You can make a translation of this page, if you like |
|
Gameplay 1, 2 en 3
terug naar index óf (456) (789)
1 Team tegen de rest
Als
er 10 deelnemers zijn, komen er 3 spelers aan de ene kant, indien mogelijk een
spelverdeler en 2 passers/aanvallers en aan de andere kant een teamopstelling.
Het "team" serveert en het drietal moet proberen te scoren.
De 10e speler staat klaar voor de
volgende serveer beurt.
De achterspelers van het
"team" rouleren om te serveren.
Probeer minstens 3x te scoren uit 5 serves.
Het
"drietal" kan een aantal beperkingen opgelegd worden:
b.v.:
-
De niet passer
valt aan, of juist de passer valt aan.
-
Een van de 2
passer/aanvallers is achterspeler.
-
Een van de 2 is midspeler.
-
Er mag alleen diagonaal, of alleen rechtdoor aangevallen worden.
Na een aantal serves wisselen: Achterspelers worden voorspelers / voorspelers gaan "drietal" worden en "drietal" (+ 1 overgebleven achterspeler), worden achterspelers.
Hetzelfde
principe kan ook met minder spelers beoefend worden:
-
met 9 idem als
met 10.
-
met 8 kun je 6
tegen 2, of 5 tegen 3 gaan oefenen.
-
met 7 doe je 5
tegen 2 en met 6: 4 tegen 2.
Puntentelling
volgens rally-point systeem; b.v. wie heeft het eerst 10 punten.
2 Aan één kant een complete voorhoede
Het
ligt aan het aantal trainingsdeelnemers hoeveel er overblijven om aan de andere kant
te spelen.
De
"andere" kant serveert.
De "complete voorhoede"- kant passt en zet een aanval op.
De serveerkant blokkeert en verdedigt, zet zo mogelijk ook een aanval op enz.
sv is de penetrant spelverdeler.
1
Wie
het eerst 10 punten heeft volgens rally-point systeem is winnaar.
Na elke serve een andere serveerder (bij voldoende trainingsdeelname staat er voor
de snelle doorstroming al een speler klaar met bal, voor de volgende serve).
Hierna wisselen van voorhoede.
2 Om de blokkering te oefenen aan de voorhoede-kant, mogen dezen niet direct na de serve scoren, maar moet verplicht één keer een tamelijk gemakkelijke rally-bal gespeeld worden. De serveerkant zet nu een aanval op en probeert direct te scoren.
Ook
nu weer 10 punten rally-point telling.
3 Aan één kant een compleet team
Het
principe is hetzelfde als in opdracht 2. De achterliggende gedachte is een
beetje anders.
Er wordt niet door het “team” geserveerd, maar juist door de
overblijvende spelers.
De serveerkant
plaatst een blok (2-blok, zo mogelijk) en bij meer deelnemers ook nog
verdedigers.
1
Het team moet direct scoren, b.v. 10 x. Voor elke keer dat ze niet scoren
krijgen de serveerders een punt. Wie heeft het eerst 10 (rally-point).
2
Na
de pass uit opslag, wordt wel een aanval opgebouwd, maar mag niet direct
gescoord worden. De bal moet dus betrekkelijk eenvoudig teruggespeeld worden
naar de serveerkant. Hierna worden de switches toegepast (iedereen neemt zijn
eigen positie in, voor het net en in het achterveld). De groep aan de
serveerzijde bouwt
een aanval op en tracht meteen te scoren. Wordt er met succes verdedigt, dan mag
(moet) het team daarna wel scoren.
Opnieuw: wie heeft het eerst 10 punten.
You can make a translation of this page, if you like |
|