|
Bethel, 24 maart 2005 - Witte Donderdag ds
Rob van Essen
>Deze maand zal u het begin der maanden zijn..= Ex. 12:2
Veel beter dan vroeger realiseren we ons hoezeer
ons geloof verweven is met de natuur en de cultuur waarvan we deel uitmaken.
Protestantse kerken hoeven geen steriele preekschuren meer te zijn: er mogen
bloemen staan, er is plaats voor kunst en zelfs voor een kerstboom. Mensen
schrikken niet meer als ze horen dat ons Kerstfeest - qua vormgeving - een
gedoopte versie is van het feest van de onoverwinnelijke zon dat aan het begin
van de jaartelling gevierd werd. Bepaalt de geboorte van Christus ons er niet
bij dat we het Licht tegemoet gaan en dat God de Zonne der gerechtigheid is? En
we realiseren ons dat ons Paasfeest, als lentefeest, nog steeds heidense
vruchtbaarheidssymbolen als haas en eieren benut. Tja, en wat is er tegen een
eitje bij het ontbijt?
Mensen in de steden zijn het besef van de
afhankelijkheid van de natuur wat kwijt geraakt. Het leven in het rite van de
seizoenen. Alhoewel, zelfs Jantje Beton voelt nieuw leven in zijn botten op zo=n stralende lentedag als vandaag. De lentelucht
verjaagt het spinrag uit je hersenen en daarom gaan sommigen ook het spinrag
in de huizen maar even te lijf. Leven op het ritme van de seizoenen,
afhankelijk van de natuur, dat deed Israël ook. En de grote feesten van Israël
zijn allemaal terug te brengen op oogst- en akkerfeesten. Het nieuwe jaar
begint in Israël na de herfstoogst in de maand Tisjri.
Tegelijk heeft Israël steeds weer de verzoeking
gekend de natuurkrachten zelf te vereren en aanbidden. De Baäls en Astartes die
je in hun greep krijgen. De economie waarvoor alles wijken moet. We leven op
een ecologische tijdbom: de poolkappen smelten weg, eilanden verdwijnen
langzaam in zee en de regenwouden verdwijnen met de oppervlakte van voetbalvelden
per dag. En de Amerikanen hebben nog steeds Amerikaanse kernwapenen in Volkel,
want die zijn nodig om terroristenstaten in toom te houden. ADood is ons bloed@,
zegt een avondmaalslied uit ons liedboek.
Het ruimen van honderdduizenden varkens en koeien het levend begraven
van pluimvee, zoals we dat de afgelopen jaren zagen - het zijn gebeurtenissen
die associaties wekken met de plagen van Egypte. Een maatschappij die rond het gouden kalf danst, blijkt
uiterst kwetsbaar te zijn. De profeten zeggen dat Israël vanwege het goede
leven een >vet hart= heeft gekregen. De dienst aan God wordt vergeten,
want alles draait om het eigen belang. Slaaf zijn ze geworden van de machten,
alsof ze weer in Egypte terug zijn.
Want Egypte=s goden zijn natuurgoden. De plagen zijn tekenen
die mensen de ogen ervoor zouden moeten openen hoe ongewis het vertrouwen op
zulke machten is. De cyclus van zaaien en oogsten is niet vanzelfsprekend. Er
komt een nacht dat niemand werken kan.
In Exodus 12 horen we van de instelling van het
Pascha. Waarschijnlijk was er al een feest onder de nomaden dat te maken had
met de geboorte van de lammeren. Pascha: het feest van het voorbijgaan. Dat >voorbijgaan= krijgt een unieke betekenis. >Deze maand zal u het begin der maanden zijn= - het wordt uit de kringloop van de natuurfeesten
gelicht. Deze maand - Nisan - wordt de >hoofdmaand=. Vanaf het aanbreken van deze nieuwe maan
beginnen we opnieuw te tellen! Ja, om dit feest te kunnen vieren, het Pascha,
moet Israël voortaan gaan tellen. Het gaat niet terug op geboren lammetjes of
op narcissen die de kop opsteken: het is de inzet van Gods bevrijding! En op
dat feest moet een lam of geit geofferd worden.
Volgens sommige rabbijnen een daad van verzet, een breuk met het
verleden. Want deze dieren stonden ook voor Egyptische goden. Natuurlijk, het
is maar één interpretatie, maar die zegt wel iets over de wijze waarop men in
Israël het verhaal als meer dan de weergave van een ritueel verstaat. Waar het verhaal historisch op terug gaat
zullen we wel nooit te weten komen.
Ook moesten ze het bloed aan de deurposten
strijken, opdat de doodsengel voorbij zou gaan. Het bloed als een teken.
Waarvan? Van een uitgeteld volk misschien? Om zichtbaar te maken dat er al
slachtoffers waren in de huisjes van deze slaven?
Tegelijk een teken van het nieuwe begin dat God
maakt. >Hij oefent gerichten aan de goden van Egypte=, zegt de bijbelschrijver. Alles waar Egypte op
vertrouwd had, waarmee het zich een voortbestaan dacht te verzekeren, wordt in
zijn hemd gezet. Als je op die weg doorgaat, dan sterven je eerstgeborenen, dan
is er geen toekomst.
Bij de voorschriften voor de nacht van de uittocht
hoort ook dat men staande het Pascha eet. Opgestaan uit de onderdrukking. Klaar
om op te breken en God te dienen. Een dienst aan God. De Griekse vertaling
gebruikt hetzelfde woord dat we ook in Rom. 12 bij de apostel horen: >Stel uzelf in zijn dienst als een levend, heilig
en God welgevallig offer, want dat is de ware eredienst voor u.= Uw
Paschaviering! Met hart en handen in dienst van God.
Wat dat betekent laat Jezus ons zien als Hij met
zijn leerlingen de Pesachmaal viert. Hij
deelt brood en wijn: tekenen van trouw en toekomst in de Pesachliturgie. Brood
voor onderweg en de wijn van de nieuwe aarde. >En
zoals die tekenen Israël tot de huidige dag vergezeld hebben, zo verbind ik
mijn bestaan met jullie=. Ondanks verraad, ondanks verloochening - verbindt
Jezus zich met ons op leven en dood.
Daarom spreekt de beker van vergeving van zonden: wie eruit drinken zijn
vrij van vroeger, ze proeven toekomst! >Ik zal met jullie opnieuw van de vrucht van de
wijnstok drinken in het koninkrijk van mijn Vader=!
En elk jaar tellen wij weer veertig dagen af: want
sinds Jezus is opgestaan is ook voor ons Pasen >het
begin der maanden=. Zijn dienst aan ons is de bron waaruit ons leven
ontspringt. En van daaruit mogen de dienst aan God en de dienst aan de mensen
voortaan de grondtoon van ons bestaan zijn.
Lezingen: Exodus 12:1-20, Matteüs
26:17-29