ds Rob van Essen Bethelkerk
- Zondag 28 augustus 2005
Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden: toen zij met Hem alleen waren:
Waarom hebben wij hem niet kunnen uitdrijven? Matth. 17:19
Van de historicus Huizinga
zijn de woorden: ‘Wij leven in een bezeten wereld’. Het ging hem daarbij onder
meer over de opkomst van het nihilisme, dat hij in het bijzonder belichaamd zag
in het Nationaal Socialisme. Zijn
woorden hebben ook nu echter nog actualiteit. Om ons heen zien we hoe angst
voor wie anders is en religieus fundamentalisme om zich heen grijpt. Dagelijks
horen we van zelfmoordaanslagen in Irak, een terreuraanslag in Nederland, zoals
in Spanje of Londen, is volgens sommigen een kwestie van tijd. In Rotterdam
plegen jongens, vanaf 9 jaar, groepsverkrachtingen. Bezeten: er zijn mensen die
het bijbels taaleigen voor tijdgebonden en gepasseerd houden. Wat moeten we met
verhalen over ' demonen'.
Maar misschien peilt de Schrift onze werkelijkheid wel
het diepst als er over ' bezetenheid'
gesproken wordt. Ondanks economische tegenwind, leven we in een tijd van
een ongekende welvaart, toch verdwijnt de solidariteit uit onze samenleving.
Chronisch zieken kunnen straks naar hun no-claim korting fluiten als de nieuwe
ziekenfondsverzekering voor iedereen een feit is. Bisschop Muskens wees er deze week op hoe
desastreus het is als de zorg voor de naaste tot een ‘product’ gemaakt wordt. De agressie in het verkeer neemt toe: mensen
rijden als bezetenen en maken zich net zo dik als de PK's die hen voortsleuren.
In de geschiedenis die aan
het verhaal vooraf gaat vertelt de evangelist dat Jezus op de berg verheerlijkt - getransformeerd - wordt. Een
glimp van Pasen. Jezus geheel transparant tot op God. De mens die zichzelf niet
krampachtig hoeft waar te maken, maar waarvan God zegt: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik
mijn vreugde’. Is dat ook niet het
diepste geheim van de opstanding, dat God ons rehabiliteert? Dat Jezus, ondanks alle tegenspraak van
zondaren, door God in ons midden wordt geplaatst als de waarachtig vrije mens!
Een vrijheid die Hij niet
gebruikt ten koste van anderen, maar inzet voor ons heil. Hij gaat de weg van
het lijden, van de solidariteit ten einde toe.
Onder aan de berg is daar een
wanhopige vader, die met de nood van zijn maanzieke zoon bij de discipelen
heeft aangeklopt. Maar die stonden met lege handen, ondanks de volmacht die ze
van Jezus ontvangen hadden. En als Jezus daar dan is, dan roept de man: ‘Kyrie
eleïson! Mijn zoon is maanziek en lijdt
daar erg onder; hij valt dikwijls in het
vuur of in het water.’
Het is opvallend hoe sober
Mattheus deze geschiedenis vertelt, in vergelijking met Marcus. Hier niet de belijdenis van de vader ( ‘Ik
geloof, kom mijn ongeloof te hulp’ ) en ook de bevrijding van de jongen wordt
sober weergegeven. We horen niet anders dan dat Jezus de demon op strenge toon
toespreekt.
Voor onze moderne oren is er
hier zowel herkenning als ook vervreemding. Vervreemding: wij spreken niet meer
van maanziekte. Geloven niet dat iemand epileptische toevallen krijgt bij
bepaalde fasen van de maan. En al helemaal niet dat epilepsie een vorm van
bezetenheid is. Er is mijns inziens dan ook niets op tegen al luisterende te
verdisconteren dat de bijbelverhalen in een andere culturele context geschreven
zijn en dat het wereldbeeld van de bijbelschrijvers in veel opzichten het onze
niet meer is. Wat niet wil zeggen dat we nu zoveel intelligenter zijn. Wat is
het verschil tussen geloof in 'maanziekte'
en het geloof dat je karaktereigenschappen afhangen van de conjunctie
van bepaalde planeten tijdens je geboorte?
En het feit dat we iets nu epilepsie noemen, wil nog niet zeggen het
niet tegelijk een verschijnsel kan
zijn dat ons vrees aanjaagt. Leven we niet in een samenleving die bezeten is
van angst voor verlies van gezondheid en vitaliteit. ‘Hij valt in het vuur en
in het water’ - speelbal van destructieve
machten zijn wij mensen. Vuur en water, beelden ook uit de geschiedenis van
Israël. De pogroms, de mannen in de vurige oven, Israël door de Schelfzee -
door vuur en water heeft God ze vastgehouden, heengeleid.
Gelovige en ongelovige mensen
overkomt hetzelfde. Maar Israël mag vertrouwen dat God hen vasthoudt, hen
erdoor leidt. Moet zich niet laten knevelen door de machten die het op hun
ondergang voorzien hebben. ‘Wees Mij gehoorzaam’, waarin in het Hebreeuws
Israëls credo meeklink: ‘Hoor Israël’! Wordt niet bezeten van de hang naar rijkdom,
vruchtbaarheid en macht. Zulke goden maken je leven tot een voortdurend hel van
vrees.
Maar voor we verwijtend naar
Israël wijzen dat steeds weer onderuit ging, vestigt Mattheus de aandacht op de
discipelen van Jezus. Mattheus schreef dit evangelie, toen de jonge gemeente in
een vijandige, bezeten wereld stond. En hoezeer herkennen we ons in de
discipelen. Staan ook wij niet vaak met lege handen als mensen een beroep op
ons doen? Waar Jezus ons het mandaat gegeven heeft het evangelie te
verkondigen, zieken te genezen en gebondenen te bevrijden,
staan wij als christelijke
gemeente zo vaak met lege handen.
Maar dat is niet het ergste.
Wat erg is, is dat we het normaal zijn gaan vinden. Dat we niet
vaker, zoals de discipelen, met de vraag naar Jezus gaan: ‘Waarom konden wij
het niet?’
Het is jullie gebrek aan
geloof (kleingeloof - NBG) zegt Jezus.
Sommigen vertalen dat, te kort door de bocht, met ongeloof. '
Kleingeloof'' - dat is een scherp en
tegelijk pastoraal antwoord. Scherp, want Jezus zegt dat het ze aan vertrouwen
ontbreekt. We laten ons leven blijkbaar beheersen door de angst niet serieus
genomen te worden. We worden geleefd, tobbend of we heel onze opgebouwde
schijnwereld in stand kunnen houden. Ons leven cirkelt rondom onze behoeften en
wensen en 'geloof' dient voor velen
hooguit als sluitstuk. ‘Kleingeloof’ -
te weinig om gelukkig van te worden, te weinig om anderen gelukkig te maken.
Het is ook een pastoraal antwoord, want Jezus ontzegt hen het geloof niet. Maar
als jullie vanuit dat geloof zouden handelen, maar één seconde durfden
vertrouwen op Gods belofte, dan zou je wonderen zien gebeuren. Dan kun je
bergen van twijfel de baas. Dan zou er ruimte komen voor liefde die wonderen
doet.
Hoe word mijn
kleingeloof geloof? In liefde gedijt vertrouwen!
Luister naar God, zoals Jezus deed op de berg. Negeer je gevoelens van onmacht
niet en houdt jezelf niet voor geloviger dan je bent. Er zijn geen
toverwoorden, noch wetenschappelijk, noch levensbeschouwelijk, die de demonie
de baas kunnen. ‘The power of love is stronger than the love of power’. God vraagt geen volmaakte
mensen. Hij vraagt mensen durven liefhebben, die naar Zijn woord luisteren. In
wie Hij een mosterdzaadje van waarachtig vertrouwen kan zaaien. Mensen die hun
tekort bij de Heer durven brengen, die echt bidden durven. Geloven en bidden.
dat is met lege handen durven staan. ‘Wij zijn bedelaars, dat is waar’, zei Luther op zijn sterfbed. In een leven van geloof moet er blijkbaar
veel zelfbedrog bij het oud vuil om het met Zijn liefde te wagen. Maar het is
wel het wagen waard!
Schriftlezingen: Jeremia 7:23-28 en Matteüs 17:14-21