Duister Verlangen

"Ik zie nog steeds niet in waarom ik niet mee kan." Xander verwijdert zich van de zoete lippen die hem even zijn gekrenkte deden vergeten. Niet te ver natuurlijk, want het meisje is mooi, warm en zacht. Door haar, ongetwijfeld dure, parfum heen ruikt hij de hormonenopjagende geur van haar enigszins transpirerende huid. De paar seconden waarin zijn gedachten even uit het diep uitgesleten spoor van de primaire drift ontsnappen, wil hij uiting geven aan zijn ongenoegen.

"Iedereen op school weet ondertussen dat we met elkaar gaan. Het smoesje 'ik sterf als mijn vrienden er achter komen' is al lang aan ouderdom en verwaarlozing gestorven."

"Op school ja. Alsof dat al niet erg genoeg is!" werpt Cordelia hem geërgerd tegen. "De Zimmermans spelen echter in een heel andere klasse. Vergeleken met hen zijn wij, en daarmee bedoel ik míjn familie, niet meer dan stinkende dakloze bedelaars. Jij zou in de categorie Ongewervelde Dieren vallen."

"En wederom dank ik je voor je ongekende respect." onderbreekt Xander zijn snobische vriendin. Hij weet uit ervaring dat zodra ze eenmaal is begonnen om hem neer te halen, er voorlopig geen einde aan komt. En dat doet niet alleen zijn weinige zelfrespect geen goed, maar ook de romantische sfeer heeft daar ernstig onder te lijden.

Cordy's weerwoord wordt gesmoord door een hartstochtelijke kus. Hij is het gevaar voor, en als hij een oud Prins Valiant verhaal mag geloven is dit de beste tactiek. Een paar seconden lang probeert ze zich nog verstaanbaar te maken, ondanks hun worstelende lippen, maar dan geeft de brunette zich over aan haar hevige gevoelens.

De daaropvolgende tien minuten herbergt de achterbank van de "Queen C" twee pubers die alleen maar lippen en handen hebben voor elkaar.

"Dus ik kom morgenavond rond negen uur naar je toen." probeert Xander het nog een keer, zodra hij voor een paar ogenblikken zijn zinnen weer bij elkaar heeft.

"Niet dus!" vlamt Cordelia, geïrriteerd door zijn onbeschaamde vasthoudendheid en het onderbreken van hun zalige, vrij fysieke, geknuffel. "Over een kwartiertje verwacht mijn vader me thuis. Wees een vent. Kop dicht en kussen!"

* * *

Voor de jongeren van Sunnydale zijn de steegjes en gangen rond de Bronze geen onbekend terrein. De vele verborgen plekjes maken het een ideale omgeving indien men even alleen wil zijn met zijn of haar verovering. Hele klassen kunnen zich hier discreet afzonderen. Om gehoor te geven aan de onweerstaanbare behoeften van hun hormonen, zonder dat ze elkaar hoeven te storen. Dit geldt natuurlijk alleen voor de gelukkigen. Diegenen wiens toenaderingspogingen niet worden weggehoond. Voor de afgewezenen rest weinig anders dan om zo onopvallend mogelijk door de schaduwen te wandelen. In de stille hoop iets op te vangen van de bijna magische reputatie van de meest bekende of beruchte plekjes.

Maar het is stil en doods in deze stegen, zelfs voor een maandagavond.

"Nop, niets te zien." zegt het tienermeisje als ze voorzichtig achter een afvalcontainer kijkt. "Vals alarm."

"Dat is al de vijfde keer in evenveel minuten dat je iets denkt te horen." zegt haar vriendin met een licht verwijt in haar stem. "Het lijkt er sterk op dat je me probeert te ontlopen. We weten allebei waarom we hier zijn. Waarom ik met je mee ben gegaan. Hoelang wil je het nog ontkennen? Ik begrijp dat het niet gemakkelijk voor je is. Daarom laat ik jou ook het tempo bepalen."

De aangesprokene kijkt haar leeftijdsgenote wat nerveus aan. Dan geeft ze zich met een zucht gewonnen.

"Oke. Welk hoofdstuk wil je behandelen?"

"Vier en vijf" zegt Willow, en glimlacht naar Buffy. "Ik hoop dat je nog weet waarover het ging."

"Van diversiteit to specialisatie tussen de soorten." dreunt de blondine schools op. "Dit vak is zo níet mijn sterkste punt!" verdedigt ze haar niet-interresse.

"Waarom zou biologie ook een uitzondering zijn." antwoordt het roodharige meisje met vriendschappelijke spot.

"Het zakken voor álle vakken is ook een prestatie. Weinig medescholieren doen me dat na. Dat is toch wel een paar bonuspunten waard?"

"Je zakt niet!" verzekert Willow haar. "Dat sta ik niet toe. Desnoods sluiten we ons het hele weekend op in de bibliotheek."

"Je hoeft niet direct met verbanning te dreigen!" antwoordt haar vriendin verongelijkt. "Ik ben braaf. Ik zal kennis opdoen."

"Oh goed!" zegt Willow geestdriftig. "Ik maak van jou de meest geleerde Doder ooit."

"Oz, help!" richt Buffy zich geschrokken tot hun mannelijke begeleider.

De jongeman ziet echter het gevaar. Steunt hij de blondine, dan kan hij op een afkeurende blik van zijn meisje rekenen. Op zijn minst. Stemt hij echter in met de, goed bedoelde, intenties van Willow, dan moet hij zich verantwoorden tegenover de Vampier Doder van deze generatie. Terwijl de twee meisjes hem verwachtingsvol aankijken geeft hij hen zijn ondoorgrondelijke glimlach. Om een bij voorbaat verloren discussie te voorkomen verstevigt hij zijn greep op de kruisboog, die hij van Giles heeft meegekregen, en loopt een paar meter verder de steeg in. Zogenaamd op zoek naar duistere doelen voor zijn wapen.

Oz houdt niet van dingen die doden, of het nu monsters zijn of wapens. Maar met dit ding kan hij de engerds van de nacht tenminste op een veilige afstand houden. Op een veilige afstand van zichzelf en van zijn vrienden. Van Willow. Hoe had hij ooit kunnen vermoeden dat dit lieve, verlegen meisje zo'n interessant leven leidt. Goed, bij tijd en wijle behoorlijk gevaarlijk. Maar in ieder geval niet saai. Bovendien heeft hij kennis mogen maken met een vriendenkring die gesmeed is in het vuur van dodelijke gevaren en persoonlijke drama's. Wat hem echter het meeste opvalt is de humor en warme kameraadschap waarmee ze zich door alle moeilijkheden heen slaan.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de helft van de nummers die hij de laatste tijd componeert over vriendschap gaan. De andere helft wordt geïnspireerd door rood haar en een betoverende glimlach. Terwijl Oz zo door de donkere steeg loopt vormen zich in zijn hoofd de eerste akkoorden voor een nieuw nummer. Hij heeft zelfs al een titel. "Duister Verlangen". Of "Heimelijke Ontmoeting", of, vampier. Foute titel, accurate determinatie.

Het monster steekt met kop en schouders boven hem uit, wat gezien zijn gebrek aan lichaamslengte de meeste doen.

"Vampier!" roept hij naar de twee achteropkomende meisjes. Meer als een mededeling dan als een hulproep. Terwijl hij de eerste aanval van zijn opponent behendig weet te ontwijken hoort hij Buffy's stem. "Zijn collega's hebben zich al voorgesteld. Toch bedankt."

Nog voordat zijn vampier diens tweede aanval inzet, waagt Oz een snelle blik naar zijn twee medestrijders. Drie exemplaren van de lelijke variant der vampachtigen, lelijker dan gebruikelijk, bedreigen de meisjes. Buffy heeft zich tussen haar vriendin en hun aanvallers opgesteld, enthousiast wachtend op een ondoordachte actie van het trio. Nu hij Willow veilig weet, relatief en voor het moment, richt hij zijn aandacht weer snel op zíjn probleem.

Dit lid van de familie der ondoden heeft schijnbaar wat meer verstand, of gewoon meer ervaring, dan de gebruikelijke bijters. Deze gebruikt namelijk de deksel van een gehavende vuilnisemmer als schild tegen zijn projectielen. Beseffende dat er geen tijd is voor een tweede schot. Eén pijl, één kans. Met bewegingen waar een footballspeler trots op zou zijn, probeert de jonge man achter zijn tegenstander te komen. Echter, de vampier beschikt over dezelfde wendbaarheid en drijft Oz langzaam maar zeker naar achteren. Het monster houdt de deksel nog steeds tussen de kruisboog en zijn enige echte kwetsbare plek, zijn levenloos hart, als Oz rug in contact komt met een muur. De grijns van de vampier wordt breder zodra hij inziet dat zijn prooi geen kant meer op kan. Diens vrije hand grijpt naar Oz's keel, en mist. De jongen heeft zich op één knie laten vallen en steekt zijn wapen achter het geïmproviseerde schild. De vampier ziet de triomfantelijke blik van zijn jeugdige tegenstander, als deze de trekker overhaalt die de gespannen pees vrijgeeft. Het stof van de als nummer twee geplaatste in deze confrontatie, daalt neer op het hoofd van de overwinnaar. Die doorgaat naar de volgende ronde.

Eén ademteug om zich te herstellen is alles wat Oz zichzelf gunt, voordat hij zijn geliefde te hulp snelt. Het meisje levert haar aandeel in de strijd door één van de onverlaten te bewerken met haar gewichtig en stevig exemplaar van het biologieleerboek. Een toepassing waar de auteur ongetwijfeld niet aan had gedacht.

Vlak voordat Oz ter plekke is gebruikt de vampier zijn gewicht om het schoolmeisje tegen de grond te drukken. Om te voorkomen dat het mensachtige roofdier zijn tanden in haar lieflijke nek zet, gebruikt hij de kruisboog, waar Giles zo zuinig op is, als knuppel. En met bevredigend resultaat. Willow's belager slaat met een doffe klap tegen de grond. Dit voorkomt echter niet dat deze de poging van de jongeman, om zijn dode hart handmatig met een pijl te doorboren, weet te blokkeren. Een kreet van pijn en frustratie ontsnapt uit de keel van het nachtwezen als Willow haar nagels diep in diens gezicht slaat. De instinctieve reactie om zijn ogen te beschermen wordt hem noodlottig. Oz's pijl vindt zijn doel, en de duisternis heeft weer een discipel minder.

Zodra ze beseffen dat ze weer eens hebben gewonnen, en overleeft, zoeken de twee geliefden elkanders ogen. Even zien ze daarin wederzijdse bezorgdheid. Dan, als geen van beiden gewond blijkt te zijn, opluchting en genegenheid. Het bemoedigende knipoogje van haar vriend tovert een glimlach op Willow's gezicht. Zijn morele ruggensteuntje verdrijft de beklemmende angst die haar hart dreigt te verstikken. Op dezelfde wijze als Xander's flauwe grapjes dat anders doen.

Dan herinnert ze zich haar vriendin, en haar ogen flitsen door de donkere steeg. Ze vindt haar een tiental meters terug. Over het algemeen zijn twee vampiers geen grote uitdaging voor de Doder, maar dit duo was zo onsportief zich te bewapenen. De ene met een ijzeren stang van zo'n anderhalve meter, de andere met een zware ketting. En ze weten allebei hoe daar mee om te gaan. Daar steekt Buffy's houten staak schril tegen af.

Het meisje concentreert zich er vooral op om deze wapens te ontwijken. Goed wetende dat deze zelfs voor de Vampier Doder een reëel gevaar vormen. Haar botten zijn niet onbreekbaar, evenmin als haar zorgvuldig gemanicuurde nagels. Deze nauwe steeg beperkt haar bewegingsvrijheid aanzienlijk. Een tactische terugtocht naar meer open terrein zou nu de beste oplossing zijn. Vooropgesteld dat ze alleen was. Wat ze niet is. Tijd voor plan B. En zodra iemand me vertelt wat plan B inhoudt, zal ik het ook onmiddellijk tot uitvoer brengen, denkt Buffy. Een snelle blik tussen haar aanvallers door, toont hoe haar vrienden worstelen met hun kruisboog.

"Giles zal zó kwaad op je zijn!" verzekert Willow haar vriendje.

"Middeleeuwse degelijkheid bestaat niet meer." klaagt deze, en probeert met geweld het defecte trekkermechanisme zijn wil op te leggen.

"Pas op! Je maakt het kapot, kapot-er." Voorzichtig probeert het meisje het mechaniek weer in beweging te krijgen.

Terwijl de twee tieners ieder op hun eigen manier het euvel proberen te verhelpen, besluit het wapen het spelletje toch maar mee te spelen, en volbrengt zijn voorgeschreven taak. Een kort gilletje van Willow vergezelt de pijl op zijn weg. Via de bestrating kaatst het projectiel in het rechter bovenbeen van de slechterik met de staaf.

"Oeps!" is Willow's geschrokken reactie.

"Goede oeps." stelt Oz haar gerust.

Dit is de kans waar Buffy op heeft gehoopt. Terwijl het aangeschoten wild de pijl uit zijn been probeert te trekken, de toevalstreffer zit vast in het bot, stort het meisje zich op diens collega. Tijdens het uithalen voor de volgende slag, laat de vampier een opening in zijn verdediging vallen. Terwijl ze over de grond rollen steekt de blondine toe. Ze komt tot stilstand in een wolk van stof.

"Kuch, kuch. Ik hoef niet eens te roken om mijn longen te verpesten." mompelt ze, terwijl ze zich op haar laatste tegenstander richt.

Deze kan maar kort genieten van de opluchting die het verwijderen van de pijl met zich mee brengt. De staak dringt zijn rug binnen, en de gevolgen zijn ondertussen wel bekend.

"En voor mijn haar is het ook een ramp." moppert Buffy, terwijl ze het stof uit haar kapsel schudt.

Aan het einde van de steeg verschijnt het silhouet van een man in een lange jas. Hij moet zich daar ergens hebben verstop. Waarschijnlijk gedurende het hele gevecht. Dan draait de gestalte zich om en loopt rustig de hoofdstraat op. Een fractie van een seconde ziet ze zijn profiel, en haar hart krimpt samen. Angel! Hun ontmoeting met de vier bruten was dus geen alledaagse inbreuk op hun jacht. Ze hebben op hen gewacht. Op haar. Zonder Oz's kruisboog had het wel eens verkeerd kunnen aflopen. Het monster, wat ooit haar geliefde was, zou het plezier om haar persoonlijk te doden, zich ongetwijfeld niet hebben laten ontnemen. Nadat hij haar vrienden voor haar ogen had vermoord. Angelus is een liefhebber van dit soort spelletjes.

"I-is a-alles in orde." stamelt Willow, door de doorstane ervaring en bezorgdheid. "Ben je gewond?"

Buffy draait zich om naar haar vriendin, en glimlacht haar geruststellend toe. "Nee, ik ben oke. Dacht dat ik iemand zag. Ik zal me wel hebben vergist."

Het heeft geen zin haar over Angel te vertellen. Dat zou haar alleen maar onnodig verontrusten.

"Vier-nul voor het thuisteam. Giles zal trots zijn."

"Totdat hij zijn geliefde kruisboog ziet!" waarschuwt het roodharige meisje, terwijl ze op het gescheurde hout van het wapen wijst.

"Slachtoffer van de oorlog." vindt Oz.

"Ik denk niet dat onze Engelsman daar van onder de indruk zal zijn." meent de blondine.

"Je bedoelt dat ik mijn borg kwijt ben?"

Willow kijkt haar vriendje vragend aan. Sinds wanneer verlangt Giles een borg voor zijn wapens?

De jonge man geeft haar een knipoogje en zijn ondeugende glimlach.

"Oh, grapje." mompelt ze. "Had ik door!"

* * *

Jaren heeft het leeg gestaan. Wat een zonde. Gebouwd in de jaren dertig, volgens de plaatselijke geruchten voor een beroemde filmster. Discreet door zijn hoge aangeplante heggen. Of die beroemdheid er ook werkelijk ooit is geweest, weet niemand. Maar dat doet niets af aan de glans en stijl van het statige pand. In de tijd toen het nog werd bewoond tenminste. Mensen met geld, en een verlangen naar rust. Degenen die al decennia in deze wijk wonen, beschouwden dit herenhuis dan ook als de kroon op Crawford Street.

Maar dingen kunnen veranderen, en soms in één nacht. Een donkere nacht. Een gitzwarte, duistere, perverse nacht. Niemand weet wat er is gebeurd, en de buurtbewoners willen dat ook niet zo precies weten. De politie houdt het erop dat inbrekers, onder invloed van alcohol en drugs, toen ze niet vonden waarnaar ze op zoek waren, zijn doorgedraaid. Niemand van de brave burgers is binnen geweest, daarna. Niemand wílde naar binnen. Ervaren agenten die op de oprit staan over te geven, en mensen van de technische recherche met plastic zakken zeggen genoeg. Een huis met zo'n schandvlek is bijna onmogelijk te verkopen.

Daarom waren de directe buren ook zo blij toen ze 's avonds weer lichten zagen branden achter de voorheen zo levenloze ramen. Een vreugde van korte duur. Geen werklieden die het verwaarloosde huis kwamen renoveren. Geen vriendelijke nieuwe gezichten. Alleen maar donkere gestalten in de nacht. Er werd nog even gespeculeerd over een excentrieke miljonair. Je kunt jezelf echter maar een beperkte tijd voor de gek houden. Het werd de buurt al snel duidelijk dat je maar beter uit de omgeving van het huis en diens inwoners kon blijven. De schandvlek was veranderd in een etterende zweer. De geur van dood en verderf hangt er in de lucht.

Een sfeer helemaal eigen aan de heer des huizes. Met vaste tred betreedt Angelus de grote woonkamer.

"Je hebt haar natuurlijk laten ontsnappen. Alweer!" begroet zijn huisgenoot hem met een sneer. De spreker zit in zijn rolstoel voor de open haard, en kijkt in het vuur alsof hij van daaruit het antwoord verwacht.

"Natuurlijk is ze ontsnapt." grinnikt de donkerharige man. "Dat is het doel van dit spel. Ik geef toe dat ik op de dood van één of meerdere van haar nutteloze vrienden had gehoopt. Hoe zoet zou haar lijden zijn geweest. Maar ze had niet veel moeite met het groepje kersverse rekruten."

"Misschien ligt het probleem bij de rekruteringsofficier!" uit Spike, zonder op te kijken.

"Je neemt dit alles veel te serieus."

"Veel te serieus?!" briest de invalide, en draait zijn voertuig met een ruk naar hem toe. "Je verspilt tientallen van de onzen om die teef wat te plagen. Wat is het nut? Kan het je dan niets schelen dat onze manschappen worden afgeslacht?"

Met een vinger op zijn lippen lijkt Angelus deze woorden te overdenken.

"Nee!" antwoordt hij na een kort moment. "Helemaal niets." Zijn lippen krullen zich in een sluwe glimlach. "Om haar te zien vechten, haar strakke jeugdige lichaam te zien bewegen, met zoveel kracht en agressie. Dat is me een oneindig aantal 'broeders' waard."

"Al die moeite voor een méns!" Spike doet geen enkele moeite zijn walging te onderdrukken. "Toen je nog meneer Goedhart was, liep je als een mak hondje achter haar aan. Er is niets veranderd, behalve dan dat je nu een bóós hondje bent."

De glimlach op Angelus gezicht is nog steeds dezelfde, maar zijn ogen hebben een harde glans gekregen.

"Ik snap wel wat je dwars zit." begint hij op kameradellijke toon. "Terwijl wij elke nacht op jacht gaan en lol trappen, ben jij gekluisterd aan deze vertrekken. Helemaal alleen. Niemand die zich om je bekommert."

Behoedzaam draait hij de rolstoel met zijn eigenaar naar het vuur.

"Ik besef mijn tekortkomingen." fluistert hij in Spike's oor. "Het feit dat ik mijn oude strijdmakker zo heb verwaarloosd bedroeft me zeer. Alleen in dit lege koude huis. Laat me je wat opwarmen."

Tot ontzetting van de blonde man duwt zijn huisgenoot hem dichter naar het vrolijk knapperende vuur toe. Het zweet breekt Spike uit, en wanhopig blokkeert hij met zijn handen de wielen.

"Ik zou toch niet willen dat mijn beste maat Spiky koud vat." gniffelt Angelus.

Een luid dichtslaande voordeur kondigt een bezoeker aan. Bovendien vertelt het hen dat diegene niet onopgemerkt wenst te blijven. Ze hoeven niet lang te wachten of een jonge vrouw met donker haar en een witte jurk danst de kamer binnen. Ze eindigt met een sierlijke pirouette, en laat zich dan als een stervende zwaan op de tafel zakken.

"De sterren speelden met me." zegt ze met een zacht fluisterende stem, en haar ogen zoeken het plafond af. "Maar de maan werd jaloers en verdreef ons. Dus zoog ik al mijn speelkameraadjes naar binnen, en nu dansen ze in mijn hoofd."

Met de nieuwe verschijning laat Angelus de rolstoel los en loopt langzaam op het meisje toe.

"Je hebt een leuke avond gehad? Iemand naar je smaak gevonden?"

Ze draait zich op haar buik en kijkt hem voldaan aan.

"Ze schreeuwden en smeekten. Ik beloofde ze geen pijn te doen. Stoute Dru. Ze loog."

"Zolang mijn baby zich maar amuseert." zegt Angelus goedkeurend.

"Mijn buikje is vol en warm." ze pakt zijn hand en drukt die tegen haar slanke buik.

Dit lieflijk tafereeltje maakt Spike ziek. Ziek van jaloezie, en van honger.

"Voordat we beginnen met het jagerslatijn, heeft er iemand aan mijn bestelling gedacht?"

"Maar natuurlijk!" zegt de oudste van hen. "Je bent nooit uit onze gedachten geweest. Niet meer dan een paar uur tenminste."

De machteloze woede van de invalide amuseert Angelus kostelijk.

"Kijk niet zo." zegt deze verongelijkt. "Ik heb wat voor je meegenomen. Hé! Kom eens tevoorschijn."

In de deuropening naar de hal verschijnt een oude magere zwerver. Hij ziet er uit als zeventig, maar is waarschijnlijk pas in zijn midden vijftig. Zijn vale huidkleur en trage oogopslag verraden dat dit schepsel al heel wat jaren op alcohol loopt.

"Ik weet, het lijkt niet veel. En hij stinkt. Maar hij is helemaal van jouw."

"Je bent te goed." laat Spike weten, met een oceaan van sarcasme.

"Ik zou graag nog een tijdje met je willen kletsen, maar ik heb nog wat anders te doen." Tegelijkertijd pakt hij Drusilla op van de tafel. Ze giechelt als een verlegen schoolmeisje. Zonder hem verder een blik waardig te gunnen draagt Angelus het meisje de kamer uit. Een zwaar gefrustreerde Spike achter zich latend.

Met onmiskenbaar ongenoegen aanschouwt hij de zwerver. Deze staat een beetje verloren en nerveus bij de deur. Nu de sympathieke jonge man die hem heeft uitgenodigd is verdwenen, weet hij niet meer zo net wat er van hem wordt verwacht. Van onder zijn zitting haalt de blonde man een fles rum tevoorschijn, en probeert zijn woede weg te spoelen. Al na een paar stevige slokken beseft hij hoe zinloos dit is. Vlak voordat hij de halfvolle fles in het vuur gooit bedenkt hij zich. De vampier houdt de drank voor zich uit en laat de vloeistof verleidelijk klotsen.

"Kooom-kom-kom-kom. Kijk eens wat voor lekkers ome Spike voor je heeft."

| Titelblad | Volgend hoofdstuk |
| Buffy pag. |