Drie mannen kloppen op de hemelpoort. Petrus informeert naar de oorzaak van hun vroegtijdig verscheiden.
De eerste begint zijn relaas: "Ik kwam vroeger thuis dan verwacht, vond mijn vrouw naakt op bed en rook in de slaapkamer niet alleen de geur van sex maar ook van sigaren. Ik keek uit het raam en zag vijf verdiepingen lager bij de bushalte een man met een sigaar in zijn mond. Ik pakte de koelkast en gooide die naar hem toe, maar helaas bleef ik met mijn jas eraan haken."
"Na zo'n stommiteit verdien je gewoon de hemel," zegt Petrus. "Ga maar naar binnen."
"En jij?" wijzend op nummer twee.
"Ik stond rustig bij de bushalte een sigaar te roken, krijg ik ineens een koelkast op mijn hoofd."
"Tsja, onschuldigen zijn altijd het slachtoffer" verzucht Petrus. "Loop maar door."
Wijzend op nummer drie vraagt hij: "En wat is er met jou gebeurd?"
"Nou, ik zat in een koelkast rustig een sigaartje te roken toen..."