Een klein overzicht van de geschiedenis van Utrecht.

Utrecht, de hoofdstad van de gelijknamige provincie, is de vierde stad in Nederland. Er wonen ongeveer 250.000 mensen. De stad kent een lange historie.

In 47 na Christus legde de Romeinse veldheer Corbulo in opdracht van de Romeinse keizer Claudius langs de toenmalige hoofdstroom van de Rijn (nu de Kromme Rijn) een linie van versterkingen aan. Een van die forten of castella is de oorsprong van de latere stad Utrecht. Deze werd aan een doorwaadbare plaats aan de Rijn gebouwd en heette dan ook Trajectum (= oversteekplaats). Dit werd in de volkstaal Trecht, Uut-trecht (beneden-Trecht) en tenslotte Utrecht. Het Utrechtse castellum was aanvankelijk van hout en aarde gebouwd. Het moest enige malen herbouwd worden, onder andere na de opstand van de Bataven in 69, toen het door brand werd verwoest. In het begin van de 3de eeuw is het toenmalige houten fort door een iets groter (tuf)stenen castellum vervangen. Toch had het slechts de afmetingen van circa 125 x 150 meter. Het lag waar nu het Dom en omgeving zijn.

Nadat de Romeinen zich in de 3e eeuw onder druk van Germaanse stammen Trajectum terugtrokken, namen eerst de Friezen en later de Franken de vesting in. De Angelsaksische zendeling Willibrord (658-739) vestigde zich in het castellum 'Trecht' en begon vanuit hier Noord Nederland te bekeren. Hij herbouwd de verwoeste St. Maartenskerk en stichtte daarnaast de St. Salvator, zodat een zogenaamde dubbelkathedraal ontstond. Willibrord was namelijk door de paus tot aartsbisschop van de Friezen benoemd. Vanuit Utrecht begon hij zijn bekeringswerk onder hen.
In 840 hebben de Noormannen in Utrecht en omstreken huisgehouden.
Bisschop Bernoldus (1027-1054) zette een plan op om een aantal kerken neer te zetten in de vorm van een kruis. Middenpunt was de Sint Maarten (Domkerk) met daaromheen de St. Jan ten noorden, de St. Pieter en oosten en de St. Paulus ten zuiden van de Dom. De St. Marie ten westen van de Dom werd door de opvolger van Bernoldus gebouwd. Deze kerken waren voor de kapittels (kanunniken). Voor het gewone volk waren er de Buur-, Jacobi-, de Nicolaï-, en de Geertekerk. Twee kerken zijn later afgebroken: de St. Paulus (alleen de zuidgevel is nog over) en de St, Marie (in 1813 gesloopt en in 1844 volgde het koor). Van de laatste kerk is alleen de romaanse kloostergang nog bewaard gebleven. Ten gevolge van de orkaan in 1674 waren de beschadigde torens van zowel de Pieterskerk als de Janskerk al eerder afgebroken.

Het gehele gebied werd als gevolg van het verkrijgen van de stadsrechten in 1122 voorzien van een wal met muren en poorten. Door de handel kende Utrecht een grote bloei: zo kende de stad o.a. vier jaarmarkten. Industrie en handel zorgde voor veel scheepvaartverkeer, waardoor de grachten en werven ontstonden. Utrecht bleef zelfstandig totdat keizer Karel V in 1528 over de toenmalige Nederlanden ging heersen. Hij bouwde voor de stad de burcht Vredenburg.
Vervolgens kwam in Nederland de Spaanse overheersing. In 1559 verklaarde Filips II Utrecht tot aartsbisdom van Nederland. Op 25 augustus 1566 barstte in Utrecht de beeldenstorm los, waarna Alva in 1568 orde op zaken kwam stellen. De Nederlanders waren echter ontevreden en kwamen in opstand: de tachtigjarige oorlog was begonnen. In 1577 verjoegen de inwoners van Utrecht de Spaanse troepen (na een belegering van 7 weken van de burcht Vredenburg) uit hun stad. Onder leiding van Katrijn van Leemput werd, ter voorkoming van hergebruik door de troepen, de burcht direct gesloopt.
Op 23 januari 1579 ondertekende de meerderheid van de noordelijke provincies van de toenmalige Nederlanden de Unie van Utrecht (de grondwet van de toenmalige Republiek) als reactie op de door Parma opgestelde Unie van Atrecht. Een periode van verval begint, met rijke en arme inworners.

In 1634 werden een aantal opleidingen samengevoegd tot een school met een theologische, een juridische en een filosofische faculteit. In 1636 werd Willem van der Straten benoemd als eerste hoogleraar in de medicijnen. Dat jaar wordt beschouwd als het oprichtingsjaar van de Utrechtse Universiteit omdat door toevoeging van deze faculteit de academie volwaardig was geworden.
Bij koninklijk besluit werd de instelling op 2 augustus 1815 verheven tot Rijksuniversiteit.

In de 17e eeuw was Utrecht een belangrijke vestingstad. De Fransen o.l.v. Lodewijk XIV bezette Utrecht in 1672. Na deze bezetting treedt een periode van herstel in. Vervolgens is er een Pruisische interventie (1787) en weer een Franse bezetting (1795). In 1798 vestigde het koninkrijk der Nederlanden zich weer.

Door de toenemende industie kwamen veel nieuwe bewoners naar de stad. Tussen 1816 en 1824 werd rondom de stad een nieuwe verdedigingsgordel aangelegd in de vorm van een aantal forten. Door de bouw hiervan hadden de stadswallen hun functie verloren, ook al omdat wegens ruimtegebrek de woonhuizen voor de nieuwe bewoners buiten de stadswallen moesten worden gebouwd. De universiteit werd in ere hersteld en uitgebreid. Het stadhuis werd verbouwd, er kwam een academisch ziekenhuis en een schouwburg. In 1843 werd Utrecht door een spoorlijn met Amsterdam verbonden. Andere lijnen volgden daarna; Utrecht werd een centrum van de spoorwegen.

In de periode daarna zijn de volgende opmerkelijke zaken te noteren:
  • 1848: Buys Ballot start waarnemingen op Zonneburg (latere KNMI)
  • 1866: 1725 inwoners (meer dan 2½%) sterven aan cholera
  • 1889: eerste paardetram. Start aanleg Wilhelminapark
  • 1905: Utrecht heeft electrisch licht
  • 1916: Jaarbeurs opgericht
  • 1924: bouw Schröderhuis door architect Rietveld
  • 1935: eerste verkeerlicht
  • 1941: Stadsschouwburg van architect Dudok geopend

Sinds 1950 is Utrecht aanzienlijk uitgebreid. Nieuwe wijken zoals Hoograven, Kanaleneiland, Overvecht en Lunetten zijn toegevoegd. Door de centrale ligging in het land heeft Utrecht veel kantoren binnen zijn grenzen. Dit had tot gevolg dat Utrecht in het wegen en spoornet een centrale spil werd.
In het hart van Utrecht is in de zeventiger jaren een nieuw overdekt winkelcentrum (Hoog Catharijne) gebouwd. Ondanks deze grote verandering kent de rest van de binnenstad Utrecht een zgn. beschermd stadsgezicht. Uniek hierin zijn de grachten.
Op dit moment wordt de nieuwe vinex wijk 'Leidsche Rijn' aan de westkant van Utrecht gebouwd. Verder kent Utrecht een aantal satellietsteden zoals Nieuwegein en Houten, die als woon- en slaapstad fungeren.

Andere links met informatie over de stad Utrecht en haar omstreken:


Nieuws en nieuwsgroepen