Dit is mijn onvoltooide levensbeschrijving. Wordt vervolgd.

Mijn overgrootvader van vaders kant is Jan Willem Theodoor Brul. Hij is geboren op 7 juni 1845 in Delft. Hij overleed op 5 januari 1895 in Amsterdam. Mijn overgrootmoeder van vaders kant is Yda Jacomina Overbeek. Zij is geboren op 16 februari 1848 in Delft. Zij overleed op 11 october 1902 in Amsterdam. Zij zijn getrouwd op 18 november 1868 in Delft. Zij kregen 8 kinderen: Maria Brul, Johannes Gerardus Brul (jong gestorven), Johanna Brul, Jacoba Brul, mijn grootvader Jan Brul (grote opa), IJda Jacomina Brul (erg jong gestorven), IJda Jacomina Brul en Jan Willem Theodoor Brul.

Mijn opa van moeders kant is Ferdinand Valk (kleine opa). Hij is geboren op 14 september 1877 in Bellingwolde. Hij overleed op 1 december 1943 in Amsterdam. Mijn oma van moeders kant is Maria Wilhelmina Gerarda van Willige (kleine oma). Zij is geboren op 13 september 1879 in Zaandam. Zij overleed op 11 december 1954 in Voorhout. Zij zijn getrouwd op 18 september 1907 in Amsterdam. Zij kregen 5 kinderen: Johannes Wilhelmus Maria Valk (oom Jan), Adriana Margaretha Elizabeth Valk (tante Sjaan), Maria Engelina Valk (mijn moeder), Margaretha Maria Valk (tante Greet) en Wilhelmus Maria Valk (oom Wim).

Mijn opa van vaders kant is Jan Brul (grote opa). Hij is geboren op 14 januari 1877 in Amsterdam. Hij overleed op 8 augustus 1946 in Amsterdam. Mijn oma van vaders kant is Maria Johanna Elisabeth Essers (grote oma). Zij is geboren op 2 juli 1883 in Den Haag. Zij overleed op 10 december 1961 in Amsterdam. Zij zijn getrouwd op 6 januari 1909. Zij kregen 3 kinderen: Antonius Willem Theodorus Brul (mijn vader), Jan Petrus Brul (oom Jan) en Maria Johanna Elisabeth Brul (tante Rie).

Mijn vader is Antonius Willem Theodorus Brul. Hij is geboren op 23 april 1910 in Amsterdam Oost. Mijn Moeder is Maria Engelina Valk. Zij is geboren op 21 juni 1911 in Watergraafsmeer. Zij zijn getrouwd op 18 augustus 1938 in Amsterdam. Zij kregen 6 kinderen: Jan (26 juni 1939), Ferdinand (31 mei 1942), Mies (10 februari 1944), Wim (14 mei 1945), Jeanne (18 december 1946) en Gerard (27 januari 1950). Wij zijn katholiek opgevoed maar ik geloof niet.

Hier ben ik geboren op 14 mei 1945. Ik ben de 4e in de rij broers en zussen. Mijn broers Jan en Fer en mijn zus Mies waren al eerder geboren en mijn zus Jeanne en mijn broer Gerard later. Jan had een eigen kamertje. Mies en Jeanne deelden de tussenkamer. Ferdinand en ik deelden het zolderkamertje. Later mocht Ferdinand op het zolderkamertje van de heer van Kessel van 1 hoog. Gerard en ik deelden toen het zolderkamertje. Mies ging als eerste het huis uit. Dat was op 29 september 1965 toen zij ging trouwen met Hans Spiegelenburg. Ferdinand ging als tweede het huis uit. Dat was op 20 januari 1967 toen hij ging trouwen met Tineke de Beurs.

Ik ging 1 jaar naar de R.K. Fröbelschool "Clara Fey" aan het Linnaeushof 46 in Amsterdam Watergraafsmeer. Daarna zat ik 6 jaar op de R.K. Parochieschool Sint Leonardus aan de Bessemerstraat 25 in Amsterdam Watergraafsmeer. Een jongensschool. Later zat ik op de R.K. Jongensschool voor ULO "St.Louis" aan de Falckstraat 2 op de hoek van de Reguliersgracht in Amsterdam Centrum. Daar moest ik op de fiets heen dus dat zou mijn vader mij wel even leren. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan maar is uiteindelijk toch gelukt. In 3 jaar tijd had ik mijn diploma MULO-A en na nog 1 jaar mijn diploma MULO-B en mijn praktijkdiploma Engelse Handelscorrespondentie.

Daarna studeerde ik aan de Hogere Technische School Amsterdam aan de Plantage Muidergracht 14 in Amsterdam. Een school met alleen maar jongens. Ik studeerde daar elektrotechniek en in 4 jaar tijd had ik mijn diploma. Ik liep in het 3e studiejaar stage bij achtereenvolgens de "Corodex N.V." aan de Noorderduinweg 48 in Zandvoort waar ik in 3 maanden de gehele elektrische installatie van de fabriek naar tevredenheid heb getekend, het "G.E.B. Amsterdam" aan de Hoogte Kadijk 400 in Amsterdam waar ik 3 maanden met flipflop- en tijdvertragingsschakelingen met transistors en relais bezig was, en het "Zeeman Laboratorium" aan de Plantage Muidergracht 4 in Amsterdam waar ik 6 maanden werkte aan onder andere een watergekoelde gestabiliseerde stroomvoeding en een regelbare hoogspanningsvoeding. Na mijn slagen heb ik nog 3 maanden gewerkt bij het "Zeeman Laboratorium" totdat ik mijn militaire dienstplicht moest vervullen.

Mijn militaire dienst begon in de Legerplaats Ossendrecht waar ik werd opgeroepen bij het Depôt Artillerie. Hier had ik mijn 2 maanden durende basisopleiding. Ik heb daar 4 maanden op de administratie gewerkt omdat ze niet wisten wat ze met me aan moesten maar werd uiteindelijk toch goedgekeurd. Een S3 geval. Mijn specialistische opleiding was in de Hojel Kazerne bij het Depôt Vbdd in Utrecht. Hier werd ik in 6 maanden opgeleid tot telexmonteur. Als ik vrij was ging ik vaak naar het PMT, het Protestant Militair Tehuis. Hoewel katholiek opgevoed ging ik daar liever naar toe dan naar het KMT, het Katholiek Militair Tehuis.

Ik was 9 maanden in parate dienst in de Prins Hendrikkazerne bij de 107 Lusvbdcie in Nijmegen. Dit was een wel heel erg fanatieke hap. Met een commando cursus inclusief kippen slachten. Ik herinner me dat ik een keer werd opgebracht door de marechaussee. Toen was ik al op weg naar de kazerne waggelend en zwaaiend met mijn linkerhand aan het hek. Ik zei dat het bier verkeerd gevallen was en dat ik daarom terug ging. Zij geloofden mijn verhaal en lieten mij gaan. Ik ben 2 keer op eigen verzoek naar de Legerplaats Seedorf uitgezonden bij de Ststcie Pabrig in Duitsland. Ik maakte deel uit van een radiowagen team. Ook moest ik het aggregaat operationeel houden. Na mijn militaire dienst zijn we verhuisd naar de Middenweg 128 I.

Hier woonde ik met mijn ouders, mijn zus Jeanne en mijn broers Gerard en Jan. Jan en Jeanne hadden ieder een eigen voorkamertje. Gerard en ik deelden boven de achterslaapkamer. Gerard ging als derde het huis uit. Dat was op 2 oktober 1970 toen hij ging trouwen met Sonja Hermans. Daarna had ik die kamer voor mij alleen. Jeanne wilde altijd al graag een grotere kamer en toen ik voor langere tijd op assignment ging vroeg zij mij of zij dan op die kamer mocht. Dat vond ik goed maar ik had niet in de gaten dat ik zo die kamer aan haar kwijt zou raken. Jeanne is helaas op 28 mei 1972 op 25 jarige leeftijd plotseling overleden.

Op 1 januari 1968 trad ik in dienst bij IBM Nederland N.V. bij de afdeling Special Engineering in Uithoorn. Ik ging daar heen op de fiets tot het Haarlemmermeer Station en vandaar verder met de bus van Maarse en Kroon. Voor IBM ben ik meerdere keren op assignment naar de Verenigde Staten geweest.

In 1970 ben ik op vakantie geweest met Henk Eijlers naar Californië, Jamaica en Bermuda tijdens mijn 1e Endicott assignment. In 1971 met Henk Eijlers naar New York, Mexico en Portugal tijdens mijn 2e Endicott assignment. In 1972 ben ik op vakantie geweest naar Kenia en Tanzania, in 1973 naar Singapore, Indonesië en Thailand en in 1974 naar Mexico en Guatemala. Dat waren groepsreizen van Long Range Travel, Holland International. In 1975 ging ik met Henk Eijlers en Bert Oudshoorn op vakantie naar Wyoming, Colorado en Arizona tijdens mijn 1e Kingston assignment. In 1975 had ik vakantie op de Azoren tijdens de terugreis van mijn Poughkeepsie assignment. In 1976 was ik op vakantie naar Japan, Hong Kong, de Filippijnen en Taiwan met een groepsreis van Long Range Travel, Holland International. In 1977 ging ik op vakantie naar Antigua en Barbados tijdens mijn 2e Kingston assignment en op het eind daarvan ging ik op rondreis door Zuid Amerika.

In 1978 ben ik op mijzelf gaan wonen op de Marsmanlaan 25 in Uithoorn. Toen de meubels geleverd werden zat ik alweer in Amerika op assignment. Mijn vader heeft die toen voor mij in ontvangst genomen. Hij regelde ook altijd mijn financiële zaken tijdens zo'n assignment. Eigenlijk wilde ik niet meer op assignment maar omdat ik toen net bij Finance Systems kwam te werken ben ik toch maar gegaan. Op 18 augustus van datzelfde jaar waren mijn ouders 40 jaar getrouwd. Daarvoor ben ik toen speciaal terug gevlogen om dat met de familie te vieren. Na het assignment was ik een keer zwarte piet tijdens het IBM Sinterklaasfeest.

Mijn vader is op 25 september 1999 op 89 jarige leeftijd overleden. Zijn geest had hem al veel eerder in de steek gelaten. Mijn moeder heeft zo lang als maar mogelijk was voor hem gezorgd. De laatste paar weken voor zijn dood ging dat niet meer. Hij is toen opgenomen in het verpleeghuis Slotervaart. Hij is aan een longontsteking bezweken. Hij ligt begraven in vak 83 op de begraafplaats De Nieuwe Ooster aan de Kruislaan 126 te Amsterdam. Ik denk met weemoed aan hem terug.

Mijn moeder is op 24 april 2003 op op 91 jarige leeftijd overleden. Dat is 1 dag later dan de dag waarop mijn vader 93 zou zijn geworden. Op 1 april van dat jaar stuurde zij mij nog een zelfgemaakt bedankkaartje met daarbij een briefje dat ik op woensdag 29 oktober 1952 geschreven had aan mijn zusje Marietje. Dat kwam zij tegen toen ze wat aan het zoeken was. Zij ligt bij mijn vader begraven. Soms heb ik zin om haar thuis te bezoeken en met haar te kletsen en ik besef dan dat dat niet meer kan.

In 1978 heb ik dit huis gekocht. In 1979 ontmoette ik mijn aanstaande vrouw Titia Anders. We zijn samen naar Palma de Mallorca op vakantie geweest. Op 19 december 1979 zijn wij getrouwd in het gemeentehuis van Uithoorn. Wij kregen 2 zonen. De oudste zoon Dave werd op 22 september 1980 om 03.33 uur geboren. Dave woog bij zijn geboorte 3560 gram en was 53 cm lang. De jongste zoon Sander Pim werd op 28 april 1983 om 08.33 uur geboren. Sander woog bij zijn geboorte 3660 gram en was 49 cm lang. Beide zonen zijn via een keizersnee geboren in het Andreas Ziekenhuis aan de Theophile de Bockstraat 8 in Amsterdam.

Titia had biologie gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht en woonde in Voorburg toen we elkaar leerden kennen. Zij werkte als leerkracht aan de Wolfert van Borselen in Rotterdam en de Groen van Prinsterer in Voorburg. Tussen de geboortes van onze 2 zonen schreef zij haar doctoraalscriptie. Ik vertaalde voor haar wat vakliteratuur uit het Duits. Dat sprak ik dan in op een cassettebandje. Zij slaagde voor haar doctoraal en werd doctorandus in de biologie. Zij stopte met haar werk als leerkracht en ging voor zichzelf beginnen. Zij richtte het ECVI op, het Educatief Centrum Voor Informatica. Zij trok freelance docenten aan en als dat nodig was sprong ik als docent in. Zo heb ik enige MAVO leraren in Uithoorn computerles op de Commodore 64 gegeven. Zij gaf ook zelf computerles aan Surinaamse vrouwen in Bergen, Noord-Holland.

In 1981 zijn we op vakantie naar Paramaribo in Suriname geweest. We logeerden bij Hermine en Eugene Peroti, de oudste zus van Titia en haar man. In 1982 zijn we op vakantie naar Athene en Kreta in Griekenland geweest. In 1984 zijn we op vakantie naar Canada en de Verenigde Staten geweest. Dat was gecombineerd met mijn zakenreis naar Canada voor het CFAS systeem. In 1985 zijn we op vakantie naar Heilbachsee in Duitsland geweest.

Toen in 1986 ons huwelijk op de klippen liep ben ik tijdelijk naar Nieuwerkerk aan den IJssel verhuisd. Samen met mijn kinderen. Daarna ging ik hier weer alleen wonen. Mijn kinderen zijn dan in het Jeugdhuis Trompendaal in Hilversum waar ik ze regelmatig in het weekend bezoek. Ik plak daar fietsbanden en doe spelletjes met ze samen met andere kinderen. Mijn kinderen werden op 5 april 1988 in een tijdelijk gezinshuis opgenomen. Dat was bij Greetje en Jan Noorman in Utrecht. Ik werd hun voogd op 10 mei 1988 en op 18 augustus 1988 ben ik definitief van Titia gescheiden. In het weekend om de 4 weken en tijdens de vakanties haalde ik mijn zonen op. Omdat ik niet zelf voor mijn kinderen kon zorgen gingen ze op 16 juli 1991 naar een definitief pleeggezin. Dat was bij Maria en Albert Nass eerst in Babberich en later in Oud Zevenaar. In het weekend om de 6 weken en tijdens de vakanties haalde ik mijn zonen op. Later werd dat minder frequent totdat ik ze uiteindelijk alleen nog maar op hun verjaardagen bezoek. Zij zijn voor mijn gevoel dan eigenlijk al het huis uit.

Op 1 februari 1993 trad ik uit dienst bij IBM Nederland N.V. toen ik van hen een aanbod kreeg dat ik niet kon weigeren. Omdat ik in Amerika met veel plezier op volksdansen had gezeten ben ik gaan dansen bij Dans- en Partycentrum Colijn in Uithoorn samen met Sue Hardjopawiro die ik daar leerde kennen. We hebben tot 2004 samen gedansd en de Topklasse 3 bereikt. Sinds 1994 tennis ik met haar in de tennishal "De Ronde Venen" in Mijdrecht. Dat doen we tot nu toe nog steeds met veel plezier. Bij de Vrije Academie voor Kunsthistorisch Onderwijs volgde ik in 1994 een overzichtscursus en ging ik op kunstreis naar Düsseldorf en Brugge.

Op 22 februari 1996 is mijn tante Rie overleden. Zij is nooit getrouwd geweest. Zij heeft een aantal jaren samengewoond met Karel Gomes. Dat was de vader van de bekende beeldhouwer Karel Gomes. Na zijn dood woonde zij weer alleen. Ik ben toen benoemd tot executeur testamentair. Samen met mijn zus Mies heb ik de uitvaart geregeld, de inboedel afgehandeld en de nalatenschap afgewikkeld. Dat samenwonen gaf meer complicaties dan ik voor mogelijk hield. Ik heb er van geleerd.

Mijn ex-vrouw Titia Anders is op 3 oktober 2002 overleden. Na een zwervend bestaan was ze in Den Haag gaan wonen. Met mijn zonen en mijn zus Mies hebben we toen haar familie weer ontmoet. Zij ligt begraven in vak G113 op de Oosterbegraafplaats aan de Rodelaan 64 te Voorburg. Haar overlijden heeft me diep geraakt.

Weg bij IBM betekent ook weg bij de IBM Personal Computer Personeels Club. Ik ben nu lid van de Hobby Computer Club eComStation (HCC!eCS) gebruikersgroep. Ik programmeer als hobby met OS/2 en voor OS/2 hoofdzakelijk in turbo assembler en soms in C, Rexx en NetRexx. Van 1997 tot 2003 heb ik de C64 Emulator voor OS/2 ontworpen met de intentie de assembleertaal in de praktijk te leren. Ik wilde een emulator ontwerpen die gemakkelijk te gebruiken zou zijn en waarmee het plezierig spelen is en ik denk dat ik daarin geslaagd ben. In 2004 heb ik Reset MBR voor OS/2 ontworpen. Daarmee kan je het Master Boot Record van fysieke schijven aanwezig in of gekoppeld aan een OS/2 systeem bewaren, herstellen of wissen. Het is specifiek bedoeld om het partitioneren van USB geheugensticks onder OS/2 mogelijk te maken. In 2005 heb ik Direct USB Control voor OS/2 ontworpen. Je kunt daarmee direkt USB apparaten met Rexx besturen. Dat kan dan ook met standaard OS/2 Control Program functies vanuit een toepassingsprogramma. Ik heb deze driver gemaakt omdat ik zelf een USB apparaat wilde bouwen. Dat is gelukt.

Ik raakte bevriend met mijn buurman Joop Herman. We praatten veel over wat ons bezighield. Over vroeger, ons werk, wonen, relaties en zorgen. Ik heb zijn visvijver die al jaren klaar stond ingegraven in de achtertuin. Daar heeft hij nog veel plezier van gehad. De laatste jaren werd hij steeds zieker. Ik repareerde zijn gadgets en zette tuinstoelen buiten. Dan zaten we te kletsen of te lezen. Ik kreeg uitleg over zijn planten, genealogie en windows. Ik bracht hem naar de dokter, tandarts, ziekenhuis. Begin 2007 ging dat niet meer. Hij was te zwak geworden. Daarna ging het snel. Joop Herman is op 17 april 2007 overleden. Ik mis hem.

Mijn zwager Hans Spiegelenburg kreeg in 2005 een hersenbloeding. Hij is in De Driehoven opgenomen geweest voor revalidatie. Omdat hij in een rolstoel terecht kwam moesten zij verhuizen. Ik heb mijn zus Mies toen geholpen het huis in te richten. Wij kunnen nu ook samen kliklaminaat leggen. Met Hans ging het niet zo goed. Hij is een paar keer in het ziekenhuis opgenomen geweest. Gelukkig kon hij steeds weer terug naar huis. Mies heeft hem jarenlang liefdevol verzorgd. Dat was niet gemakkelijk en heeft zijn tol geëist. Hans is op 10 juli 2010 overleden. Mies heeft het zwaar. Wij missen hem.

Hier heb ik van 1968 tot 1975 gewerkt bij Special Engineering. Van 1975 tot 1978 bij de System Communication Division en van 1978 tot 1986 bij Finance Systems. Tijdelijk van 1986 tot 1988 in Zoetermeer en daarna weer hier van 1988-1993 bij Infrastructure Components. Ik begon als Tekenaar Constructeur en werd in 1971 bevorderd tot Associate Engineer, in 1974 tot Senior Associate Engineer/Programmer, in 1977 tot Programmer Analyst en in 1981 tot Staff Programmer Analyst. In 1985 ontving ik een Administration Achievement Award voor de CAPRI-CFAS interface en in 1990 voor APS Development. In totaal heb ik 25 jaar en 1 maand voor IBM gewerkt.

Ik begon bij Special Engineering met kabelbomen maken op aanwijzingen van Erik de Vries. Ik tekende de modificaties van Ben Bunders aan de IBM 1206 Document Inscriber. Bij een klant in Berlijn bouwde ik de sorteer verbeteringen van Herman de Kleuver aan de IBM 1418 Optical Reader Sorter in. Toen Henk Eijlers ziek werd heb ik de burst mode data transfer van de IBM 1419 Magnetic Reader Sorter afgemaakt. Voor Henk Schaeffer maakte ik een test programma in assembler om handtekeningen te kunnen lezen op de IBM 1287 Optical Reader. Ton Daas ontwierp een insteekkaart voor de IBM 3270 Display Terminal om die handtekeningen te kunnen tonen. Ik heb daarvan de spanningsregelaar verbeterd. Voor het IBM System/370 Model 145 maakte ik de inverse move instructie. Dat deed ik ook voor de IBM 1401 Emulator.

Bij klanten heb ik documenten met 407 font op de IBM 1403 Printer afgedrukt. Dat was om het 407 font te kunen lezen op de IBM 1275 Optical Reader Sorter. De daarvoor benodigde logica heb ik gereduceerd d.m.v. boolean algebra en het ontwerp door design automation gehaald. Dat deed ik samen met Rob van den Wollenberg. Daarvoor moesten wij op zakenreis naar Böblingen en Sindelfingen in Duitsland. Daar stond een IBM 7090 high capacity, high speed computer. Deze werkte met tientallen tape units. De invoer namen we mee in de vorm van ponskaarten. De output ging op tape naar de fabriek.

De 3145 kant van het 2938 Array Processor Attachment Feature heb ik ontworpen Dat werd een systeemplaat vervanging van de blokkanalen 3/4. Ik heb dat ontwerp door design automation gehaald. Dus gingen we weer op zakenreis naar Böblingen en Sindelfingen in Duitsland. Toen het niet bleek te werken moest er gemeten worden. Een geheugen oscilloscoop bleek niet toereikend. Met een speciale multikanaals schrijver lukte het. Het bleek een timing probleem in de interface te zijn. De 2938 kant werkte niet volgens de specificaties. Dit heb ik opgelost door de 3145 microcode aan te passen. Dat was de goedkoopste en snelste oplossing want op diskette.

Bij Special Engineering ben ik 2 keer op assignment geweest. De 1e keer voor 5 maanden naar Endicott met Henk Eijlers om de microcode van het IBM System/370 Model 145 te leren. Dit assignment begon in oktber 1970. Wij werkten daar toen aan de ICL-1900 Emulator. De 2e keer voor 2 maanden in mijn uppie naar Endicott om het ontwerp van de koppeling van het IBM System/370 Model 145 aan de IBM 2938 Array Processor over te dragen. Dit assignment begon in oktober 1971.

Bij de System Communication Division ben ik 3 keer op assignment geweest. De 1e keer voor 5 maanden naar Kingston voor het leren van de IBM 3790 Rocket Control Code (RCC). Dit assignment begon in februari 1975. De 2e keer voor 2 maanden naar Poughkeepsie om de productie van de koppeling van het IBM System/370 Model 145 aan de IBM 2938 Array Processor te ondersteunen. Dit assignment begon in augustus 1975. De 3e keer voor 6 maanden naar Kingston voor het afleveren van de IBM 3790 Loop Processor Adapter Code (LPAC). Dit assignment begon in mei 1977.

Bij Finance Systems ben ik 1 keer op assignment geweest. Dat was voor 6 maanden naar Port Chester voor het leren van het CLS3 systeem. Dit assignment begon in mei 1978. Hoewel ik geen zin had in nog een assignment ben ik toch maar gegaan omdat ik niet langer met hardware maar met software ontwikkeling te maken kreeg. Na dit assignment werkte ik aan het Common Fixed Asset System (CFAS). Dat begon met mijn bijdrage aan het algemeen ontwerp betreffende de invoer van transacties vanaf andere common systemen zoals de Common Import Data Handler (CIDH) en het World Trade Advanced Administrative System (WTAAS) en ook de reconciliation met dat laatstgenoemde systeem. De ondersteuning van de installatie van het CFAS systeem in de diverse landen was teveel voor 1 persoon en werd dus verdeeld over een paar medewerkers. Ik was verantwoordelijk voor Brazilië, Canada, Finland, Italië en Japan. Daar moest ook voor gereisd worden.

Bij Infrastructure Components ben ik niet meer op assignment geweest. Ik werkte daar als projectleider en was verantwoordelijk voor Batch Transaction Monitor (BTM), Common Security (COMSEC), Data Dictionary Facility (DDF) en Screen Dialogue Transaction Manager (SDTM). Dat betrof onderhoud en het geven van cursussen. In 1992 heb ik samen met Jan Koops de CICS-COMSEC interface ontworpen. Daarvoor wilden wij op cursus om CICS te leren. Dat mocht pas na veel aandringen bij onze manager. Ik begreep dat niet. Later bleek dat wij als overtollig beschouwd werden.

Hier heb ik tijdelijk gewoond toen ik vluchtte met mijn kinderen. Eerst waren wij een aantal maanden bij Ferdinand en Tineke in huis. Wij mochten hun slaapkamer gebruiken en zij sliepen op de zolder. Dat was een onhoudbare situatie en ik was radeloos en overspannen. Het beste zou zijn om van Titia te scheiden en in Zoetermeer te gaan werken. Tineke was bereid om overdag de kinderen op te vangen. Dave bracht ze naar de Gideonschool aan het Kroonkruid 107 en Sander naar de peuterspeelzaal "Pippeloentje" aan het Slangekruid 1. Ik zocht, vond en kocht daarom in hun buurt deze woning. Ik ben de echtscheidingsprocedure begonnen.

Ik zat bijna 1 jaar overspannen thuis. Ik begon weer met werken in Zoetermeer. Tineke zorgde overdag voor de kinderen. Ik heb het met Titia opnieuw geprobeerd. Het echtscheidingsvonnis heb ik laten verlopen. Ferdinand en Tineke trokken zich daarop terug. Het ging jammer genoeg weer mis en alles liep uit de hand. Tineke schakelde ten einde raad de kinderbescherming in. De kinderen zijn toen onder toezicht en uit huis geplaatst. Zij werden in het Jeugdhuis Trompendaal in Hilversum ondergebracht. Ik ging daar regelmatig eens in de maand op bezoek. Ik ben toen opnieuw de echtscheidingsprocedure begonnen.

Eind 1987 ben ik terug verhuisd naar Uithoorn. Deze woning heb ik weer verkocht.