You can make a translation of this page, if you like |
|
Oefeningen voor de Verdediging (30-33)
30 Pepperen met 3-tallen (1)
C
geeft een set-up aan A;
C
verplaatst zich daarna naar C1.
A
smasht naar B.
B
verdedigt (passt) naar C1.
C1
geeft weer een set-up, nu aan B.
C1
verplaatst zich weer naar C.
B
smasht naar A.
A
verdedigt (passt) naar C
en we beginnen weer van voren af aan.
31 Pepperen met 3-tallen (2); verplaatsen vd spelverdeler
C is in dit
geval de zich verplaatsende spelverdeler.
C
speelt bovenhands naar A
(= set-up).
A
smasht naar B,
of C.
(B,
of C
verdedigt).
- Is de smash op B,
dan loopt C
richting C1.
C
geeft nu de set-up aan B.
C
stelt zich daarna rechts naast A
op.
Nu smasht B
op A,
of op C.B
op A,
of op C.
- Kwam de eerste smash op C, dan moet C de bal zodanig verdedigen, dat deze nog eens hoog bij A komt. A valt dan direct nog een keer aan, nu op B
- Komt de smash (van B) op C, als deze op C1 staat, dan valt B direct nog een keer aan op A.
Hierdoor leert de spelverdeler, dat hij er niet alleen is om set-ups te geven, maar dat hij ook moet verdedigen.
32 Pepperen met viertallen
Begin:
B
geeft A
een set-up.
A
valt aan op C
of D.
Degene die niet verdedigt, loopt naar voren en geeft een set-up aan de ander (C,
of D).
Zij (C,
of D),
vallen aan naar A,
of B.
Wie de bal niet verdedigt
(A
of B)
loopt naar voren en geeft een set-up
aan A
of B)
loopt naar voren en geeft een set-up
aan de
ander (B,
of A);
smash weer naar C/D
enz.
Het is dus om en om, een spelletje 2 tegen 2.
(32A)
Nu over het net:
Het
wordt nu een echte set-up en een echte aanval. Zodra de aanval is
afgerond, beide spelers terug in het achterveld.
De scheiding tussen 2
oefengroepjes is de lengteas van het speelveld.
Als er meer dan 2 in een team komen, speel dan met één speler aan het
net; Degene die de pass speelt moet daarna aanvallen en de volgende set-up
geven. Na set-up terug naar
achterveld.
33 Verdedigen + verplaatsen van de spelverdeler (3-tal)
De oefening kan ook gezien worden als een oefening voor de spelverdeler.
-
Als S
verdedigt (S
moet dit zó doen, dat de bal nog eens hoog bij A
komt), slaat A
de volgende bal op B.
-
Als B
verdedigt, loopt S
naar voren (penetreert ahw), hij loopt in elk geval onder de bal en geeft een
set-up aan A.
A
speelt de bal één keer voor zichzelf hoog en slaat opnieuw
You can make a translation of this page, if you like |
|