ASP.NET: wat het is en hoe je het kunt gebruiken
Bij sommige websites hebben de bestanden in de adresbalk van je browser de extensie .aspx. Zo'n site is gebouwd met ASP.NET. Dat is een platform waarbinnen je websites kunt bouwen.
ASP staat voor Active Server Pages. Het is een technologie van Microsoft. ASP.NET (spreek uit: ASP dot NET) is de opvolger van het 'klassieke' ASP en het is onderdeel van het .NET (dot NET) Framework van Microsoft.
ASP.NET is een manier om op een webserver webpagina's aan te maken met behulp van programma-code. Dat maakt het mogelijk om vaste HTML-code te combineren met variabele inhoud die door je programma op de webhost geproduceerd wordt. ASP.NET is zelf geen programmeertaal, maar maakt het gebruik van talen zoals Visual Basic, C#, enz. mogelijk voor het maken van je site.
Over ASP.NET is heel wat te zeggen. Dat valt buiten het bestek van deze website. Een heel goede inleiding in het gebruik van ASP.NET is te vinden op Wikibooks.org. Dat is ook mijn belangrijkste bron bij het schrijven van dit artikel.
Hoe het werkt:
Zoals een 'gewone' website uit HTML-bestanden bestaat, bestaat een ASP.NET-website (of ASP.NET-applicatie) uit ASP.NET-pagina's.
Een ASP.NET-pagina lijkt op HTML, maar bevat daarnaast ook scripts die op de server worden uitgevoerd voordat het resultaat
naar de browser gestuurd wordt. Met die scripts kunnen bijvoorbeeld resultaten uit een database worden weergegeven.
Als een browser een HTML-bestand opvraagt, wordt de inhoud hiervan onveranderd naar de browser gestuurd. Bij ASP.NET
is dat anders, daar gebeurt het volgende:
- Een browser vraagt een ASP.NET-bestand op.
- De webserver roept ASP.NET aan.
- ASP.NET leest het ASP.NET-bestand in.
- ASP.NET voert de (server-)scripts in het bestand uit.
- ASP.NET maakt uiteindelijk een pagina aan die nog alleen uit HTML (en eventueel CSS en JavaScript) bestaat.
- Het resultaat wordt naar de browser gestuurd.
De gebruiker krijgt dus niet de originele pagina, maar een nieuwe pagina, die op het moment zelf werd gemaakt.
Omdat ASP.NET als gewoon HTML-bestand naar de browser wordt gestuurd, maakt het in principe niet uit met welke browser je het bekijkt. Dit betekent ook dat de programma-(script)-code die je schrijft veilig is. De code zelf wordt namelijk niet meegestuurd naar de browser. Dit in tegenstelling tot JavaScript code, die in je browser wordt uitgevoerd en dus ook naar je browser wordt verstuurd.
Wat heb je nodig om hier mee te werken?
Omdat ASP.NET aan de server-kant werkt, heb je een webserver nodig die ASP.NET ondersteunt. De webserver van Windows,
Internet Information Server (IIS), wordt meegeleverd Windows (echter niet met 'Home'-versies). Een goede (gratis) webserver
die ASP.NET ondersteunt is Abyss Web Server X1 van Aprelium.
Op het moment dat dit wordt geschreven (mei 2020) is 2.12.1 de geldige versie. Deze ondersteunt vrijwel alle versies
van het .NET-framework.
Let er bij configureren van een eigen webserver op dat je verkeer van buiten moet tegenhouden. Laat de server alleen verzoeken van het IP-adres 127.0.0.1 (localhost) accepteren. Stel je firewall zodanig in dat er geen HTTP-verzoeken van buitenaf worden doorgelaten.
Om de ASP.NET-pagina's te maken heb je ook een programmeer-omgeving nodig. Microsoft Visual Web Developer 2019 is geschikt. Dit pakket is te downloaden van de website van Microsoft. Het vereist wel een redelijk moderne computer, anders werkt het traag.
Tenslotte: je webhoster moet uiteraard het gebruik van ASP.NET ondersteunen.
Om een ASP.NET-website te publiceren is een Windows server de beste keuze, maar het is niet beslist noodzakelijk. Er bestaan
ook Linux-varianten van ASP.NET. Die hebben echter soms problemen met compatibiliteit, waardoor een website kan vastlopen.
Artikelen over de scripttaal PHP en over het platform ('classic') ASP zijn beschikbaar. Zie de items ASP: wat het is en hoe je het kunt gebruiken, en PHP: wat het is en hoe je het kunt gebruiken.