ZOEA 119 - LOS ROQUES 2 - VT-WONEN
Los Roques, El Gran Roque, 19 februari 1999
Hallo allemaal,
We varen naar het noorden met het rif aan bakboordzijde. Het is
moeilijk je te orienteren want elk eilandje lijkt op het andere.
In de verte kan je m.b.v. de zon de zandplaatjes en riffen wel
zien, maar als je dichterbij komt of de zon verdwijnt even achter
de wolken.... weg vlek. Als we eenmaal bij 't hoefijzer rif zijn,
zien we inderdaad de 2 mangrove bosjes en hebben een goede indicatie.
Het doet me denken aan een trip jaren geleden met onze IJsselmeervrienden
op weg naar Den Oever. "Waar zit je?", vroeg er eentje over
de marifoon, waarop hij het antwoord kreeg: "op de hoogte van die 3
boerderijen". Zo navigeren wij dus ook op het moment, met de middelen
die de natuur ons bied. Het is een prachtige tocht. We zijn verrukt
over dit gebied en hebben besloten naar het hoofdeiland te gaan om
ons in te klaren. Het laatste eiland in de rij "Espanque" laten we
aan bakboord liggen en zetten koers naar El Gran Roque, het enige
eiland met bewoning, een 150 tal visserfamilies. Er is een luchthaventje
en we zien al een Dakota staan en wat kleinere toestellen. Een Fokker
Friedship scheert over onze boot. We liggen vlak onder de aanvliegroute
en het is een prachtig gezicht die kistjes te zien landen. Toch blijken
de piloten last te hebben van ons, want de Guadia Nacional komt langs
en sommeert ons een ander plekje te zoeken. Inmiddels ben ik al op de
wal geweest voor de formaliteiten, maar de 5 verschillende instanties
waar ik me moet melden zijn nog gesloten. We wachten tot half 3 en 't
circus kan beginnen. Glen brengt me naar 't strand. Omdat de bodem heel
snel op loopt, is het nogal een moeilijke landing en ben ik tot mijn
middel nat, @#$%*, maar ach dat droogt wel weer. Overal wordt de ZOEA
te boek gesteld en ik krijg dan ook 5 stempels op mijn
"Zarpe". Een Zarpe is een vergunning om in een bepaald gebied te vertoeven.
Zoals jullie al gelezen hebben in de vorige berichten beschikken wij dus
over het verkeerde papiertje. Het gebied op onze "Zarpe" strekt zich uit
van Isla Margarita tot Puerto la Cruz. Foutje.....? Ach, de Inparques
vinden het geen probleem en ook op het vliegveld niet, waar ik 43.610 Bs
moet neertellen voor het zeilen in dit gebied, zonder dat ik er een
nieuwe vergunning voor krijg. Daarvoor moet ik bij de Comisaria zijn en
wel el Capitan del Puerto, maar die heeft er geen zin in of zijn papieren
zijn op.....? Ik moet trouwens even op mijn beurt wachten want de eigenaar
van de "Mari Cha III" een prachtige, onder Engelse vlag varende, tweemaster
is mij voor. We zagen hem trouwens onder vol tuig om de noordwestpunt van
het eiland binnenvaren, een prachtig gezicht. Zo..., 3 gehad nog 2 te gaan.
Ondertussen heb ik het hele dorpje al doorkruist. Er rijden hier geen auto's
en het wegdek bestaat uit zand. Er bevinden zich een aantal schattige
pensionnetjes. Ik zag al een schooltje, de dokter en verder kleine in diverse
kleuren geschilderde huisjes. Geel met paarse kozijnen of groen in
de combinatie met blauw. Plaatjes die zo in het blad VT-WONEN kunnen.
Op het pleintje natuurlijk een borstbeeld van de vrijheidsstrijder Simon
Bolivard. Inmiddels ben ik bij nummer 4 aangekomen de Guardia Nacional.
Inklaren is zoiets als een tweede natuur voor mij geworden en ik kan de
jongetjes al aardig om mijn vingers winden. Mijn tactiek is heel simpel.
Je altijd dommer voordoen dan je bent, proberen er een paar woordjes
Spaans door heen te gooien, hun land prijzen en vooral niet hun macht
ondermijnen. Hier zijn ze wat strenger maar dat komt omdat de jongen die
mijn zaak behandeld ook wat dommer is. Schrijven kan hij alleen als het
woord voor zijn neus staat, zo ongeveer het niveau van groep 3 (1e klas
lagere school). Het papiertje wordt met moeite volgeschreven. Als laatste
is de Guarda Costa aan de beurt. Ook hier lopen ze in van die camouflagepakken.
El senor Simpersad, een knulletje van amper 15 jaar, met een gigantisch
Indiase prul ring om zijn vinger, glimlacht steeds. Deze jongeman heeft de
lagere school wel doorlopen, maar het tempo moet nog wel even opgeschroefd
worden. Na 2 volle uren komt de sloep naar de wal. Eens even kijken
of we hier een biertje kunnen halen. Terrasjes zijn er wel, maar alles
is nog gesloten. Dan dat gele vocht maar uit de koelkast van de ZOEA.
In de kuip genieten we van de ondergaande zon en de mooie roze en oranje
strepen die nu in de lucht verschijnen. Naast ons knallen wel een 50 tal
pelikanen in zee. Ze fladderen wat rond en als ze een visje zien draaien ze
hun lijf een kwartslag en laten zich in zee storten. In dit visrijke water
heb je altijd beet. Groetjes vanaf de ZOEA van Glen en Margriet.
Wordt vervolgd.
73/88 Glen en Margriet