Rondreis
door Yemen » Pagina 13
Terug naar Index ...
Donderdag 2 november,
Vandaag lekker uitgeslapen want we aanvaarden ‘pas’
om 08:00uur ons dagtochtje naar Shibam, het ‘Manhattan’
van Yemen. Na overleg met Mart besloten we de (volgens hem slechte) Elmar
reisgids te controleren. We gaan eerst naar Sihayl om daar de in
de Yemen reisgids beschreven wandeling bergopwaarts, die voorgaande
groepen kennelijk niet konden vinden, te doen. Dit om Shibam van
bovenaf te kunnen bekijken en vooral te fotograferen.
Sihayl is een erg leuk stadje met driemaal zoveel geiten en schapen
als mensen. Overal liggen en kauwen ze om je heen. Prachtig! Herma,
Hans, Liesbeth, Erny, Marc, Kees en ondergetekende gaan steil bergopwaarts,
de rest van de groep gaat rechtstreeks Shibam in. Zonder bergschoenen
(die liggen comfortabel in ons ‘Sporthuis Centrum’ verblijf
te rusten) is het niet fijn klimmen, maar die éne bewuste prent
móest en zou er nu eenmaal komen! We werden uiteindelijk rijkelijk
beloond voor onze (verhitte en steile) inspanning. Een schitterend
panorama ontvouwde zich voor onze nieuwsgierige ogen. Geweldig!!!
Net als in de reisgids. Nadat mijn knieën waren uitgerammeld en
uitgebibberd kon ik mijn camera weer voldoende stil houden om met
de lange télepijp een scherpe foto te maken van dit beroemde panorama.
Plus, uiteraard, enkele reserveshots voor je weet maar nooit. Ook
weer niet te gek maken, want de filmvoorraad is na 2½ week van enthousiast
fotograferen met reuzensprongen geslonken. Na zo’n 15 minuten
‘Sky-High’ Yemenietisch Manhattan te hebben genoten
besloten we weer rechtsomkeert te maken. Linksomkeert bleek bij nader
inzien handiger want daar ontdekten we (te laat) het eigenlijk bedoelde
pad: véél makkelijker begaanbaar dus (diepe zucht....) Beneden meteen
weer aan de thee geslagen, om het niet af te leren.
Buiten de stadspoort voor het theehuis zaten mannen in kleermakerszit
achter damborden op pootjes te dammen. Ik zag ook wat papiergeld
tussen de mannen liggen. Het was een prachtig gezicht en ik vroeg
of ik een foto mocht maken. Daar kwam niets van in! Achteraf snap
ik waarom: gokken is volgens de koran verboden en hoort dus zeker
niet op een ‘soera’..... Shibam werd door ons doorkruist.
Een prachtig stadje. Zéér de moeite waard. Weer een film (15 opnamen)
er doorheen gejast. Zuinig?! En op is het rantsoen voor vandaag
anders raakt de filmvoorraad voortijdig uitgeput!. We hebben immers,
volgens Mart, de mooiste route van Yemen a.s. zaterdag te goed (de
rit van Sana’a naar Amran).
’s Middags gaan we weer op weg naar het Al Gulha Palace Hotel.
Helaas, onder weg naar Tarim laat onze Landcruiser het 20 minuten
voor de finish afweten: lekke radiateur. Doordat we vrij ver achter
de Djoser-karavaan bungelen wordt dit door de andere chauffeurs
niet opgemerkt. Onze chauffeur, Mujahid, verblikt of verbloost niet
en duikt onder de wagen. Gelukkig krijgt hij al snel hulp van andere
passerende autobestuurders en wij geven ondertussen, gehurkt in
de schaduw van een grote boom, een toegestroomde menigte kleine
Yemenietjes Engelse les, waarna wij worden getrakteerd op Arabische
les. Een uurtje later zijn we weer onderweg en komen Mohammed tegen,
die was komen kijken waar we toch bleven. We zitten dan (nog steeds
een uurtje later dan gepland) toch nog lekker aan de lunch. Daarna
storten we ons weer in het zwemfeest en vieren vakantie tot Mart
ons om 16:30uur tot de orde roept: we mógen weer. Einde gezellig
zwemfestijn, verder gaat de reis...
We gaan terug naar ons barakkenpaleis
om weer lekker kip te gaan eten. Daarna vroeg naar bed want morgen
mógen we om 03:00uur opstaan om de lange reis door de woestijn,
terug naar Sana’a, te aanvaarden. Alweer een dag dichter bij
Schiphol, alweer einde van een héérlijke dag.
Vrijdag 3 november,
Er lag een reis voor ons klaar van pakweg 13½ uur richting het westen,
waarvan het leeuwendeel door de woestijn. Voor zonsopgang waren
we onderweg en reden met een flinke vaart nachtelijk Seyun uit.
Rond 04:00uur hadden we onze eerste pitstop en holden onze chauffeurs
een moskee binnen: het was immers vrijdag, de zondag voor de moslims
en dan moet er, liefst in een moskee, gebeden worden. Kitty probeerde
door de openstaande deur filmopnamen te maken, maar dat feest werd
ruw verstoord: met een enorme klap vloog de enorme deur dicht en
het tafereel werd aan de ogen van de christenhonden onttrokken.
Foutje! De chauffeurs waren ook boos. Dit mocht kennelijk écht niet.
Gelukkig wist Mart alles met zijn Arabische tact te sussen... Aan
de rand van de woestijn stoppen we bij een theehuis, waar we om
06:00uur (!!!) aan de thee zitten. Abdallah gaat ondertussen onze
Bedoeïnengids in zijn huis wekken. Daarna vervolgen we ondertussen
onze reis door de onmetelijke woestijn. Nog steeds fantastisch!
We picknicken rond 10:00 uur op dezelfde plaats als op de heenreis
en de chauffeurs halen hun Kalashnikovs weer van onder de Toyota-banken.
Ook de Bedoeïenen doen gezellig mee en al snel knalt het weer dat
het een lieve lust is en de lege hulzen vliegen in het rond. Het
lawaai is oorverdovend in de enorme desolate woestijn. Voor we vertrekken
ruimt de oudste Bedoeïen alle troep op: zowel de picknickresten
als de lege hulzen..... Hij houdt ‘zijn’ woestijn keurig
in tact. We zetten de reis voort: het is weer stofhappen geblazen.
Aanvankelijk vliegen we met een rotvaart broederlijk met zijn vieren
zij aan zij met ruim 100 km. per uur door de oneindigheid, maar
allengs wordt het terrein zwaarder en zwaarder. De Toyota’s
krijgen er meer moeite mee. De zandduinen moeten weer overwonnen
worden en in de verte zien we de olieraffinaderij weer opdoemen
die we nog kennen van de heenweg. Ook zien we al wat begroeiing
langs de weg passeren. Dat was dan de woestijn...
Het lijkt alsof we er veel sneller doorheen zijn dan op de heenreis.
Gewenning? Op ons verzoek heeft Mart onderweg naar het 5–sterrenhotel
in Marib gebeld of we daar met zijn allen kunnen eten in plaats
van in die smerige (geplande) tocht van de heenweg. Gelukkig, het
lukte! Er is plaats. Als we voor het hotel staan komt er een enorme
zwartglimmende limousine aangesuisd, gevolgd door een jeep met daarop
afweergeschut en een hoop militaire figuren: een delegatie van het
‘Corps Diplomatique Saoedi Arabië’, compleet met hofhouding
en zwaarbewapende veiligheidsagenten! Ze maken een praatje in de
lounge en schuiven aan in de eetzaal waar wij ook aan aan het diner
zitten in onze stoffige kloffies..... Niks geen aparte beveiligde
ruimtes voor de voorname sjeiks, gewoon tussen de mensen, al zal
de ‘modale’ Yemeniet, zo die al bestaat, hier zijn zuurverdiende
Rialletjes wel niet spenderen. Voor Yemenitische doen is het hier
immers superluxe en bovenal peperduur! Gelukkig, ze hebben zelfs
vla toe, waarvan we diverse keren gebruik maken. Onze eetlust is
inmiddels beroemd... Dan resten ons nog 178 km. naar ‘ons’
hotel Golden Daar in Sana’a. We arriveren er rond 17:00uur.
’s Avonds gaan we gezellig met Hans en Liesbeth uit eten bij
de Irakees (of was het nou een Palestijn? Hij spreekt wel vloeiend
Duits). Herr Direktor bedient ons weer zelf en we eten er prima,
erg langdurig en vooral gezellig. We hebben er inmiddels 20 uur
‘actie’ op zitten en we gaan maar vroeg naar bed. Morgen
breekt de één na laatste dag aan met als toegift de {volgens Mart) mooiste
route van Yemen, de rit naar Kuhlàn. We zijn benieuwd...