HET ENGELS, EEN GEVAL APART

 


 EEN MENGTAAL VAN FORMAAT 
 
Het Engels is hèt voorbeeld van een echte mengtaal, met veel Germaanse (Angelsaksische) maar ook veel Romaanse (Normandisch - Franse) woorden. Meestal is de korte eenlettergrepige vorm van Germaanse (Angelsaksische) afkomst en het meerlettergrepige van Romaanse (Franse) afkomst (iets wat in zekere zin ook geldt voor het Nederlands).
Vanwaar die mix van twee talen bij het Engels? Wel, rond 500 na Chr. staken stammen uit Denemarken (Angelen, Jutten) en Noord Duitsland (Saksen) de Noordzee over en koloniseerden het Engelse land. Van de Angelen komt de naam van 'Engeland', de Saksen zien we terug in het begrip 'Angelsaksisch' voor alles wat staat voor Brits of Amerikaans (USA, Canada).
Een paar eeuwen later vielen de Noormannen (Vikingen) Engeland binnen. Ze veroveren Engeland en dit had tot gevolg dat de oorspronkelijke Keltische talen nog verder werden teruggedrongen en zich alleen in de uithoeken van het land (Schotland, Cornwall en Wales) konden handhaven. Rond het jaar 1000 staken legers uit Normandië en Bretagne op hun beurt het kanaal over en kregen onder hun koning Willem de Veroveraar vaste voet op het eiland. Van dat continentale Bretagne zijn dan ook de namen 'Great Britain' en 'British' afgeleid.
En vooral die laatste Frans-Normandische invasie heeft enorme gevolgen gehad, want sindsdien is het Engels letterlijk doorspekt met van origine Franse woorden en uitdrukkingen. Naar schatting is ca. 40% van de huidige Engelse woordenschat van Franse oorsprong en dat is heel wat! Wie er even op let herkent in veel Engelse woorden gemakkelijk de Franse oorsprong. Hier enkele in het oog springende voorbeelden:
 
  -  'avenue' = 'avenue'
  -  'beauty' = 'beauté'
  -  'beef' = 'boeuf'
  -  'chauffeur' = chauffeur' (oorsrpronkelijk: hij die de stooomketel opstookt)
  -  'jeopardy' (gevaar) = 'jeu parti' (verdeeld spel)
  -  'mayday' (de internationale alarmkreet' in de zee en luchtvaart) = 'm'aider' (help mij)
  -  'palace' = 'palace'
  -  'pleasure' = 'plaisier'
  -  enz., enz.

 
De structuur van het Engels, de gramatica, is echter onverdeeld Germaans. In dat opzicht hebben de Normandiers echt aan het kortste eind getrokken.
 
 
 WOORDCOMBINATIES TE OVER 
 
Het Engels combineerde er vervolgens rustig op los. Alles kon: een Frans woord met Angelsaksische toevoeging. Enkele voorbeelden: 'gentleman' ('gentle' van 'gentille' plus 'man'), 'beefsteck' ('beef' van 'boeuf' plus 'steck') en 'peacefull' ('peace' van 'paix' plus 'full').
Maar ook het omgekeerde kon: een Angelsaksch woord uitrusten met een Franse toevoeging zoals in 'washable' (van 'wash' plus het Franse '-able'). Dat alles maakt dat het Engels merkbaar een echte mengtaal is. De taalregels zijn voornamelijk Germaans maar de woordenschat heeft een dubbele herkomst.
 
Naast het Germaanse Angelsaksische woord kwam er telkens een Romaans Normandisch woord bij, waarbij die beide woorden dan in een iets verschillende betekenis gebruikt gingen worden. Dat verklaard ook de woordenrijkdom van het Engels. In onderstaande tabel staan een aantal van dat soort van woordenparen met de Nederlandse betekenis.
 
uit het
Angelsaksisch
uit het
Normandisch
= in het
Nederlands
uit het
Angelsaksisch
uit het
Normandisch
= in het
Nederlands
book
sweat
work
pig
calf
smell
volume
perspiration
labour
pork
veal
odor
boekdeel
zweet
werk
varkensvlees
kalfsvlees
geur
to look
to go away
to get
to undress
to regard
to depart
to receive
to disrobe
kijken
vertrekken
ontvangen
uitkleden
Het Nederlands kent natuurlijk ook van dit soort woordparen. Denk maar eens aan 'zweet' naast 'transpiratie' en 'hoofd' naast 'kop'. Maar in het Engels spant hier echt de kroon en wint het op die manier in woordenrijkdom.

 
 SIMPEL EN TOCH MOEILIJK 
 
Het Engels is, afgezien van de soms verwarrende uitspraak, geen moeilijke taal om te leren. Het kent geen verbuigingen (meer) en geen naamvallen. De meeste woorden zijn gewoon onzijdig. Het kent geen verkleinwoorden (een kindje moet worden omschreven als een 'little child'). Toegegeven, je moet een aardig lijstje onregelmatige werkwoorden uit het hoofd leren wil je goed Engels kunnen spreken en veel systeem zit er niet in. Let maar eens op de volgende voorbeelden:
< to drive, drove, driven >   < to leave, left, left >   < to ring, rang, rung >   < to spend, spent, spent >   < to thrust, thrust, thrust >
 
Maar zoals gezegd, verder is het simpel. Zet daar het oude Grieks, het Duits of het Russisch maar eens naast! Naamvallen in alle soorten. Veel verbuigingen, al naar gelang iets mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud, meevoud, is. Brrr … Neem het Portugees, waar het woordje voor 'wij' zelfs verschillend is al naar gelang die 'wij' mannen of vrouwen zijn! ('nosostros' tegen 'nosostras'). En wat zeggen ze dan als het een gemengde groep betreft? 'Nosostros', natuurlijk, de macho's!
Dat de uitspraak van het Engels wat inconsequent is komt door die al eerder genoemde dubbele herkomst van de woorden.

 
 EEN ECHTE WERELDTAAL Wereld
 
Het Engels heeft , mede dank zij het vrijwel identieke 'Amerikaans' als de taal van de machtige USA, de functie van wereldtaal gekregen, een positie vergelijkbaar met het Latijn in de Romeinse tijd. (en ook dat Latijn was doorspekt met woorden uit een andere taal: het Grieks).
In de meeste landen van het voormalige Britse koloniale rijk is de Engelse taal een van de zaken die daar blijvend zijn achter gelaten. In Canada (op het Franstalige Quibec na), Australië, Nieuw Zeeland, India, Pakistan, Zimbabwe, Zuid-Afrika, in al deze en andere landen is het Engels de voertaal of anders de eerste of tweede officiële taal.
 
Wereldwijd beïnvoed de Engelse taal de andere talen. Er is inmiddels geen taal te bedenken waarin geen Engelse woorden of termen - al dan niet verbasterde vorm - in zijn opgenomen. En menige taal gaat daar erg vrij mee om. Het Japans b.v. kent inmiddels zeer veel woorden die alleen in klank het Engelse origineel nabootsen maar uiteraard totaal anders geschreven worden.
In het Nederlands kregen sommige Engelse woorden gewoon een Nederlandse '-en' toevoeging om ze zo tot 'Nederlands' werkwoord te maken: 'check' werd 'checken', 'plan' 'plannen', stress' 'stressen' en 'shop' ' shoppen'. Allemaal nieuwe woorden die we in het echte Engels heus niet tegenkomen. Niet zo fraai, maar het gebeurt. Taal is een levend iets!
 

knop begin deze pagina  terug naar inleiding  Home