ZOEA 146 - OP ZIJN KANT NAAR ENGELAND

20 juni 1999

Beste allemaal,
Na 5 dagen weerplaatjes kijken hebben we er vandaag - 20 juni 1999 - eentje gevonden die ons wel aanstaat. Toch nog veel wind tussen de eilanden. Een briesje van 25 tot 30 knopen. Nou niet echt lekker om in te slingeren. Ik heb nog geen zeebenen en zit al snel onder de blauwe plekken en de maag begint al snel te protesteren. Als we het laatste eiland gepasseerd zijn, gaat het langzamerhand wat beter qua wind en lichaam.

De helft van de tocht verloopt gladjes. Het weer is redelijk. Veel wisselende luchten, een zonnetje en een buitje. We zien dartelende bruinvissen en krijgen zowaar een dag bezoek van een jonge zwaluw, die de boot in- en uitfladdert tot grote hilariteit van Whity. Toch is het beestje niet echt bang voor het geblaf, dat dan ook weldra ophoudt omdat er geen reactie komt. "Keesie" blijft lekker zitten op het vensterbankje tussen het kombuis en de kajuit en verroert zich zelf niet als ik met de afwas begin. Nadat "Keesie" uitgerust en gevoed is verlaat hij de ZOEA en met hem vertrekt ook het goede weer.

Het is inmiddels de 6e dag en de verveling slaat toe. We zijn het al een beetje zat en dat gevoel wordt alleen maar erger. De Deutsche Wetterdienst heeft het over 20 tot 25 knopen, maar de plaatjes van het Marine Prediction Center uit Boston geven andere beelden voor de komende 24 en 36 uur. Als we afstemmen op frequentie 12.353. Sound Bound Two, een Amerikaanse maritiem netje dat geleid wordt door Herb, heeft dezelfde voorspeling als zijn landgenoot. De zee wordt in ieder geval rumoeriger, terwijl het met de wind nogal meevalt. Met een bakstagwindje (dat is schuin van achteren), liggen we aardig te rollen. Het servies klettert in de kastjes en zelfs mijn linnenkastvoorraad kan niet voorkomen dat het geluid volledig verdwijnt. Als je er naar blijft luisteren word je kompleet krankjorum. Om de snelheid erin te houden, we willen het koufront en het lagedrukgebied voor blijven, starten we de motor. Bovendien schommelen we dan ook iets minder. De stuurautomaat moet wel wat harder werken, maar daar is hij op berekend.....dachten we. Op een gegeven moment is "Eugene" zodanig oververhit dat hij uit zijn koers loopt. In ons optimisme denken we nog dat hij 't straks wel weer zal gaan doen, maar dan hebben we het mooi mis. Ik ga aan 't roer en het valt nog niet mee om een rechte koers te varen. Glen gaat op zoek naar de kabels van onze oude lobbes (Space Age) en heeft ze al snel gevonden. Monteren is een warme ruimte, waar de motor nog loopt, op een rollende schip, liggend op je rug met de dieselolielucht in je neus is nu niet echt dat Zwitser Leven Gevoel. De onmogelijke klus wordt toch maar weer geklaard en na een kleine 2 uren zweten is het toch weer gelukt en.....verdomd, na jaren loopt het machientje als een zonnetje. Het kompasje behoeft wel enige gebruiksaanwijziging maar...."we are back in business". De gedachte alleen al om de laatste 500 mijl met de hand te moeten sturen.....brr! Het is meestal niet langer dan 1 uur vol te houden. In het uur dat je dan af bent, moet je wel de navigatie bijhouden, weerberichten opvangen, voor het eten zorgen en dan ook nog slapen. Dan kom je dus net een mannetje te kort. Het is raadzaam om altijd 2 systemen aan boord te hebben. Een automatische piloot en een windvaan stuurinrichting.

De dagen die hier na volgen zijn zo bar slecht, dat we alleen onze kop maar buiten het luik uitsteken om op de metertjes van de motor te bekijken, de zeilvoering te controleren en voor eventuele andere schepen een oogje open te houden. Het regent en waait flink en de golven zijn behoorlijk. Het is koud aan boord en zodoende slapen we in onze jassen, onder een slaapzak. Ik ben niet erg lekker en lig het grootste gedeelte van de dag op de bank. Het warme eten schiet er bij in maar de volgende dag beginnen we al aardig te shaken dus neemt Glen die taak over en krijgen we weer wat vulling in de magen.

Tot nu toe hebben we veel wind gehad, maar niet de voorspelde 35 knopen. De meter liep in de buien op tot 32, maar daar bleef het gelukkig bij. Het was voornamelijk de hoge golven schuin van achter die voor deze oncomfortabele laatste dagen zorgde. Nadat we tussen "Great Sole" and "Little Sole" het Continentale Plat opschuiven, wat betekent van 4000 m diepte naar +/- 100 wordt de zee ook wat rustiger en is al het leed al weer snel geleden. We zijn blij dat we veilig in Falmouth zijn aangekomen.

LOGFILE - OVERSTEEK HORTA --- FALMOUTH (GB)
vertrek 20 JUNI 1999

datum - tijd (UTC) - pos Noord - pos West - gelogt - koers mag.
20/06 - 11.00 uur - ....... - ........ - ...0 - ..0
21/06 - 11.45 - 41.04.7 - 28.35.8 - 160 mijl - Noord
22/06 - 12.00 - 43.12.5 - 27.19.3 - 152 - 47
23/06 - 12.10 - 45.02.7 - 24.49.4 - 153 - 62
24/06 - 12.10 - 46.18.3 - 21.52.0 - 149 * - 65
25/06 - 12.25 - 47.30.4 - 19.16.9 - 144,8 * - 88
26/06 - 12.05 - 48.08.17 - 15.49.12 - 161,1 * - 90
27/06 - 12.10 - 48.40.8 - 12.16.8 - 158,5 * - 82
28/06 - 12.00 - 49.16.0 - 08.53.0 - 148 * - 80
29/06 - 13.30 - 50.09.5 - 05.04.1 - 177 * - 80
Aankomst Falmouth.
* gevaren mijlen op de GPS
24/6 - 131
25/6 - 129
26/6 - 151
27/6 - 145
28/6 - 139
29/6 - 158
In totaal 1403,4 mijlen gelogt. 100 mijlen meer dan onze vorige trip in 1993. Het het grote verschil zit hoofdzakelijk in de laatste dagen. De schuld ligt bij een zigzaggend schip omdat ons gepensioneerde automaatje ietsje beverig was.
73/88 van Glen en Margriet Krab aan boord van de ZOEA en hun superhondje Whity.