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening; heemraad Van der Wier plaatst handmerkje.

Fol. 28 vs. e.v., dd. 26 juni 1654.
Jan Aryenss. Maesdam, schout, Vas Corneliss., Jacob Leendertss., heemraden.
- Compareren Franck Tiellemanss., voor hem zelf, Maryken Tiellemansdr., voor haar zelf, , haar sterk makende voor haar man tegenwoordig wonende in het Land van Waas in Vlaanderen, Jan Cornelis Bieshuevel als getrouwd hebbende Altye Tyellemans, voor zich zelf, en Neeltye Tielmansdr., geassisteerd met Jan A. Maesdam, schout voornoemd, als haar gekoren voogd. Allen kinderen en erfgenamen van Tyelman Francken. 
Zij scheidden de goederen. Franck Tielmans krijgt "huys ende worff" op Maasdam met enige huisraad, welke hem bij loting te beurt is gevallen. Mayken Thyelmans, Jan Corneliss. Bieshuevel en Neelte Thyelmandr. "hebbe genooten soo veels ieder" dat zij afstand doen van hun vaderlijk erfdeel ten behoeve van Franck.
De schout en heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening; heemraad Jacob Leendertss. plaatst handmerkje. 

Fol. 30 e.v., dd. 5 augustus 1654.
Jan Aryenss. Maesdam, schout, Aryen Janss. Wesenhage, Jacob Leendertss., heemraden.
- Compareert Cuyryna Leenderts vande Hoeck, laatst weduwe van s(injeu)r Cornelis Mattheuss. van Alphen, geassisteerd met schout Jan Aryenss. Maesdam, als haar gekoren voogd in dezen, en transporteert aan Abrahamis Bastingius, predikant tot Maasdam, een gerechten schuldbrief gepasseerd 26 september 1647 houdende ten laste van Maryken Jacobs, weduwe van Jan Gijsbrechtss. en inhoudende 1800 Car. gld. kapitaal., 'daer op de rugge geteeckent stont seven hondert gul. vande cappytale hooft somma te sijn betaelt', zo dat op datum dezes nog resteert 1100 Car. gld. De comparante verklaart dat zij van de schuldbrief ten volle is voldaan door ontvangst van het betreffende bedrag uit handen van Bastingius.
De schout en de srcretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening. De twee heemraden hun handmerkje.

Fol. 31 e.v., dd. 26 april 1654.
Jan Aryenss. Maesdam, schout, en Vas Corneliss. en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- Compareert Barber Geeloffuendr., weduwe van Heyman Jacobss., in zijn leven schout tot Maasdam, geassisteerd met Jacob Willemss. Hoofman, onze secretaris, haar gekoren voogd in dezen, ter eenre, en Jacob Heymanss., voor hem zelf, Ingen Jacobss., als getrouwd hehbende Maryken Heymansdr., voor hem zelf, Jacob Danielss. de Jonge, als getrouwd hebbende Lijsabet Heymensdr., voor hem zelf, Cornelya Heymansdr., voor haar zelf, en Geertruyt Heymansdr., mede voor haar zelf, geassisteerd met Aryen Jacobss., schout van Sandelingenambacht, haar oom, Jacob Heymenss., voornoemd haar broeder, en Ingen Jacobss. voornoemd, haar zwager, als mede voogde van de vier onmondige weeskinderen bij de voornoemde Heymen Jacobss. zaliger nagelate, ter andere zijde. Zij verakkoorderen en vertichtende voornoemde kinderen hun vaderlijke goederen.
De weduwe zal blijven behouden het 'huys, bergh ende schuyer mette betelingge ende plantagie daer op staende' etc. met al de iegen- en bruiklanden, paarden, koeien en alle meubelen, de gehele inboedel, ploegen, wagens en al het bouw- en melkgereedschap. Tevens alle inkomende en uitgaande schulden. daarvoor keert de weduwe aan haar negen kinderen uit 2 mergen 'teel lant' in het Oudeland van Maasdam 'aende maescant', belend O den Maesdamse wegh, Z Neeltye Dircken weduwe wijle-Willem maertenss., in zijn leven schout tot Maesdam, W de maes en N Pluen Aryenss. op Pietershoeck. De weduwe zal echter trekken de vruchten van dit land voor de zomer van 1654 en 1655, waarvoor zij dan alle onkosten van het land diende te voldoen. Aan haat twee ongetrouwde mondige dochters genaamd Cornelis Heymensdr. en Getruyt Heymansdr., mistgaders aan haar onmondige weeskinderen, met name Anneken Heymensdr., ca. 16 jaar, Cornelis Heymansz., ca. 13 jaar, Wijt Heymanss., ca. 11 jaar, en Heyment Heymensdr., ca. 8 jaren, zal zij uitreiken bij hun mondigheid, te weten 18 jaar, of trouwdag, aan elk een koe en een bed met zijn toebehoren, ofwel in plaats daarvan 100 Car. gld. De weduwe moet haar kinderen tot mondigheid onderhouden etc. Voor dit alles verbindt zij in het speciaal haar huis etc. op het dorp van Maasdam en verder haar persoon en verdere goederen.
De schout en heemraad Vas en heemraad J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening; heemraad van der Wier plaatst zijn handmerkje. 

Fol.33 vs. e.v., dd. 22 juni 1654.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Harmen Lodewijckxss. Montaen en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
Compareert Trijntye Jansdr., weduwe van Thuenis Aertss. Smit, geassisteerd met Gijsbert Symonss. Smits, wonende in Sint Anthoniepolder, haar gekoren voogd in dezen, ter ene zijde, en Thonis Jacobss. Coppe, wonende onder de jurisdictie van Cillaarshoek, als voogd van de nagelaten kinderen van Thonis Aertss. Smit zaliger, ter ander zijde. Zij veraccoorderen met apporbatie van de schout als oppervoogd en komen tot vertichting i.v.m. de vaderlijke goederen van de weeskinderen.
De weduwe zal behouden het 'huys ende erff' etc., de 'smits winckel ende alle de toebehooring van tange, hamers voorts ijser ende hooke mette het erff jegens haer huys over voorts den geheelen in boel van linnen, tinne, cop(er) ende ijser werck', alsmede alle inkomende en uitgaande schulden etc.
De weduwe zal hiervoor aan haar twee kinderen, genaamd Geertye Thuenisdochter, oud ontrent 8 jaren, en Aryaentye Tuenisdochter, oud ontrent 5 jaren, elk 50 Car. gld. uitreiken, waarvan in mei 1655 25 gld., dat terstond op interest uitgezet zal worden ten profijte van de kinderen. Ten dele moeten de penningen komen uit de verkoop of erfhuiscedulle van de kinderen hun vaders kleren. De resterende penningen zal de weduwe vervolgens aan haar kinderen uitreiken. Zij moet haar kinderen bij hun mondige dage, te weten 18 jaar, elk een gouden ring of 5 gld. aan geld geven. Zij zou dit niet behoeven te doen als haar kinderen voor hun mondige dage zouden komen te sterven. De weduwe moeten haar kinderen naar behoren opvoeden en allimenteren tot hun mondige dage toe. Hiervoor stelt zij haar huis en smitswinkel op het dorp Maasdam als zekerheid; alsmede haar persoon en verdere goederen. Als een van de kinderen komt te vooroverlijden zal diens goed en geld komen aan het andere kind. Bij onmondig vooroverlijden van beide kinderen zal de moeder gehouden zijn het geld, uitgezonderd de gouden ringen, uit te reiken aan degenen die daar toe gerechtigd zijn. 
De schout en de secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening; de twee heemraden hun handmerkje.
In de marge opgetekend: dat op 1 mei 1655 Steven Stevenss., als getrouwd hebbende Trijntje Jans, weduwe, in presentie van de Jan A. Schout 100 gld. heeft betaald en deze 100 gld. zijn op interest gedaan aan, blijkens het weesboek. Leendert Jacobsss. Vermaesen.

Fol. 35 vs. e.v., dd. 14 oktober 1654.
Rechtdag gehouden 14 oktober 1654.
Marijeken Aertsd., wonende op 's-Gravendeel, met Jan Aertss. gelder, wonende aan de Strijense Westdijck en Cornelis Aertss. gelder, wonende op klaaswaal, allen kinderen en erfgenamen van Maryken Cornelisdr. zaliger, eisers, contra Joost Dirckxss., hun stiefvader, gedaagde.
De eisers verzoeken betaling van de gedaagde van 518 Car. gld. met interesten van dien, alsmede de kleding en juwelen die tot hun vaders lijf hebben behoord en nog enige andere erfenis die de eisers aanbestorven was blijkens de vertichtbrief bij de voornoemde Mayken Cornelis gedaan voor schout en heemraden van Maasdam op 21 februari 16.. [er staat: xvjc]
De gedaagde compareert niet en daarom wordt hij veroordeeld tot de proceskosten.
De eisers verzoeken weder een rechtdag tegen de gedaagde komende zaterdag 17 oktober 1654. 

Fol. 36 e.v., akte dd.17 oktober 1654.
Rechtdag gehouden 17 oktober 1654.
Tussen de zelfde partijen als in de voorgaande akte. De eisers volharden in hun eis. Japers voor de gedaagde eist dat de eisers zullen presenteren 'den eet van caloumya' dat zij geloven en menen te hebben een rechtvaardige zaak.

Fol. 37, akte dd. 31 oktober 1654.
Rechtdag gehouden 31 oktober 1654.
Voortzetting van de voorgenoemde rechtzaak.Heemraden eisen dat de partijen binnen 14 dagen in het dorpshuis van Maasdam komen met medeneming van hun brieven en bescheiden.

Fol. 38 e.v., akte dd.dd. 14 november 1654.
Rechtdag gehouden 14 november 1654.
Vonnis: de gedaagde moet de genoemde som gels aan de eisers uitreiken. Jacob Joosten, als mondelinge procuratie hebbende van de gedaagde zijn vader, 'stelt hem abpelent voorde camer judytyael van Suijt hollant'.

Fol. 39 e.v., akte dd. 1 november 1654.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Harmen Lodewijckxss. Montaen, Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
Compareert Adryaentye Dirckendochter, weduwe van Jacob Aryenss. Notenboom, geassisteerd met Eldert Pieterss. Hordijk, haar gekoren voogd in dezen, ter ene zijde, en Dirck Jacobss. Notenboom, voor hem zelf, Bastiaentje Jacobsdr., voor haar zelf, geassisteerd met haar voornoemde broeder en gekoren voogd in dezen, en Staes Jacobss. Notenboom, mede voor hem zelf, als mede gerechte bloedvoogden van hun onmondige broeders en zusters bij de voornoemde Jacob Aryenss. Notenboom zaliger nagelaten, ter andere zijde. Met approbatie en consent van de schout en heemraden accoorderen en vertichten zij de besterffenis van de kinderen hun vader.
De weduwe zal behouden het 'huys ende hoff' alhier op het dorp van Maasdam, waar zij tegenwoordig op woont, alsmede het ;huyseken ende worff' over den Dijck, voorts alle in boel van 'linnen, tinne, cop(er), hout ende ijser'en 'alle de koeye ofte beeesten' en alle inkomende en uitgaande schulden etc. Hiervoor zal zij aan haar zeven kinderen uitkeren 7 car. gld., te weten aan de mondige kinderen genaamd Aryen Jacobss., Dirck Jacobss., Bastyaen Jacobss. en Staes Jacobss. nu dadelijk elk 20 stuivers en de onmondige weeskinderen, genaamd Maerten Jacobss. Notenboom, oud ontrent 14 jaren, Marijken Jacobsdr., oud ontrent 11 jaren, en Cornelis Jacobss. Notenboom, oud ontrent 8 jaren, als zijn mondig geworden zijn eveneens elk 20 stuivers. De weduwe zal genieten de interest van de som gelds die bestemoeder van de kinderen, genaamd Bastyaentye Staesedr., aan hen vermaakt heeft en wel aan elk kind 50 Car. gld.
De weduwe moet de kinderen naar behoren opvoeden en allimenteren etc. Hiervoor stelt zij haar huis, haar persoon en verdere goederen tot zekerheid.
De schout en de secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening; de heemraden hun handmerkje.

Fol. 40 vs., dd. ..[onleesbaar] december 1654.
Jan Aryenss. Maesdam, schout, Jacob Leendertss., heemraad.
- Compareert Vas Corn(elis), mede heemraad, en verklaart ten verzoeke van Jan Aertss. Gelder dat hij Govert Aerss. Verlaer, als zijnde gerechte bloedvoogd van de voornoemde Jan Aertss. Gelder, Corn(elis) Aertss. en Marijken Aertsdr., allen zijnde nagelaten weeskinderen van Aert Janss. Gelder zaliger, heeft horen zeggen dat Joost Dirckxss., de voorzegde kinderen hun stiefvader, dat Govert Aryenss. Verlaer "met een saekye [zakje] met gelt, twelck de voor(segde) Joost Dirckxss. van de leyen hadde gehaalt te hebben op Prs hoeck {Puttershoek] op de schouder sloege en sijde dat den voorn(oemde) Govert Verlaer daer op jegens Joost Dirckxss. seijde siet toe dat het u niet suer op en breeckt soo waerel(ijck) most hem Godt helpen".
De schout en Vas en secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening. Jacob Leendertss. zijn handmerkje.

Fol.41 e.v., dd.1 mei 1655.
"Eygen Brieff voor Aryen Jacobss. Nootenboom".
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Cornelis en Isaack Aryense Maesdam, heemraden.
- Compareert Pieter Pouwelse Wouerman, onze inwoner, en transporteert aan Aryen Jacobsen Nooteboom een huis en beterschap van erf op het dorp van Maasdam aan 'Sheere Dijck'. Belend O: 'de Buyer Wateringe van Bonaventura', Z: 'Adryaentie Dircke weduwe weijle Jacob Aryense Nooteboom za', W: 'Sheere Dijck' en N: 'Jacob Hoffman secretaris alhyer'.


Fol. 41 vs., dd. 1 mei 1655.
De schout en heemraden verklaren op verzoek van Aryen jacobss. Notenboom te hebben getaxeerd alzulke 'huysken'. staande op het dorp van Maasdam aan 'Sheeren Dijck', dat hij heeft gekocht van P(iete)r Pouwelss. Wouwerman met enige inboel. het huisje taxeren zij op een waarde van 150 gld.
Akte ondertekent met handtekening door schout Jan Aryensen Maesdam en heemraad Vas Cornelisz. en secretaris J.W.Hoffman. Heemraad Jan Dirckxss. van der Wier zet handmerkje.

Fol. 42, dd. 1 mei 1655.
"Schultbrieff van Pieter Pouwelss. Wouwerman tot laste van Aryen Jacobss. Nootenboom".
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss. en Isaack Aryensen Maesdam, heemraden.
Compareert Aryen Jacobss. Nootenboom en bekent schuldig te zijn aan Pieter Pouwelsen Wouwerman 190 Car. gld. over de resterende kooppenningen van een huis en beterschap van erf, dat hij op heden in eigendom heeft ontvangen. Dit onder verband van het huis en zijn persoon en verdere goederen.

Fol.42 vs. e.v., dd. 1 mei 1655.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss., Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- Aert Janss. van Es en Barber Geeloffuen, echtelieden wonende op het dorp van Maasdam, bekennen schuldig te zijn aan Cristyan Coopmans als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Adryaen Pouelsen de Haen, borger der stad Dordrecht, 1400 Car. gld. tot 40 groten vlaams het stuk hoofdgeld vanwege aangetelde geleende penningen. Zij beleven dit geld over een jaar te restitueren, datis 1 mei 1656, met interest jegens de penning 5 van 100. Zij verzekeren hievoor zekere vier mergen zaailands, luttel min of meer, in het Oudeland van Maasdam 'aende maescant', belend O den maesdamsen wegh, Z Pluen Aryenss. op Pietershoeck, W de maese ofte de visserye van Maesdam en N Jacob Aryenss. Maesdam woonende in Mijnsheerelant van Moerkercken. Voorts verbinden zij nog hun persoon en verdere roerende- en onroerende goederen.
De [orginele] brief bezegeld door de schout en door heemraad Vas Corneliss. Bij gebrek aan zegel zet heemraad Van der Wier zijn handmerkje.
Deze akte getekend door de schout, heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman. van der Wier zet handmerkje.

Fol. 44e.v., dd. 19 mei 1655.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss. en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- Inge Jacobs als getrouwd hebbende Marya Heymans dochter, voor hem zelf, en Cornelya Heymansdr., voor haar zelf, geassisteerd met Aryen Jacobss. Ros, schout in Sandelingenambacht, haar oom, en Jacob Heymenss., haar broeder, en beide voogden hier present zijnde. Zij verklaren gegrondkaveld te hebben alzulde stuk lands als zij gemeen en onverdeeld hebben liggen groot 4 mergen 200 roeden genaamd 'de hoeff', gelegen in het Oudeland van Maasdam, belend O den Ockercamp toe behoorende Jacob Aryenss. Maesdam woonende in Mijnsheerenlant van Moerkercken, Z Cornelis Jacobss. Snueckelaer op Maesdam met bruyckwaer comende met het westeynde aenden Maesdamsen wech en N de heer thuft tot Dordrecht. Hen comparanten aanbestorven bij het overlijden van Marijken Wijtten de voornoemde Marya en Cornelya Heymans bestemoeder, blijkens bij de kavelcedulle bij hen comparanten en de gemene erfgenamen van voorzegde marijken Wijtten gedaan, waarvan de voorzegde Cornelya Heymansdochter gekaveld en gedeeld blijft aan het zaailand liggende aan de Ocker camp groot 14 hont en Ingen Jacobss blijft gekaveld en gedeeld de wei komende aan den maesdamsen wech groot 2 mergen, beiden zonder maat, maar met de voet gestoten. Mocht het gebeuren dat het ene stuk groter of kleinen bevonden wordt, zullen zij comparanten gehouden zijn hun land ''in ongelde te bevrijden'', te weten Cornelya 2 mergen 200 roeden en Ingen 2 mergen [etc.]. Cornelya zal aan Ingen uitkeren 24 Car. gld. van 40 groten het stuk. [verder nog regeling i.v.m. overpad e en te maken watering e.d. ]. 
De schout, heemraad vas en secretaris J.W. Hoffman zetten hun handtekening. Heemraad Van der Wier zijn handmerkje.

[volgen enkele blanco folio's]

Fol. 46 vs., dd. 19 mei 1655.
Jan Arijensen Maesdam, schout, Vas Corneliss. en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- compareert Cornelya Heymans, de dochter van zaliger Heyman Jacobss., in zijn leven schout tot Maasdam, tot haar mondige dage gekomen zijnde, zegt de voogdij op van Aryen Jacobss. Ros, schout in Sandelingenambacht, haar oom, en Jacob Heymanss., haar broeder, als haar voogden van vaderszijde en bedankt hen voor hun toezicht en administratie van haar goederen.
De schout en heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening. Heemraad van der Wier plaatst zijn handmerkje.

Fol. 47e.v., dd. 1 juli 1655.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss., en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- Compareert Ingen Jacobss. van der Maese, wonende op t Gadt onder de jurisdictie van 's-Gravendeel en bekent schuldig te zijn aan Cornelis Aertss. Viskil, wonende in Numanspolder 1100 Car. gld. tot 40 groten het stuk endat vanwege de aa Viskil of aan zijn huisvrouw Cornelya Heymans dochter beloofde penningen op zekere 4 mergen 200 roeden land in smal kavelinge heeft beloofd, gelegen in het Oudeland van Maasdam, belend O den Ockercamp toebehorende Jacob Aryenss. Maesdam, wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, Z Cornelis jacobss. Snueckelaer op Maasdam met bruikwaar, W den maesdamsen wegh en N de heer Thaugt (?) tot Dordrecht. Hij belooft over een jaar, zijnde 1 juni 1656 dit geld met interest jegens 4 van ieder 100 te betalen en bij langer onder zich houden zal hij interest als voornoemd betalen etc. Hij verhypothekeerd hiervoor de genoemde 4 mr. 200 r. lands.
Akte getekend door de schout, heemraad Vas en secretaris J.M. Hoffman. Heemraad Van der Wier plaatst handmerkje. 
[Bijschrift:]
Op 4-12-1659 werd deze schuldbrief vertoond aan de schout en schepenen, waarop stond dat deze voldaan en geroyeerd was.
getekend door Jan A. Maesdam, schout, Vas Cornelysz., Isaack Aryenss. Maesdam en secretaris G. van Breedenhoff.

Fol. 48 vs. e.v., dd. 1 juli 1655.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss. en Jan Dirckxss. van der Wier, heemraden.
- Compareert Ingen Jacobss. van der Maesen, wonende opt Gadt onder de jurisdictie van 's-Gravendeel, als getrouwd hebbende Marya Heymans, voor hem zelf, met Cornelis Viscil, wonende in Numanspolder, als getrouwd hebbende Cornelia Heymans, bekennen schuldig te zijn aan Christyaen Coopmans, als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van Adryaen Pauwelss. de Haen, burger der stad Dordrecht, en dat ten behoeve van de voorzegde weeskinderen, 1250 Car. gld. n.a.v. aangetelde penningen van de voornoemde Coopmans ontvangen. Zij beloven dit geld te restitueren 1 juli 1656 met de interest jegens de penning 5 van het 100. Zij verzekeren hiervoor in het speciaal 4 mergen 200 roeden zo zaai- als weiland, hen comparanten aanbedeeld uit de boedel van Marijken Wijtten volgens cavelceel, en gelegen in het Oudeland van Maasdam, belend Oden Ocker Camp toebehorende Jacob Aryenss. Maesdam, wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, Z Cornelis Jacobss. Snueckelaer op Maasdam met bruikwaar, W den Maesdamsen wegh en N de heer Thuft tot Dordrecht. Voorts stellen zij hun persoon en roerende- en onroerende goederen als zekerheid.
De orginele brief bezegeld door de schout en heemraad Vas en bij gebrek aan een zegel van Van der Wier door hem ondertekend (met merkje). Deze akte ondertekend door de schout, heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman. Van der Wier zet handmerkje.

Op 3 mei 1664 is deze schuldbrief aan schout en schepenen getoond met quitantie. getekend: Jan A Maesdam, schout, Tonijs Cornelijssen Cruijcht (?) en secretaris van Heijsen.

Fol. 50, akte dd. 5 juli 1655.
Jan Arijensen Maesdam, schout, Jan Dircxssn van der Wier, heemraad.
- Zij verklaren als waarheid ten verzoeke van Jacob heymanss. dat op 4 juni 1655 ene Ingen Jacobsen, zwager van Jacob Heymanse, aan schout en heemraad voornoemd heeft gepasseerd een schuldbrief inhoudende 900 gld. kapitaal tot laste van Jacob Heymans, requirant in dezen, ten behoeve van Crijstijaen Coopmans, borger der stad Dordrecht, en dat de voornoemde Jacob Heymanss. des andere daags de klokke 8 uren voor de middag, zijnde de 5e juli 1655, aan schout en heemraad voornoemd, het genoemde geld aan Coopmans schuldig te wezen en daarvoor 2 mergen lands, gelegen bij het Maasdamse kerkhof, had verhypothekeerd.
De schout en de secretaris J.W. Hoffman plaatsen hun handtekening en Van der Wier zijn handmerkje. 

Fol. 50 vs. e.v. 5 juli 1655.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss. en Jan Dirckxss. van der Wier, , heemraden.
- Jacob Heymanss., wonende bij de steel plaets in de heerlijkheid ende baljuwschap van Strijen, bekent schuldig te zijn aan Cristiaen Coopmans, borger der stad Dordrecht, 900 Car. gld. vanwege aangetelde penningen. Hij belooft de penning 5 van het 100 als interest te betalen en dit geld op 5 juli 1656 te restitueren. Hij verhypothekeert hiervoor ontrent 2 mergen zaailand in het Oudeland van Maasdam, belend O tkerckhoff van Maesdam, W de Maese, N. den Maesdamsen Wegh. Voorts zijn persoon en verdere goederen. 
De schout en heemraad Vas zegelenen de orginele akte. Bij gebrek aan zegel van heemraad van der Wier zet deze handmerkje.
Deze akte getekend door de schout en heemraad Vas en Van der Wier plaatst handmerkje.

Fol. 51 vs. e.v., dd. 27 oktober 1655.
Jacob Leendertss. en Isaack Aryensen Maesdam, heemraden.
- Compareert Jan A. Maesdam, schout alhier, als last en procuratie hebbende van Jan Huybertsen Baes en Willem van Dijck, borgers der stad Dordrecht, , die hun met deze procuratie mede sterk maken voor 'haere mede consoorte', allen erfgenamen van Hadewij Jansdr., weduwe was van zaliger Bartholomeeus Gilliss. van Oostehout, welke procuratie was gepasseerd voor notaris Arent van Neten dd. 26 oktober 1655 binnen Dordrecht en heemraden vertoond. Uit hun naam is rechtelijk gearresteerd alzulke penningen als Thuenis Corneliss. de Rucht, wonende op het dorp Maasdam, schulden zoude zijn aan Corn(elis) Aerts Gelder, wonende op Klaaswaal, het zij van erfgoederen of anders.
Akte getekend door Isaack Aryenss. Maesdam en Jacob Leendertss. zet handmerkje.
[volgt kostenopgave van het arrest voor de schout, 2 heemraden, de bode en de secretaris voor het schrijven van de akte].

Fol.53 e.v. 17 februari 1656.
Alzo Fonckert Adryaenss., als last en procuratie hebbende van zijn vader Aryen Joosten Voormaes, wonende tot 'Hossenis in Hulster Ambacht int Lant van Vlaenderen 'de selven bericht is ende in expurijentie selffs bevonden heeft hoe dat sijnne moeijen' namelijk Adryaentie Joosten en Janneken Joosten bij zijn grootvader Joost Dircxss. zijn blijven wonen na de dood van zijn grootmoeder Marijken Corn(elis), huisvrouw van de voornoemde Joost Dircxss., en de voornoemde Fonckert weder in plaats van zijn vader erfgenaam voor zijn portie van de gemene boedel en alzo de voornoemde Adryaentie Joosten en Janneke Joosten nu getrouwd met Thonis Corn(elis) de Rucht.
Fonckert is verorderd om de boedel af te handelen etc.
waarbij lang uitstel door zijn moeije heeft plaatsgevonden. Daar Fonckert uitlandig is heeft hij in een herberg moeten verblijven tegen grote kosten. Hij authoriseert schout Jan Aryensen Maesdam en Jan Dircxss. van der Wier, heemraad en Huybert Huybertss., gerechtsbode, om aan Joost Dircxsen of zijn voornoemde dochters en zwager om vanwege hem te 'inderdiceren' en verbieden i.v.m. de boedel [etc.].
Jan Aryensen Maesdam, schout (zet handtekening), Jan Dirckxss. van der Wier, heemraad (zet handmerkje).

Fol. 54 vs. e.v. dd. 24 februari 1656.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Jan Dirckxss. van der Wier en Aryen Jansen Wesenhagen, heemraden.
- Jan Janss. wonende in Mijnsheerenland van Moerkerken, bekent uit handen van Wingert Corneliss. Geus, wonende op het dorp van Maasdam, betaald te zijn van alsulke erfenis als hem was bewezen zo van moeders- als vaderszijde, blijkende bij de ene uitkoop voor schout en gerechten van Maasdam en de andere voor die van Puttershoek, 'waar over hem heeft gedraghen als voocht eenen Cornelisen Janse Geus den voorss. Wingert Corneliss. Geus zijne gewesen vader'. Jan Janss. bedankt zijn voogd voor zijn administratie en goede opzicht etc.

Fol. 56 e.v., dd. 19 april 1656.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss., Harmen Lodewijckxss. Montaen, Jan Dirckxss. van der Wier, Jacob Leendertss., Aryen Janss. Wesenhagen, Isaack Aryenss. Maesdam en Cornelis Jacobsen Sneukelaer, heemraden.
- CompareertJacob Heymanss., wonende 'aende steen plaets' onder de heerlijkheid en Baljuwschap van Strijen, en transporteert aan Cristyaen Coopmans, borger der stad Dordrecht, 2 mergen zaailand in het Oudeland van Maasdam 'aende maescant', belend: O kerckhofff van Masdaem en Isaack Aryenss. voornoemd, Z en W de maise ofte vysserye van Maesdam, hem comparant aanbedeeld uit de boedel van Marijken Wijtten, zijn overleden bestemoeder zaliger, volgens cavel cedulle daar van zijnde.
In de orginele akte zegelden de schout en heemraad Vas, 'door beheere dandre heemraden'. Heemraad van der Wier heeft geen eigen zegel. Deze akte getekend door de schout en heemraad Vas en secretaris J.W. Hoffman. Van der Wier plaatst handmerkje.

Fol. 57, dd. 19 april 1656.
- de schout en heemraden taxeren op verzoek van Cristiaen Coopmans ca. 2 mergen zaailand bezaaid met koolzaad en gelegen in het oudeland van maasdam, dat hij heeft gekocht van Jacob Heymanss.. Het wordt getaxeerd op 1000 Car. gld. 

Fol. 57 vs., dd. 27 april 1656.
- Heeft Bastiaen Adryaenss. Borger, wonende op Puttershoek, alhier onder Cornelis Jacobsen, Staes Jacobss. Sneukelaer en de kinderen van Jacob Aryenss. Noteboom, allen kinderen en erfgenamen van Jacob Cornelisen Sneukelaer en Bastyaentye Staesse, beiden zaliger, alhier rechtelijk doen arresteren alzulke 100 Car. gld. als de voorzegde erfgenamen schuldig zijn aan Gerrit Pietersen Maesdam, bij de voorzegde Gerrit van de voornoemde Bastiaen Aryenss. Borger op interest gelicht blijkens de obligatie daar van zijnde. Zo hebben wij Jan A. Maesdam, schout, en Vas Cornelisz. en Jan Dirckxss. van der Wyer, heemraden tot maasdam, dit ondertekend op datum als boven. 

Fol. 58 e.v., dd. 6 mei 1656.
Jan Aryensen Maesdam, schout, Vas Corneliss., Isaack Aryenss. Maesdam, heemraden.
- Compareren Aryen Jacobsen Ros en Jacob Heymanss., als voogden over de vijd minderjarige kinderen van zaliger Heymen Jacobsen, in zijn leven schout tot Maasdam, respektievelijk hun comparanten vader en broeder, en bekennen schuldig te zijn aan Willem Corneliss. van Dijck, borger der stad Dordrecht, 500 car. gld. vanwege geleende penningen, welke zij in goede orde ontvangen hebben, '....die bij haere comparanten versterckt sullen worden tot betalinge. Ende aff snyueren van tgeene de selve weeskinderen inde scheydinge vande after gelaten goederen bij Marijken Wijtten za. haren grootmoeder op hare cavelinge moeten vuyt ceeren....'. De intrest bedraagt 5 de 100 jaarlijks. Als zij niet na een jaar dit geld terigbetalen zal de interest de penning 16 bedragen. Zij verhypothekeren hiervoor 5 mergen weiland in het Oudeland van Maasdam, belend O Jan Aryenss. Maesdam, schout voornoemd, W. Vas Corneliss. en Z den Maesdamsen wegh, welke land de weeskinderen is aangekaveld uit de goederen van hun grootmoeder Marijken Wijtten.
De orginele akte bezegeld door de schout en heemraad Vas. Heemraad isaack heeft geen zegel. De schout en heemraden plaatsen hun handtekening onder deze akte.
Eronder opgetekend dat de schuld op 3 juni 1661 is voldaan, waarbij ondertekenen: Jan A.Maesdam schout, Cornelis Jacobsen Sneuckelaer, heemraad, en secretaris J.W. Hoffman.

Fol. 59 e.v., dd. 7 oktober 1656.
- Jan Ariensen Maesdam, schout, Jan Dirckxe van der Wier, Corn(eli)s Jacops Sneukelaer, schepenen, hebben gerechtelijk gearresteerd ten verzoeke van de heer Diedeick Hoeuft 'drie swarte drie jarige offe de enen van de drie jaeren wit hoofdde em noch drie ket schapen', gaande op een stuk land in het Oudeland van Maasdam, groot 4 mergen en genaamd 'de hoeuff'. Dat om aan het vee te verhalen zodanige pachtpenningen die de voornoemde heer te vorderen heeft van Pauwels Hoppel, gewezen schout van Puttershoek. Het vee mag niet vervoerd worden aleer de penningen voldaan zijn.
Akte getekend door de schout en schepen Sneukelaer en secretaris F. van Breedenhoff. Van der Wier plaatst handmerkje.

Fol.59 vs., dd. 11 november 1656.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Hermen Lodewijckse Montaen, Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Compareert Cornelis Ariensen Kleijne Kees, als voogd van Franck Franckse, nagelaten weeskind van zaliger Franck Thiele, verklaart verkocht en getransporteert te hebben aan Floris Cornelisen Gues een geheel huis en beterschap van het erf in het dorp Maasdam, belend O den Dijck, W de Maes, Z Steven Stevensen en N Ariaentje Dirckse. Het huis wordt door hen voor de 40e penning getaxeerd op 100 gld.
De akte getekend door de schout. De schepenen plaatsen hun handmerkje. 

Fol. 60, dd. 11 november 1656.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Hermen Lodewijckse Montaen en Jan Dirckse van der Wiewr, schepenen.
- Compareert Floris Cornelisen Gues en verklaart verkocht en getransporyeerd te hebben aan Dirck Jansen van der Wier een geheel huis en beterschap van het erf, gelegen in het dorp Maasdam, belend Oden Dijck, W de Maes, Z. Stevens Stevensen en N Ariaentje Dircke. Huis door schout en schepenen getaxeerd voor de 40e penning voor 100 gld.
Akte getekend door de schout en secretaris F. van Breedenhoff. De schepenen plaatsen hun handmerkje.

Fol. 60 vs., 4 november 1656. 
Jan Ariensen Maesdam, schout, Hermen Lodewijckse Montaen, Jan Dirckse van der Wier, schepenen.
- Compareert Dirck Jansen van der Wier, bekent schuldig te zijn aan Franck Franckse, nagelaten weeskind van zaliger Franck Tiele, 140 gld. tot 40 groten t stuk. n.a.v. koop en leverantie van een huis en beterschap va het erf, hem comparant op heden getransporteerd bij Cornelis Ariensen Kleyne Kees als voogd van het voorzegde weeskind. Hij belooft deze som met termijnen van 25 gld. jaarlijks terug te betalen, waarvan de eerste termijn met Bamis [= 1 oktober] 1657 verschenen zal zijn. Hij verhypothekeert hiervoor het genoemde huis.
Akte getekend door de schout en door secretaris F. van Breedenhoff. De schepenen plaatsen hun handmerkje.
In de marge genoteerd deze schuldbrief op 6 januari 1663 afgelost is.

Fol. 61 e.v., dd. 20 december 1 6 5 5 .
Jan Ariensen Maesdam, schout, Jan Dirckse van der Wier en Ary Jansen Wesenhage, heemraden.
- Compareert Cornelis Jacopsen Sneukelaer, Staes Jacopsen Sneukelaer, en Ary Jacopsen Nooteboom, hem sterk makende voor zijn nadere zusters en broeders, allen kinderen en erfgenamen van zaliger Jacob Cornelisen Sneukelaer en Bastiaentje Staessendr., en verklaren getransporteerde te hebben aan Bastiaen Cornelisen Bestebruer een 'huys, bergh, keet metten eygendomme van de werff daer aen behoorende' op het dorp van Maasdam, belend O 'de huysinge ende werff van Neeltje Dirckxdr. weduwe wijle Willem Meertensen, in sijn leven schout tot Maesdam', Z den heer wegh, W 'de huysingen ende werff vande voorn(noemde) Cornelis Copsen Sneukelaer en Noordeinde: 'comende aende gemeen Lants wateringe'.
De orginele akte bezegeld door de schout en de heemraden bij gebrek aan een zegel hebben hun handmerkje geplaatst.

Fol. 62 e.v., akte dd. 18 november 1656.
Jan Ariensen Maesdam , schout, Hermen Lodewijckse Montaen, Ary Janse Wesenhage, schepenen.
- Compareert Bastiaen Cornelisen Bestebruer, onze inwoner, en bekent schuldig te zijn aan Cornelis Jacopsen Sneukelaer, Staes Jacopsen Sneukelaer, Ary Jacopsen Nooteboom, Dirck Jaopsen Nooteboom, Staes Jacopsen Nooteboom, Bastiaentje Jacops, onmondige weeskinderen van zaliger Jacop Ariensen Nooteboom, gezamenlijk erfgenamen van zaliger Jacob Cornelisen Sneukelaer, de somme van 250 gld. tot 40 groten t stuk, als restant van de koop en leverantie van een huis en erve, hem comparant getransporteerd volgens de eigenbroef van dd. 20 december 1655, staande op het dorp Maasdam, belend O Neeltje Dircks en W de huysingen ende werff van Cprn(elis) Jacopsen Sneukelaer. Hij belooft dit geld te batelen in twee termijnen, te weten nu eerstekomende mei 1657 150 gld. en de resterende 100 gld. mei 1658. Hij verhypothekeert hiervoor genoemd huis. 
Akte getekend door de schout en door secretaris F. van Breedenhoff. De heemraden plaatsen hun handmerkje. 

Fol. 63 e.v, akte dd. 18 januari 1657.
"Eyge brieff voor Isack Ariensen Maesdam".
Jan Ariens Maesdam, schout, Jacob Leendertsen, Vas Cornelisen, Hermen Lodewijckse Montaen, Jan Dierickse van der Wier, Ary Janse Wesenhage, Corn(elis) Jacobsen Sneukelaer, heemraden.
- Anthony Beeck, wonende tot Leerdam, transporteert aan Isack Ariensen Maesdam, onze mede heemraad, 1 mergen 100 roeden weiland in het Oudeland van Maasdam, belend Z voornoemde Isack Ariensen Maesdam, WJan Ariensen Maesdam schout, N Johan Schoormans, notaris binnen Dordrecht, O de weduwe van Willem Maertense. De verkoper neemt de op het land rustende algemeene kosten tot januaro 1657 voor zijn rekening.
Deorginele brief bezegeld door de schout. Deze akte getekend door de schout en heemraad Vas en secretaris F. van Breedenhoff. Heemraad Wesenhage plaatst handmerkje.
Verkocht voor 600 gld. gereed geld. De 40e penning komt op 15 gld. 

Fol. 64 e.v., akte dd. 24 januari 1657.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Jan Dirckse van der Wier, Hermen Lodewijckse Montaen, schepenen.
- Jelis Reynierse, ouderling, en Ingen Jacobsen en Jan Jansen Barendrecht, diakenen, transporteren aan Pieter Jansen Scheepens, een huis en beterschap van het erf op het dorp maasdam, belend O den Dijck, W Corn(elis) Ghijse Esseboom, Z de Maes, voor 170 gld, waarvan hij betaald op sinte Maerten 1657 25 Car. gld. en op die dag alle volgende jaren een gelijke som. Hij verhypothekeert hiervoor het genoemde huis.
Akte getekend door de schout, se secretaris F. van Breedenhoff. De schepenen plaatsen hun handmerkje.
De schout en schepenen hebben het huis op 24 januari 1657 getaxeerd op 100 gld. voor de betaling van de 40e penning (etc.).

Fol. 65, akte dd. 14 mei 1657.
Jan Ariensen Maesdam. schout, Hermen Lodewijckse Montaen, Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Jop Leendertsen Vogelaer transporteert aan de heer dijkgraaf Johan van den Steen een 'huys, schuyr, bergh' met de beterschap van het erf en boomgaard groot 209 roeden, eertijds bij voornoemde Jop Leend(ertsen) op erfpacht gebruikt, tot een stuk van 5 mergen 563 roeden, de voornoemde heer van den Steen toebehorende volgens de opdrachtbrief dd. 5 januari 1641, gelegen onder Nieuw-Bonaventura 'aenden eersten cruyswegh', belend Z de erfgenamen van de heer borgemeester Teresteyn, N Claes Bast..... [iaensen ? = slecht leesbaar door verbleking].
Akte getekend door de schout, de secretaris F. van Breedenhoff en schepen Sneukelaer. Montaen plaatst handmekje.
De 40e penning van de koopsom van 330 gld., 8 gld. 5 st., is ontvangen.

Fol. 65 vs., akte dd. 30 mei 1657. 
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen, Jacop Leendertsen , Hermen Lodewijckse Montaen, Jan Dirckse van der Wier, Ary Jansen Wesenhagen, Isack Ariensen, Cornelis Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Aert Jacopsen, wonende in het Ambacht [= Sandelingenambacht] , transporteert aan dominee Abrahamus Bastingius, predikant alhier, 2 mergen 2 hont in het Oudeland van Maasdam 'aen de maeskant', belend O Joost Dirckse, Z de Maes, W de groote kerck te Dordrecht, N de gemeene Lants wegh van Maesdam 
Akte getekend door de schout, secretaris F. van Breedenhoff, schepenen Vas, Sneukelaer en Maesdam. De overige schepenen plaatsen hun handmekje.
Door schout en schepenen is het land, 'daer eenige vruchten bij vercoft zijn', getaxeerd op 1200 gld. gereed geld en komt de 40e penning op 30 gld.

Fol. 66vs. e.v., akte dd. 30 mei 1657.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Hermen Lodewijcke Montaen, Ary Jansen Wesenhage, schepenen.
- Compareert Domine Abrahamus Bastingius, predikant alhier, bekent schuldig te zijn aan Maeyke Staessedr., nagelaten weeskind van zaliger Neeltge Dircken, 400 Car. gld. vanwege opgenomen en aangeteldepenningen door Dirck Dirckss. Quartel als bloedvoogd van het weeskind en met goedvinden van de schout als oppervoogd van de wezen. Hijbelooft ditgeld over een jaar met interest van de de penning 25 of 4 gld. de 100 terug te betalen. Hij verbindt hiervoor 2 mergen 12 hont lands in het Oudeland van Mmaasdam 'aende maes kant', belend O Joost Dirckse, Z de maes, W de groote gemeene lants wegh van Maesdam, gelijk hetzelve hem comparanten op heden is getransporteerd.
Akte getekend door de predikant, de schout, de secretaris J. van Breedenhoff. De schepenen plaatsen hun handmerkje.
Eronder is opgetekend dat op 13 december 1664 voldaan is.
getekend door schout Jan A. Maesdam en handmerkje door (o.a. ?) schepen Wesenhagen [dit gedeelte van de akte deels slecht leesbaar door verbleking]. 

Fol. 67 vs. e.v., akte dd. 10 juni 1657.
Jan Ariensen Maesdam, schout, Jan Dircksen van der Wier, Ary Jansen Wesenhagen, schepenen. 
- Compareert Matthis Cornelisen, wonende in De Polder, oud 34 jaar, Jacop Heymensen, oud 29 jaar, en Pieter Aertsen, wonende op Maasdam oud 23 jaar, welke attestaeren op verzoek van Willem Dirckse, wonende tot De Polder, dat zij op 3 juni 1657 gezamenlijk zijn geweest ten huize van Cornelis de Schipper in De Polder, waar mede in het gezelschap is geweest Pieter Dircksen. Matthis en Pieter verklaren dat zij hebben gezien en gehoord dat Willem Dircksen "sijn gelagh heeft betaelt en van meeningh was na huys te gaen, alwaer als dan den voorn(oemde) Pieter Dirckse bij quaem, die den voorn(oemde) Willem Dirckse dwongh dat hij met hem noch most vechten het welck hij t'eenemael aff keerde alsoo hij sij gelagh hadt betaelt en niet van meeningh was daer langer te blijven, waer over hij gedrongen wert om te weycken tot op de camer alwaer als doen met een timme k gesmeten wiert na den voorn(oemde) Willem Dirckse soo dat hij eyndelijckgenootsaeckt is geweest tot beschermingh van sijn lijff en leven sijn mes te gebruycken en heeft als doen den voorn(oemde) Pieter Dirckse gequetst". De attestanten verklaren gezamenlijk ng dat twee personen waren gekomen met een mes tegen de voornoemde Willem om hem te "questen", "waer over hij sijn mes ter neer lijden".
Matthis en Jacop veklaren nog dat de twee mannen "sijn gevallen op Willem Dirckse en hem onder de voet hebbe gesmeten en de kleederen van het lijff geschuert soo dat sij attestante de twee parsoonen daer van hebben moeten trecken alsoo het scheen dat sij den voorn(oemde) Willem Dirckse van leven ter doodt willen brengen". 
Akte getekend door de schout, de secretaris F. van breedenhoff. De schepenen plaatsen hun handmerkje.

Fol. 68 vs. e.v., dd. 6 mei 1658.
"Eygen brieff van Landt voor Leendert Cornelisen Clootwijck".
Jan Ariensen Maesdam, schout, Vas Cornelisen , Hermen Lodewijckse Montaen, Jan Dirckse van der Wier, Ary Jansen Wesenhage, Isack Ariensen Maesdam, Corn(elis) Jacopsen Sneukelaer, schepenen.
- Compareert Jelis Reynierse Krol, onze inwoner, en transporteert aan Leendert Cornelisen Clootwijck, 554 roeden 8 voeten land, luttel min of meer, gelegen in Poelwijck onder de jurisdictie van Maasdam onder de dijkagie van Nieuw-Bonaventura, belend O de erfgenamen van Antheunis van Asperen, in zijn leven secretaris van Puttershoek, W Sheeren Dijck, N de voornoemde Clootwijck. De verkoper belooft het land van onkosten te vrijwaren tot kerstmis 1657.
De schout, de secretaris F. van Breedenhoff en de schepenen Vas, Maesdam en Sneukelaer plaatsen hun handtekening. De overige schepenen hun handmerkje.
Het land is verkocht voor 560 gld. ; de 40e penning daarover bedraagt 14 gld. 

Vervolg Maasdam oud-rechterlijk archief 7


Copyright ©: 2005 Piet en Willeke Molema-Smitshoek (Zoetermeer)
Laatste aanpassing: zaterdag 15 januari 2005.


home | e-mail | Genealogie Hoeksche Waard |