Lieg alsjeblieft niet tegen me,
Niet over iets groots,
Niet over iets anders.
Liever hoor ik het vernietigendste dan dat je liegt
Want dat is nog vernietigender

Lieg niet over liefde
Iets wat je voelt of wat je zou willen voelen
Liever word ik bedroefd dan dat je liegt
Want dat is nog bedroevender

Lieg niet tegen me over gevaar
Want ik voel toch je angst
Wat ik gewaar word is waar
Of ik ken je niet
En dat is nog gevaarlijker

Lieg niet tegen me over ziekte
Liever kijk ik die diepte in
Dan dat ik mij verlies in een van jouw lieve verzinsels
Want daarmee verlies ik mij dieper

Lieg niet tegen me over sterven
Want zolang we er nog zijn
Vind ik dat toegangsloze
niet mededelen wat je denkt

Erger en zo veel doder
Erger en zo veel doder........
Drie mannen staan voor de hemelpoort: een filosoof, een wiskundige en een gek waren met hun auto tegen een boom aangereden. Voordat ze het wisten stonden ze voor de hemelpoort, waar Petrus en de duivel hen opwachtten. "Heren," zo begon de duivel, "aangezien de hemel overbevolkt begint te raken, ben ik met Petrus overeengekomen om het aantal mensen dat de hemel mag binnengaan te beperken. Wanneer iemand van jullie mij een vraag kan stellen die ik niet kan beantwoorden, ben je het waard om naar de hemel te gaan en anders ga je met mij mee naar de hel."
De filosoof stond op en zei: "Okee, geef me het meest uitgebreide verslag over de lessen van Socrates."
De duivel knipte in zijn vingers en er verscheen een stuk papier naast de duivel. De filosoof las het en concludeerde dat het goed was. "Ga naar de hel!" De duivel knipte nogmaals in zijn vingers en de filosoof verdween.
De wiskundige vroeg: "Geef me de ingewikkeldste formule die je kunt bedenken!"
De duivel knipte weer in zijn vingers en er verscheen weer een stuk papier naast de duivel. De wiskundige las het en gaf schoorvoetend toe dat de formule correct was. "Ga naar de hel!" De duivel knipte nogmaals in zijn vingers en zo verdween ook de wiskundige.
Toen stapte de gek naar voren en zei: "Geef me een stoel!" De duivel gaf hem een stoel. "Boor nu 7 gaten in de zitting." De duivel deed dat. Daarna ging de gek op de stoel zitten en liet hij een grote scheet. Hij stond op en vroeg: "Uit welk gat is de scheet gekomen?"
De duivel controleerde de zitting en zei: "Het derde gat van rechts."
"Fout," zei de gek, "hij kwam uit mijn kont!"
En zo ging de gek naar de hemel.